RAH Schepenbank Lummen nr. 91
1767 - 1772
Het
boek draagt nr. 22 op de titelzijde.
“Inhaudende de realisatien, gichten, relieven en werken van wett voorgevallen ten tijde van wijlen den heer secretaris Eustachius Timmermans ende bevonden niet geregistreert volgens inventaris voorleden jaer naer t’afsterven van den selven secretaris Timmermans gemaeckt”.
“Nu
dit jaer 1780 door mij ondergeschreven secretaris ende de geassumeerde klercken
onder mijne directie geregistreert involgens voorseyden inventaris ende der
heeren schepenen decreet van authorisatie op mijns ondergeschreven expositie
gedragen in judicio den 24 februarij 1780.”
Hierna
volgt de gemelde expositie en decreet, ondertekend door de volgende personen:
A: H:
Van Muysen, secretaris
M:
Aerts meyer en schepen, P. Fredrix, schepen
Achtbare
heren schepenen en leenmannen des souvereijnen Leenhove des landts Lummen
1767, 17 december. Folio 6
Henrick
Groten releveert na de dood van de ouders van zijn vrouw Merelien van Rou,
namelijk van Michael van Rou en Marie Maeris. Releveert huis en hof in Schullen
gelegen, palend de heer Briers van Hasselt O., de Hoogh Straet N., het “suster
klosster” van Hasselt W., Jan Hermans Z.
1767, 08 oktober. Folio 11v
Akte
van 26.07.1767. Joannes Hermans, jonkman, verkoopt een rente van 6 gulden
Brabants jaarlijks die hij affecteerde, volgens deling ingegaan tussen hem en
zijn broers en zusters voor Petrus Plughers, gemeenteschrijver van Schuelen, op
28.10.1762 en gerealiseerd voor de schepenen van Lummen op 12.09.1765, op
volgende goederen: huis en hof groot 2 vaten zaaiens gelegen onder Schuelen
omtrent “het Schuermans Eijnde”, bezeten door Arnold Hermans, aan hem comparant
toegevallen via deling onder de letter C. Hij creëert deze rente tot behoef van
de heer Joannes Hussen als toeziender van de kinderen van Magriet Luijten
verwekt bij Marcus Geerts, volgens legaat aan hen gelaten door codicille van
wijlen de heer Hendrick Vander Putten op 24.05.1766 beschreven door notaris
Corn. Vanderlooij binnen Rotterdam residerende. Marcus Geerts is present en
consenteert. Voor 130 gulden. Opgemaakt in Hasselt door notaris Theod. Pijp in
het huis van de koper in aanwezigheid van Hendrick Thiers en Catrien Raemakers.
08.10.1767
legt Joannes Hussen uit kracht van generale constitutie de bovenstaande akte
voor ter registratie.
1767, 08 oktober. Folio 13r
Akte van 1767, 06.10. Mathijs Joors, meerderjarige
jonkman en Anthoen Grauls met zijn lauderende echtgenote Ida Joors handelen in
eigen naam en voor hun broer Lambert Joors (absent). Ze zijn kinderen van
Mathijs Joors en Maria Vliegen, momenteel wonend in Herck. Ze verkopen voor 636
gulden Brabants eens den “Hennenbempt” onder Schuelen in de Haubempden gelegen,
ongeveer een bonder groot “wesende wisselbempt” en de helft van 2 bonders
waarvan de andere helft aan de gemeente van Schulen behoort. Verkopen aan
Mathijs Joors van Schulen. De 2 bonders palen de weduwe Hanson O., die Laeck
Z., “den Haverbempt” van Marie Vliegen en jouff. Cox Smissen bemdeken W. en de
heer L. M. Hermans u.n. Van Melbeeck met hun Haubempt N. Boven de koopsom komen
als lasten: 5 guldens Brabants jaarlijks aan de anniversarie der stad Herck, 12
stuivers 2 oort jaarlijks aan de pastorij of kerk van Barbrouck (Berbroek),
18 stuivers jaarlijks aan de kerk van Berbroek, grondceijns en dorpslasten. De
verkopers moeten de goederen schoonmaken tot het jaar 1767 inbegrepen en zullen
daarom de huur van dit jaar nog genieten. De onkosten over het “drooghmaecken”
ervan staan tot last van de acceptant. Opgemaakt in het huis van notaris L.M.
Hermans, genaamd “den keijser”, in Herck in aanwezigheid van jouf. Marie
Gertrudis Van Melbeeck en jouf. Joanna Beatrix Hermans. Op 8 oktober voorgelegd
ter registratie.
1767, 08 oktober. Folio 14v
Francis
Ramakers legt namens de heer Adam Stellingwerff, in beide rechten licentiaat en
advocaat, aan de meier en schepenen een akte voor van notaris J. W. Vande
Kerckhoff van 01.08 laatstleden en verzoekt de realisatie en approbatie.
Akte.
De notaris resideert in Herck. Gregorius Van Hese en zijn vrouw Anna Catharina
Kenis, Lucas Kenis en A. M. Was zijn huisvrouw en M. L. Kenis met haar man
Hendrik Van Hamelen verkopen 3 sillen broek gelegen onder Schulen, palend het
“Kempsens Brouck” O., de Auden Demer W. of het Vloet, de oude Herck N., Adriaen
Kenis Z., aan de heer Adam Stellingwerf voor 240 guldens Brabants Luiks eens.
Koopsom werd betaald. Het broek is onbelast, tenzij met cijns. Getuigen jouf.
M.C. Van Ham en Francis Rademaekers.
1767, 05 november. Folio 16v
Akte
van 27.10.1767. Bij de notaris in Coursel residerend verschenen Servaes Vaes en
Daniel Slangen. Vaes als man en momber van Maria Anna Eijgen, present en
toestemmend, verklaart een perceel land van 3 halster zaaiens genaamd “het
Bleuxken” in Castel onder Stal gelegen, verkocht te hebben. Het paalt Jan Van
de Bergh O., Aert Witters W., de wed. van Vincent Ceijsens Z. en N. Verder een
stuk land van 3 halster zaaiens genaamd “den Bleuckman” in Castel onder Stal
gelegen, palend Adriana Beckers O., de wed. Vincent Ceijsens W. en Z., Henricus
Beckers N. De 2 stukken zijn vrij van lasten met uitzondering van cijns en
schattingen. Daniel Slangen koopt de percelen voor 1000 guldens Brabants Luiks,
een pistole of 15 guldens Brabants Luiks voor een kermis voor de verkopers
huisvrouw, 15 stuivers godsgeld en anderhalf ton diesters bier lijcoop. De
koopsom werd uitbetaald. Opgemaakt in het huis van de notaris J. Nulens in
Vurten onder Coursel in aanwezigheid van Joannes Van de Voort en Joanna
Getrudis Convents.
Op
5.11 voorgelegd door Slangen.
1767, 05 november. Folio 18r
Paulus
Vandermaesen, uit kracht van generale constitutie en namens de heer Gerardus
Hubertus Briers, legt een notariële akte voor beschreven door notaris H. Pijp
in Hasselt op 30.12.1766, verzoekend realisatie.
Akte.
Martinus Sardons (Serdons) van Schuelen met zijn toestemmende echtgenote
Marie Gertruijt Hermans dragen tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers
een stuk land op gelegen onder Schuelen, genaamd “Swaenebosch”. Het is 3 sillen
groot en cijnsvrij, uit een groter stuk. Het paalt de Hertestraet 1), de koper
2), Peeter Sardons met consorten 3) en Peeter Scurmans 4). Voor 110 guldens,
die in presentie van de notaris betaald werden in 16 Franse pattacons en de
rest in gangbaar geld. Boven 5 guldens jaarlijks uit een grotere rente van 25
guldens, afgekomen van het klooster van Averbode. Opgemaakt in het huis van de
koper in presentie van de getuigen Marten Libens en Anne Marie Dirix.
1769, 16 november. Folio 19r
Er
wordt een handschrift voorgelegd ter realisatie.
De
ondergetekende, Nicolaes Sijbois, verklaart de heer L.M. Hermans,
oud-borgemeester van de stad Herck, te machtigen om van het bempdeken gelegen
in Schuelen omtrent den Molenwegh, waarvan de kerk van Lummen het wedergedeelte
heeft, “te disponeren en als sijn eijgen daer mede met wie hij kan te
convenieren”, daarvan akte te laten passeren. Ondertekend binnen Herck op
12.12.1768 door Sijbois en mede-ondertekend door notaris Vande Kerckhoff.
Disponeren:
“beschikken, regelen” volgens Verdam.
1767, 19 november. Folio 20v
Facteur
L.M. Hermans legt in de naam van Jaspart Vandereijcken een notariële akte voor
gepasseerd voor hemzelf als notaris op 03.09.1767, verzoekend realisatie.
Aldegondis
Strauven wed. Joannes Stappers, sluit een akkoord met Jaspart Vandereijcken
wed. van Maria Catharina Stappers, haar dochter. Ze wonen beiden in Schuelen.
Vandereijcken heeft 1 dochter van dat huwelijk. Een proces hing in de lucht.
Vandereijcken en zijn vrouw hadden tijdens hun huwelijk de helft van de
goederen bezeten die Jan Stappers, hun vader en schoonvader, achterliet. De
tocht kwam toe aan Aldegonde, maar zij liet hun die tocht vrijwillig. Door het
afsterven van haar dochter zou ze deze tocht toch willen. Ze komen het volgende
overeen.
Jaspart
ziet af van de tocht op de helft van deze goederen, maar behoudt de eigendom
voor zijn dochtertje dat hij behouden heeft van zijn vrouw Maria Catharina
Stappers. Aldegonde staat hem vanaf nu een bempt af gelegen onder Schuelen,
genaamd “den Voorbempt”, zolang zij zal leven.
Indien
haar zoon Jan Stappers een gelijke portie zou willen, zal ze hem één aanwijzen
zodat er geen onenigheid komt.
Na
haar dood moet de voorschreven bempt dadelijk terug bij de rest van haar
nalatenschap gevoegd worden.
Ze
zijn overeen gekomen dat ze samen een grote populier, staand op de voorschreven
Voorbempt, zullen kappen en genieten, elk de helft.
De
huur van de Voorbempt voor dit jaar is voor Jaspart, maar hij moet Aldegonde er
8 gulden voor geven.
Opgemaakt
in het huis van Jaspart Vandereijcken in Schuelen in aanwezigheid van de heer
Joannes Baptista Van de Laer, secretaris van de stad Herck, en van Joannes Van
de Put, getuigen.
1767, 27 november. Folio 24r
Joannes
Stappers zoon van Renier, geboren in Schulen en er wonend, leent, volgens
stipulatie hierover gedaan in handen van schepen J. De la Croix, van Lenaert
Van Swartenbroeck, eveneens inwoner van Schuelen, de som van 300 gulden
Brabants Luiks. Hiervoor zal hij 4% intrest betalen of 12 gulden Brabants
Luiks. Deze rente heeft haar ingang genomen op 15 november en zal voor de
eerste maal vallen in 1768. Pand: een stuk akkerland in Schuelen gelegen,
genaamd “die Mier”, palend die Mier Stege Z., “den Hiesecom” van de heer
Roelants van Hasselt O., sr. Willem Vandeput
N., Jan Spex’ erfgenamen Mier W. De goederen zijn afgekomen van zijn
ouders.
Solvit
van Swartebroeck jura 17 – 9 ˝
Hierna
volgt het handschrift van de schuldbekentenis van Joannes Stappers, opgemaakt
in de presentie van de getuigen Petrus Plugers en Francis Van Swartenbroeck.
1767, 03 december. Folio 27v
Mathus
Karmans releveert na de dood van Doest (!) Vanderhoeven en Mere (!) Elisabeth
In Panis: een ophellien genaamd “de Loghtebeerck”, palend de straat Z. en W.,
zijn eigen erf “de Tiende Baen” N., “den Teijteleer” O.; een half sille op de
Laeckbempden, palend den aftrek van de duijcker W. en “noorden suijden de
wederhelft oosten”; 1,5 sille in 3 bonder genaamd “de Hoffelen”, palend Michiel
Jans O., Anna Vrancken W., den duijck van Giterijdt Jacobs N., “het Hot”(?) Z.
1767, 03 december. Folio 27v
Willem
Witters legt een akte van verkoop neer, beschreven door notaris Joannes
Antonius Put op 23.11.1767, verzoekend realisatie tot zijn behoef.
Condities
waaronder de E.H. Petrus Croonaerts, pastoor tot Zammel, als executeur van het
testament van wijlen jouf. Marie Agnes Jans, op heden 23.11.1767 publiek aan de
meestbiedende, na voorgaande proclamatie vorige zondag, zal verkopen een
schaarbos gelegen achter de Muijse Heijde onder Lummen, palend O. een
heijthoeve toebehorend aan de heer cornet Horion, W. de erfgenamen van Adriaen
Willems, Z. dezelfde erfgenamen en de heer Libbigh, N. Maria Catr. Maris.
De
verkoop zal gebeuren met hogen en afroepen, waarna de koop zal toegeslagen
worden aan de meestbiedende. Er worden 8 dennenboompjes gereserveerd in het bos
die binnen het half jaar tot profijt van de verkopers moeten gekapt worden en
verwijderd. De goederen zijn vrij en onbelast. De betaling moet gebeuren binnen
de 14 dagen vanaf heden, met alle onkosten en 6 gulden lijcoop zonder korten.
Willem
Witters, inwoner van Veurten onder Coorsel, bood 555 gulden Brabants Luiks en
betaalde in handen van de E.H. Croonaerts in specie van 24 carolinen en een
half, 2 Fransche pistoelen en ander zilver- en goudgeld in aanwezigheid van
getuige Petrus Ceijssens. Opgemaakt in Beringen in het woonhuis van Henricus
Leeuws, “den prince van Luijck” genaamd, in aanwezigheid van de heer Matt.
Phil. Lebon president-schepen van Beringen en Oostham en van Joannes Heijligen,
getuigen.
1767, 11 december. Folio 29v
Joannes
Hoens, geboren en wonend in Schuelen, doet via donatie inter vivos “offt onder
de levende ende met wermerhandt” uit genegenheid en wegens zijn hoge ouderdom
afstand van goederen aan zijn neef Lambert Vrancken. Het gaat om een vervallen
huisje met erf of hofland eraan gelegen in Schuelen op den Abeel, palend de
straat N. en O., Jan Joors Libert sone en Jacobus Opre Z., de stege W.; een
sille broek in een stuk van 5 sillen, dat hij indiviselijk bezit genaamd “het
Roost” eveneens in Schuelen. Het paalt “die Krieckel Laeck” N., de voort O.,
het “Ceurken” Z., “die Bellemans Sille” van Balthus Lambrechts W. Conditie: de
donataris moet jaarlijks 10 guldens betalen uit 15 guldens jaarlijkse rente die
de abdij van Everbode daarop trekt; nog 1 gulden jaarlijks aan de gemelde
abdij; 5 ganzen, 1 capuin en 1 “hinne” s’heerelijcken grondt ceijns; 3 stuivers
2 oort herberghs coren en een ceur aan de Heer. Verder moet Lambert zijn oom
onderhouden en “bestieren in alle sijne nootsackelijckhijt” en moet betalen
“allen ongelde ende belastinge die gene ten opsighte van het drooghmaecken van
het broeck” tot last van het broek mochten gesteld zijn of worden. Opgemaakt in
aanwezigheid van de schepenen J. de La Croix en Michael Aerts en ondertekend
door secretaris Eustachius Timmermans.
1768, 13 januari. Folio 31r
Geert
Geerts draagt op tot behoef van Joannes Hermans: 1) 2 percelen met huis en hof,
gelegen op den eerdenwegh onder Coorsel. Huis en hof palen O. Jan Baptist Van de
Weijer, W. en N. de koper, Z. den eerdenwegh; 2) een perceel broek genaamd “de
Heijschap”, palend O. Hubertus Achten, Z. en W. Peeter Leijsen, N. Arnoldus
Truijers. Voor de som van 150 guldens boven de lasten. Deze lasten zijn: 100
gulden kapitaal aan Andries Wouters, aan de armen van Coorsel 2 guldens
jaarlijks. Godsgeld 5 stuivers aan de capelle van Vurten en 5 gulden lijcop. De
opdrager mag het goed nog een jaar bezitten tot half maart 1769, als hij het
tot dan vrij van lasten maakt.
Voor
naderschap zie 29.12.1768.
1768, 14 januari. Folio 32r
Jan
Luijtens Aerdens sone 1) en Dominicus Hermans als man en momber van zijn vrouw
Anna Marie Luijten, wiers ratificatie hij hierover belooft in te brengen, Jan
Luijten, Paulus en Francis Vrancken, Hendrick Van Cosen als man en momber van
Christien Vrancken en Martinus Ruijters als man en momber van Aldegondis
Vrancken 2). De twee laatsten zullen de ratificatie van hun vrouw inbrengen. De
laatsten zijn representanten en erfgenamen van Frans Luijten en van Geert Vrancken
en zijn huisvrouw zaliger. Er was onenigheid over een bempt gelegen onder
Schuelen in ’t Vreebrouck, palend O. de edele heer baron de Cauwenhoven, Z. de
straat, W. de broekstraat, N. de kinderen van Jan Lambrechts. De eersten hebben
de bempt in hun bezit, de tweede partij pretendeert de eigendom. Ze sluiten een
overeenkomt. De tweede partij zal niets meer pretenderen en staat haar rechten
af ten voordele van de eerste partij. Hiervoor telt de eerste aan de tweede
partij 40 gulden Brabants eens neer. De eerste partij moet bovendien alle
kosten dragen.
1768, 14 januari. Folio 33v
Paulus
Vandermaesen sone Paulus legt in de naam van de heer Gerard Hubertus Briers een
akte neer beschreven door notaris F. Pijp op 22.12.1767. Hij verzoekt
realisatie en registratie.
De
notaris, residerend in Hasselt, ontvangt Joannes Michiels, borger van de stad
Halen, die voor zichzelf en voor zijn broer Franciscus Melchior Michiels –
“studerende in de philosophie tot Loven” – een half bonder vrijbampt opdraagt,
genaamd “den Pael”, gelegen onder Schuelen. Hij ligt aan de Zeelbempden en
paalt de heer Briers met het wedergedeelte 1), sr. Jacobs van Diest 2). De
bempt is onbelast. Ze verkopen aan de heer Gerardus Hubertus Briers voor 500
guldens, in aanwezigheid van de notaris betaald in specie van 5 dobbele goude
louisen, 15 en een halve goude gewichtige carolienen en de rest in zilvergeld.
Getuigen: Marten Pulincx en Gertruijt Bastiaens.
In
de aanhef vinden we als grenzen van de bempt: Petrus Kenens erfgenamen en
Laurentius Vandermaesen erfgenamen O. en Z. de commandeur van Bernissem, W. de
heer Briers, koper.
1768, 29 januari. Folio 36r
Peeter
Meeus van Schuelen leent van jonkman Matthijs Joors de som van 30 guldens
Brabants Luiks. Voor deze som draagt hij Matthijs voor een periode van 3
achtereenvolgende jaren, te beginnen vanaf 1769, een etwijde op gelegen op den
Molenwegh, palend de Molenwegh O., die Laack N. Ingeval dat de grachten moeten
opengemaakt worden, moet Peeter Meeus dit voor zijn rekening nemen. Het geld
moet dienen om de taks of onkosten te betalen aan de heer Van Dormael van
Diest. Peeter zal de rekening ervan aan de schepenen voorleggen. Ondertekend
door schepen de La Croix.
1768, 11 februari. Folio 42r
Na
het overlijden van hun oom Lambertier Neclai releveren sr. Gielies Bouten
getrouwd met Anna Elisabeth Neclai, Arnoldus Neclai, Giedus Neclai, Joannes
Landtmeeters getrouwd met Agnes Neclai, Paulus Swinnen getrouwd met Marie
Chatrien Neclai, Joannes Laval gehuwd met Marie Joseph Neclai: een perceel
zowel land als broek onder Schullen, palend de Veldt Stege O., de armen van
“Herdt”(!) Z., de heer Briers van Hasselt W. (Nicolai ?)
1768, 11 februari. Folio 42r
Aldegond
Strauwen wed. Jan Stappers legt een akte voor gepasseerd voor notaris J. W.
Vande Kerckhoff van Herck op 10.02.1767. Ze verklaart dat ze de koop gedaan
heeft voor haar zoon Joannes Stappers.
Peeter
Van Swartenbrouck met zijn vrouw Anna Ida Vander Eijcken verkopen aan Aldegond
Strauwen, de weduwe van Jan Stappers, een stuk akkerland gelegen onder Schulen
genaamd “den Wijen Bergh”, palend de straat Z., de heer Briers O., Jan Stappers
Z. Verkocht voor 150 guldens Brabants eens boven de lasten. Het goed is belast
met 8 gulden jaarlijks aan Leonard Swartebrouck of 200 gulden kapitaal, met
grondcijns. Lijcoop 3 guldens. Opgemaakt in notarishuis in Herck in
aanwezigheid van de getuigen jouf. M. E. Van Ham en Leonardus Bamps.
1768, 17 februari. Folio 43v
Aldegonde
Stauwen legt de lening van 200 gulden op 15.02.1767 af aan Lenaert Van
Swartenbrouck van Schuelen. Lenaert trok deze som op de panden hierboven
beschreven van Peeter Van Swartenbrouck.
1768, 25 februari. Folio 45r
Aert
Stessens van Schulen is overleden. Hij laat een zoon Michiel en een dochter
Marie x Joseph Crab achter.
Joseph
Crab, wonend in Herck en getrouwd met Marie Stessens, is gemachtigd om in zijn
eigen naam en voor zijn zwager Michiel Stessens te handelen. Voor Michiel is
trouwens ook Matthijs Ophije gemachtigd volgens handschrift van 02.98.1767. Ze
verkopen publiek, na voorgaande affixie van billetten door Steeghmans,
gerechtsdienaar in Schulen. Na relief transporteren ze een perceel gemeijn
brouck gelegen op “die Huijve Bempden” onder Schuelen, omtrent een sille groot.
Het paalt “het Keurken” van de heer Roelants van Hasselt N., “den Bullen Bempt”
O., Willem Maris W., de scholtus De Fraiture Z. Het goed is op hen verstorven
vanwege hun vader en schoonvader Aert Stessens. Ze verkopen aan Jacobus
Roelants, koopman van de stad Hasselt, voor 90 guldens Brabants Luiks. Uit deze
som ontving Matthijs Ophije de som van 60 guldens Brabants Luiks, wegens de
pretentie die hij had op Aert Stessens zaliger. Inbegrepen is een som van 1
pattacon voor Michiel Stessens, volgens diens handschrift. De overige 30
guldens Brabants Luiks zijn opgetrokken door Joseph Crab. Het goed is, met
uitzondering van cijns en dorpsschattingen, vrij van lasten. Lijcoop 2 – 8,
kuster voor beschrijven 3 – 0, gerechtsdienaar 1 – 0. Facteur Van Langenaeker
kwam voor de heer Roelants ter gichte.
Handschrift.
Omdat het onduidelijk is, volgt hier de letterlijke tekst:
“den
ondergeschreven verclaert als dat Michiel Stessens door sijn opdraght aen
Matthijs Ophije van een sill broeck genaemt den hoeijbempt onder Schuelen den
welcken Matthijs auders gekocht hebben van Aert Stessens, den welcken Michiel
Stessens doet opdraght aen Matthijs Ophije in de presentie van dese getuijgen
ende dat Michiel Stessens moet eenen pattacon hebben, ende sijn suster want den
voorss: Matthijs Ophije daer profijt van heeft. Actum 2 augusti 1767, ende was
geteekent bij forme van een cruijs waer beneffens staet dit marcq steld Michiel
Stessens verclaerende niet anders te connen schrijven, item Petrus Boonen,
Martinus Loodts”
1768,
10 maart. Folio 49r
Een
notariële akte, door notaris H. Pijp ondertekend op 31.12.1767, wordt
neergelegd ter approbatie door de heer Joes Hussen.
De
notaris resideert in Hasselt. Martinus Opre van Schuelen verklaart uit handen
van Joannes Hussen de som van 200 guldens Brabants Luiks ontvangen te hebben en
draagt hem er een rente van 8 gulden Brabants jaarlijks voor op. Deze rente
affecteert hij aan 3 vaten land gelegen op de Stap in Schuelen. Het goed paalt
de erfgenamen van de heer advocaat Van Hilst, Arnoldus Bergmans en de
acceptant. Het goed viel aan de opdrager toe via deling voor notaris P.
Wintmolders op 04.01.1740 na de dood van zijn ouders. Het is verder nog belast
met 150 guldens kapitaal aan de acceptant en met 2 stuivers cijns op het
kasteel in Lummen. Verder pand: een half bonder land onder Schuelen gelegen,
palend de acceptant, de weduwe Hanson van Berbrouck. Het is reeds belast met 5
guldens 10 stuivers jaarlijks aan de heer acceptant. De opdrager verklaart dat
hij dit geld (200 guldens) heeft moeten lichten in de naam van de voorkinderen
van zijn vrouw verwekt bij Geert Maris. Ze moesten de getaxeerde kosten betalen
van 1,5 bonder verdronken broek in het gemeijn Schuelens Broeck gelegen,
waarvan de kinderen eigenaar waren. Opgemaakt in het huis van de acceptant in
Hasselt in aanwezigheid van de getuigen Hendrick Tiers en Catarien Ramakers
1768,
10 maart. Folio 50v
De
heer Joannes Hussen, door notaris L.M. Hermans, legt een akte neer voor
dezelfde notaris beschreven op 05.03 laatstleden. Nicolaus Sijbois draagt in
zijn eigen naam en in naam van zijn zwagerin Joanna Van Alphen wed. Jean
Baptista Sijboijs – volgens akte van constitutie en uit kracht van octrooi
vanwege de Heeren van de Magistraet van de stad Bergen opden Soom aan haar
verleend op 09.12.1767 – een goed op.
Notaris
Hermans resideert in Herck. Nicolaus Sijbois verkoopt voor zichzelf en voor
zijn zwagerin een bempt gelegen onder Schulen “in die Vloetbempden”, een half
bonder groot. Hij paalt baron de Celis O., die Zeelbemptstraet Z., P. Kenens
van Lummen met de heer scholtus Vandermaesen W. en N. Verkocht tot behoef van
de heer Joannes Hussen, borger en koopman binnen de stad Hasselt voor 525
guldens Brabants eens. Koopsom ontvangen in carolienen. Het goed is enkel
belast met grondcijns in Lummen en Herck, met dorpsschattingen en -lasten. Het
is onderworpen aan de uitvaart van 5 andere halfbonders bempt. De kosten van
het droogmaken van het broek staan tot last van de koper. Opgemaakt in
notarishuis “den Keijser” in aanwezigheid van de getuigen Maria Gertrudis Van
Melbeeck en Johanna Beatrix Hermans.
Akte
van constitutie, 22.08.1767, voor Frederick Nicolaus Van Engelen, notaris
binnen Bergen op den Soom residerende. Johanna Van Alphen wed. Jan Baptist
Sijbois, borgersse van de stad, verklaart haar zwager sr. Nicolaes Sijbois –
eveneens wonend in Bergen op Zoom – te constitueren om in haar naam alle
goederen te verkopen die wijlen haar man aangestorven zijn uit hoofde van zijn
ouders Nicolaes Sijbois zaliger en Barbara Coenens. Barbara is naderhand
getrouwd geweest met sr. Joannes Van Rijckel, borger en inwoner van de stad
Herck. Alle goederen zijn gelegen in de stad Herck of in de jurisdictie
eromheen. De geconstitueerde heeft de andere helft van de goederen. De goederen
horen haar wettelijk toe uit hoofde van haar huwelijk en wegens het mutueel testament
van haar en haar overleden man, gepasseerd voor notaris Benjamin Van der Haegen
binnen deze stad Bergen op Zoom op 25.02.1762. Haar schoonbroer mag alles
regelen. Getuigen: klerken Job Van Dort en Carel Benjamin Van Engelen van S.
Truijen.
Akte
vanwege “drossaerd, schouteth, borgemeesters, schepenen en raeden der stadt
Bergen op den Soom” die verklaren dat de notaris een legaal notaris is. Ze
bekrachtigen met hun stadszegel op 24.08.1767.
Akte
van octrooi via extract uit het register van resolutie van de heren magistraat
van Bergen op ten Zoom van 09.12.1767. Johanna is moeder van de minderjarige
zoon Jean Joseph Sijbois. De zuivere opbrengst van de verkopen moet haar
schoonbroer inleveren.
1768,
10 maart. Folio 56v
Jan
Geboers, Wouter Geboers, Gerardus Geboers, Joris Geboers, Maria Catharina
Geboers en Joannes Vander Eijcken gehuwd met de toestemmende Anna Geboers;
Elisabeth Vande Bosch wed. Lenaert Aerdts als grootmoeder van de wezen van Jan
Aerdts x Marie Claes. De wezen zijn Willem en Francis Aerts. Ze verkopen uit
kracht van navolgend octrooi een perceel gemeen broek van 2 sillen groot in
Schuelen gelegen, genaamd “den Biessenbempt”. Het paalt de opdragers “selfs
erve van W. Geboers zuijden, Anna Vrancken wed. Hen. Smets Andries Smets nomine
uxoris oosten”. Het stuk maakt deel uit van een grotere koop van een perceel
gelegen in Schuelen, ook genaamd “den Bissen Bempt” 2 sillen groot,
palend de Laeck Z., Mich. Van Uytrecht en Guilliam Claes O., hun eigen erf
voorschreven of Van Hamelbroeck van Everbode N., Anna Vrancken wed. Hen. Smets
Biesenbempt W., dat sorteert in de leenzaal van de graaf binnen Lummen. Jacobus
Roelants koopt.
Verkoopcondities.
De familie Geboors hierboven zijn kinderen van wijlen Wauter Geboors en
Elisabeth Cornelis. 17.02.1768 verkopen ze aan de meestbiedende, naast
Elisabeth Vande Bosch voorschreven in haar hoedanigheid als grootmoeder. De
betaling moet binnen 3 dagen na de verkregen octrooien gebeuren. Indien iemand,
onbekwaam om te betalen, zou hogen, zal hij aan de kerk van Schulen en aan de
officier een gouden souverain verbeuren. Hogen van minstens 5 guldens. Alle
onkosten zijn voor de koper, evenals de kosten voor het droogmaken van het
broek. Opgemaakt in het huis van Jaspart Vandereijcken, lijcoop 1 ton bier
zonder korten. Getuigen: Herman en Jaspart Vandereijcken.
Ingezet,
de 4 sillen, aan 300 guldens. Verbleven aan Petrus Pluegers namens de heer
Jacobus Roelants, borger en inwoner van Hasselt, voor 405 guldens.
De
secretaris meldt dat hij de octrooien niet terugvindt.
1768, 10 maart. Folio 62v
Jan
Geboers, geassisteerd door Wouter Geboers, Gerardus Geboers, Joris Baers, Maria
Catharina Geboers en Jan Vandereijcken n.u. Anna Geboers, wiens laudatie hij
belooft in te brengen, uit kracht van octrooi voor Gerardus, Joris en Maria
Catharina Geboors, minderjarigen, door de schepenen verleend, dragen op,
cederen en transporteren een perceel broek van 2 sillen groot in Schuelen
gelegen genaamd “het Biesen Bempt”. Het broek maakt deel uit van een grotere
koop. Het andere perceel broek is een leen in de Leensael van de Graef,
eveneens 2 sillen groot, van dezelfde naam. Ze verkopen aan de heer Jacop
Roelants voor 405 guldens.
Het
octrooi, dat aan het einde zou geregistreerd worden, is niet voorhanden.
1768, 24 maart. Folio 63v
Arnoldus
Stappers koopt van Joannes Peeters voor zijn kinderen verwekt bij zijn eerste
huisvrouw Marie Peeters. Oorspronkelijke koper was Henricus Van Nuffel, maar
Stappers vernaderde. Het gaat om een perceel land in Schuelen gelegen op het
Heufkens Veldt, palend N. en O. de wed. Maghiel Reenders, W. de erfgenamen
Liben Joers van Schuelen, Z. de Chartereusen (Kartuizers) van Seelhem.
Alodiael goed. Verkocht voor 106 guldens, lijcoop een half ton bier,
godspenning 1 stuiver.
1768, 16 april. Folio 65r
De heer Joannes Franciscus Van Dormael, inwoner van
Diest, legt een notariële akte voor gepasseerd voor L. M. Hermans residerend in
Herck op 12.04.1768. Verzoekt realisatie en approbatie.
Arnold
Stappers met zijn vrouw Elisabeth Wijens; Jan Luyten Aerdens sone met zijn
toestemmende echtgenote Elisabeth Mieuvis, inwoners van Schuelen, verkopen een
bempt in Schulen in de Weebempden gelegen. Hij is een half bonder groot,
genaamd “de Plesse” en paalt O. Guilliam Maris, W. de Spouen Deijck, Z. de
straat en N. de erfgenamen Arnold Strampers. Het eerste koppel verkocht deze
bempt op 21.05.1767 aan het tweede koppel, samen met nog enkele andere stukken.
De gicht passeerde voor de schepenen van Loons recht op 29.05. Jan Luyten
bedacht zich echter en droeg de bempt op 08.04 terug op aan de heer Franciscus
Van Dormael, borger en inwoner van Diest. In de naam van deze koper is Francis
Raemakers present. Deze koopt voor 245 guldens Brabants eens boven de navolgende
lasten. 1 gulden Brabants jaarlijks aan de kerk of het kerkfabriek van
Schuelen, enige denier cijns aan de graaf en dorpslasten. Lijcoop een half ton
bier. Opgemaakt in notarishuis “den Keyser” binnen Herck in aanwezigheid van de
getuigen jouf. Marie Gertrudis Van Melbeeck en Joannes Franciscus Schroijen.
1768, 16 april. Folio 66v
Matthijs
Strampers, inwoner van Schuelen, voor de helft; Arnold Deijckx voor hem en voor
Henric Deijckx volgens constitutie voor notaris Hermans, Matthijs en Petrus Deijckx
voor de andere helft met autorisatie van hun echtgenotes dragen op, na
voorgaande publicatie en “afficie van billetten” in Schulen, een bempt gelegen
onder Schuelen genaamd “die Ples”, 4 sillen groot. Hij paalt de ed. jouf. de
Heusch 4 bonder O., die Laeck N., de wed. Petri Van de Laer van Herck en Jan
Stappers Spoije Broeck W., Arnold Stappers n.u. Agatha Wijens Z. Deze bempt
kwam aan hen toe uit hoofde van hun ouders. Ze verkopen aan de heer Joannes
Franciscus Van Dormael van Diest voor 602 gulden Brabants Luiks, die betaalde
in “10 croix van Malthe, een nauilles (?), 10 verdugadins, 10 franche pistolen
met het supplement, item een son pistole en in silver gelt 5 – 17, alles
Brabants Luijx”. Het verkochte goed is belast met 6 stuivers jaarlijks aan de
anniversarien van Herck, met cijns en dorpslasten, niet kortend. Lijcoop een
ton bier, roepgeld en houden van conditie, aanbrengen van affiches 5 gulden 10
stuivers.
Akte
van constitutie. Henricus Deijck machtigt zijn broer Arnold Deijck om alle
rechtshandelingen en geldontvangsten in zijn naam te verrichten. Opgemaakt in
Herck in aanwezigheid van jouf. Marie Van Melbeeck en van Catharina Van Nuffel,
in het huis van de drossard.
1768, 28 april. Folio 68r
Paulus
Vandermaesen, uit kracht van generale constitutie en gelastigd door de heer G.
N. Briers, legt een notariële akte voor beschreven door N. Pijp op 19.04.1768
en verzoekt de realisatie.
Bij
de notaris, in Hasselt residerend, verscheen Peeter Van Swartenbroeck
geassisteerd door zijn vrouw Anna Ida Van der eijcken, die toestemt. Ze hebben
200 guldens ontvangen uit handen van de erentfesten heer Gerardus Hubertus
Briers en dragen hem daarvoor een jaarlijkse rente van 7 gulden op, die ze
creëren en affecteren aan een half bonder bampts genaamd “den Langdoncker”
gelegen onder Schuelen. Hij paalt de edele heer Van Cauwenhoven van Loven 1),
Herman en Jaspar Van der Eijcken aan de andere 3 zijden. Niet belast, tenzij
met cijns op het kasteel in Lummen. Verder op al hun andere goederen. De
eventuele terugbetaling moet in Hasselt gebeuren. Getuigen: Gertrudis Bastiaens
en Marie Joseph Fastris. “Op den dors stont act en copije 35 stuijvers betaelt
door den heer G.H. Briers”.
1768, 06 mei. Folio 69v
Jan
Hermans is na de dood van zijn nicht Marie Cnap (Knaepen) komen
releveren: een half perceel broek gelegen in de “Peerse Bempt” tot Coorsel,
palend O. Peeter Hermans, W. Brigida Noops, Z. Jan Gijbels, N. de aldebeeck.
1768, 06 mei. Folio 69v
Relief
na het overlijden van nicht Marie Cnap. Ze was nicht van Jan Vaes, Peeter Vaes,
Servaes Vaes, Jacop Vaes als man en momber van Anna Vaes. Ze releveren een
perceel broek in Coorsel gelegen genaamd “den Cnoop”, palend O. de erfgenamen
Jan Rijnders, W. Jan Dirix, Z. Peeter Severs, N. Petrus Wouters.
1768, 06 mei. Folio 69v
Als
erfgenamen van hun nicht Marie Knap komen nog releveren: Hendricus Smeets,
Jaspar Smeets, Arnoldus Smeets, Maria Anna Smeets, Catharina Smeets: een huis
in Stal gelegen, palend O. en N. de erfgenamen van Jan Ceijssens, W. de straat,
Z. zijn eigen erf; een perceel land in Stal gelegen, palend O. de erfgenamen
van Vincent Ceijnssens W. en Z., s’ heeren aert N., Christiaen Jacops; een
perceel broek in de Convents Hoek in Stal gelegen, palend O. Catharina Smeets,
W. de erfgenamen Jan Rijnders, Z. de alde beek, N. de Maelbeeck; een perceel
broek in Stal gelegen, genaamd “het Wouters Broix” grenzend O. Jan Cnap, W.
Blasius Cnap, Z. de Eeghde, N. de erfgenamen Peeter Meijbosch of de Maelbeeck;
een bempdeke half gelegen in den Peersebempt in Coorsel, grenzend O. Peeter
Hermans, W. Brigida Noops, Z. Jan Gijbels, N. de Aldebeeck; een edtweijde in
Coorsel gelegen, palend O. de erfgenamen Jan Rijnders, W. Jan Dirix, Z. Peeter
Seuws, N. Paulus Wouters.
1768, 13 mei. Folio 71v
De
heer L. M. Hermans in de naam van Jaspar Van der Eijcken legt een notariële
akte voor beschreven door notaris R.V.N. Drooghmans op 03.03.1768 en verzoekt
de realisatie en registratie van de verkoop die hij deed tegen Anna Janssens.
Het gaat om de Cuijpers Bempt, in Schuelen gelegen, die haar na de dood van
haar ouders was aangekomen.
Akte.
Anna Janssens draagt tot behoef van Jaspar Vander Eijcken een sille uit een
bonder broek of bampt op gelegen in ’t Schuelensbrouck, genaamd “den
Cuijpersbampt”. Paalt het klooster van Averbode O. en W., Christina Elisabeth
Van Nuffel en Jan Claes N., sr. Joannes Hussen van Hasselt en Lambert
Lambrechts Z. Goed onbelast tenzij met cijns en schattingen. Verkocht voor 20
pattacons of 80 guldens Brabants Luiks. Opgemaakt in het huis van Arnold Baerts
genaamd “het Geright” onder Schuelen in aanwezigheid van de getuigen dito
Arnold Baerts en Willem Van der Meeren. Lijcoop 5 guldens, godsgeld 4 stuivers.
In
dorso: “solvit Van der Eijcken voor stipulatie ende dese copije eenen gulden
vijfthien stuijvers” en was ondertekend door Droogmans.
1768, 13 mei. Folio 72v
De
heer Joannes Franciscus Van Dormael, door L. M. Hermans, legt een notariële
akte neer beschreven door notaris L. M. Hermans op 10.05.1768. Verzoekt
realisatie en approbatie.
Voor
de notaris, residerend in de stad Herck, verscheen Jaspart Van der Eijcken,
oud-borgemeester van Schuelen, die verklaarde dat hij onlangs van Anna Janssens
het goed kocht, dat in de akte hiervoor beschreven wordt, het vierdendeel van
een bonder genaamd “den Cuijpers Bempt”. Hij kocht van Anna Janssens, een
meerderjarige jonge dochter onder Schuelen bij Arnold Baerts “op het geright
voor meijsen woonende”. De koop geschiedde voor de heer Joannes Franciscus Van
Dormael, maar diens naam kwam in de akte niet voor. Dit wordt nu rechtgezet
door middel van deze akte. Opgemaakt in het huis van Vander Eijcken in Schuelen
in aanwezigheid van getuigen Francis Raemaekers en Isabella Malroije.
1768, 13 mei. Folio 73v
Joannes
Franciscus Van Dormael legt door L. M. Hermans een akte voor via hem gepasseerd
op 10.05.1768. Het gaat om de opdracht van een sille broek door Joannes Elsen
in huwelijk met de toestemmende Gertruijdt Nijs, Joannes Molders en Francis Van
Schoeren mombers van Arnold Nijs, Marie Anne Neys en Francis Nijs, minderjarige
kinderen van wijlen Peeter Neijs en Anna Claes, met voorgaand verleend octrooi;
Jaspart Van der Eijcken als geconstitueerde van Joannes Gerardus Poulis een
sille en Joris Colen ˝ sille in een groter perceel van 1 bonder – waarin Anna
Jans nu de heer Van Dormael, koper, een sille en ˝ sille is competerende.
Akte.
Joannes Elsen als man en momber van Gertruijt Neijs dochter van Peeter Neijs en
Anna Claes –wiens ratificatie hij op de dag van gichte op volgende vrijdag
belooft te bezorgen –; Joannes Molders en Francis Van Schoer als gestelde
mombers van de 3 onmondige kinderen van wijlen Peeter Neijs en Anna Claes – de
laatsten beloven het schepenen octrooi binnen 14 dagen te bezorgen -; Jaspart
Vandereijcken als geconstitueerde van Joannes Gerardus Poulis van Antwerpen
volgens missive van 14.04.1768 en de meerderjarige jonkman Joris Colen van
Schuelen dragen een goed op. De eerste comparant 1 sille, de tweede q.q.
comparant 1 sille, de laatste comparant een halve sille broek gelegen onder
Schuelen. Het geheel broek is een bonder groot en wordt “den Cuijper Bempt”
genoemd. Hij paalt het convent van Averbode O. en W., Elisabeth Van Nuffelen en
Jan Claes N. en sr. Joannes Hussen en Lambert Lambrechts Z. Ze verkopen aan de
heer Joannes Franciscus Van Dormael, ontvanger van de Heeren Staten van Brabant
in Diest, die voor iedere sille 71 guldens brabants eens betaalt en de halve
sille naar proportie. Lijcoop 10 schellingen van iedere sille. Opgemaakt in het
huis van Jaspaert Vander Eijcken in Schuelen in aanwezigheid van de getuigen
Francis Raemaekers en Isabella Malroije.
Volgt
het octrooi, aangevraagd door Joannes Smolders en Francis Van Schooren als
mombers over Arnold, Marie Anna en Francis Neijs, kinderen van wijlen Peeter
Neijs en Anna Claes. Hun zuster Gertruijdt Neijs is getrouwd met Jan Elsen.
Samen bezitten ze een sille gemeenbroek in een groter stuk van een bonder
gelegen in het Schuelens Brouck, genaamd “den Cuijpersbempt”, gelegen als
hiervoor staat. Het broek was verscheidene jaren “geinundeert”, maar nu wordt
het droger mits de rivier gereinigd is. De kosten voor de droogmaking lopen
hoog op, daarom dat ze beslist hebben om het goed samen met andere
deeleigenaars publiek te verkopen. ľ van het geld dat het opbrengt, zal aan de
minderjarigen ten goede komen die nood hebben aan kleding. De heer J. Van
Dormael van Diest wil kopen voor 21 guldens Brabants Luiks, maar er is eerst
toestemming vereist van de schepenen, daarom dit verzoek. Op 13.05.1768 geven
de schepenen hun toestemming. Ondertekend door secretaris Eustachius
Timmermans.
1768, 13 mei. Folio 76.
Hermans,
als gelastigde van Merten Ruijters woonachtig in Schuelen, legt een akte neer
voor hem gepasseerd op 14.04.1768, verzoekend realisatie en approbatie.
Akte.
De notaris, residerend in Herck, krijgt Jan Van der Eijcken, inwoner van
Schuelen, over de vloer. Hij verkoopt een stuk land gelegen op de Neerstraet
onder Schuelen, ongeveer 1,5 vat zaaiens groot, palend O. Marie Vliegen wed.
Matthijs Joors, W. Catharina Joors, N. Marten Ruijters u.n. Aldegon Vrancken en
Z. de kinderen van Geert Maris. Voor 150 guldens Brabants eens boven de lasten
koopt Marten Ruijters het goed. Jan Van der Eijcken heeft de generaliteit van
zijn goederen belast aan Aldegon Strauven wed. Jan Stappers van Schuelen met
200 guldens kapitaal. Voor de verlopen en onkosten ervan trekt de acceptant 25
guldens 15 stuivers van de koopsom af en hij moet dit kapitaal binnen 14 dagen
afleggen tot ontlasting van de overige goederen van Van der Eijcken. Nog
grondcijns en schattingen te betalen. Opgemaakt in het huis van schepen Machiel
Aerts in Lummen in aanwezigheid van Herman Vandereijcken en Jan Luijten, als
getuigen. Lijcoop een half aem bier. De oogst van het graan van dit jaar is voor
de verkoper gereserveerd, 5 stuivers godsgeld. Interpretatie onder
voorbehoud.
1768, 03 augustus. Folio 76v
Aldegon
Strauwen wed. Jan Stappaerts verklaart dat de voorgenoemde 200 guldens kapitaal
op panden van Jan Van der Eijcken aan haar werden afgelegd op 13.05.1768.
1768, 03 juni. Folio 78v
Henrick
Lekens releveert na de dood van zijn zwagerin Aldegondis Van Ubbel een dries
gelegen in Vurten onder Coursel (Koersel), grenzend joncker Heus O., de
broekstraat W., die Geijtelinge Z., het “molen goet” N. Het geldt 1 halster
“evi cheijns”. Voor schepenen Reijnders en Wouters.
1768, 04 juni. Folio
79r
Na
de dood van Peter Convens en Elisabeth Wouters releveert Peter Wouters als
momber van Brigida Convens: een perceel land gelegen onder Coorsel, genaamd “het
Kercken Block”, palend het begijntje Van de Weijer O., W. Arnoldus Beckers, Z.
Arnold Truijers, N. de Kercke Straet; een perceel broek genaamd “het Bouner”,
palend O. het H. Geest Goet, W. het broix genaamd S. Anna Brock, Z. Willem Put,
N. de beek.
1768, 10 juni. Folio 81r
Catharina
Mattijs, inwoonster van de binnen vrijhydt Lummen, verklaart aan de heer
Joannes Franciscus Van Dormael de helft van een perceel broek gelegen in de
gemeijn Seelbempden onder Schuelen op te dragen, ongeveer 4 sillen of een bonder
groot in het geheel. Het paalt den Swarten Gracht oft Kreffs Gracht N., Peeter
Aerts erfgenamen O., het Ruelens Broeck Z. De wederhelft competeert aan Francis
Lieffsoens erfgenamen in Herck, onverdeeld. Het transport gebeurt voor de som
van 265 = 0 Brabants Luiks in gouden en zilveren stukken.
1768, 10 juni. Folio 81v
De
heer Henricus Franciscus Van den Kerckhoff, oud-burgemeester van de stad Herck,
legt uit kracht van generale constitutie een akte neer gepasseerd voor notaris
H. Pijp binnen Hasselt residerend. Verzoekt realisatie en registratie.
Akte
van 13.05.1768. E.H. Joannes Conincx, pastoor van de stad Wustherck, en de heer
Henricus Franciscus Van den Kerckhoff, oud-borgemeester van die stad, mangelen.
De eerste aan de tweede: een perceel maijbampt genaamd “die Cleijne Roten”
gelegen onder Schuelen op die Coelherck, gelegen in zijn grachten. Hierin bezit
de graaf Van der Marck een sille of een derde deel onverdeeld. Het geheel paalt
de Coelherck Z., de weduwe van sr. Petrus Van de Laers Smout Bampt W., de
gemeyn Seelbempden N., de graaf voorschreven en de fondatie van de E.H.
kanunnik Eijben O. Het is een vrijbampt (Stallaert: vrebeemt: omheinde
beemd, moerassig weiland met afsluiting) en onbelast.
De
tweede comparant van zijn kant draagt tot behoef van de eerste huis, hof en
boomgaard op gelegen binnen Wustherck, genaamd “het Hoff”. Het paalt de
stadsvesten 1), de weduwe Hendrick Van Oppem 2), Henricus Morren 3), de weduwe
Joors 4) en Jan Cens 5) en de schuur en de stallingen van de tweede comparant
aan de 6de zijde. Hierlangs zal de 2de comparant zijn
uit- en invaart met kar en paard altijd hebben. De tweede comparant reserveert
zich bovendien een hoef erf achter de schuur, palend Martinus Lemmens, 28 vaten
breed tegen de boomgaard en 12 voeten lang van op de hoek van de schuur tot
tegen het buitenste van de schuurpoort en palend de voorschreven boomgaard en
de stadsvesten. Huis en boomgaard zijn enkel belast met “twee halve koije
keuren in Amoris Hof”, 2 capuijnen en niet meer dan 8 stuivers cijns in de Hof
van Gulick. Nog enkele kleine cijnsen in andere cijnshoven. Jaarlijks zal de
eerste comparant aan de tweede 64 guldens Brabants eens betalen. Hij kan deze
rente kwijten na de dood van de tweede comparant voor de som van 1600 gulden,
dadelijk of in 2 keer. Deze rente zal de eerste maal op half maart 1770 vallen.
Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van de notaris in de Lombaerd straet in
aanwezigheid van de getuigen jouffr. Elisabeth Conincx en Joanna Daggelet.
1768, 23 juni. Folio 85v
Verkoopcondities
van 16.02.1768 door Petrus Franciscus Convents (Zolder) en Elisabeth Convents
met hun minderjarige zusters en broer, kinderen van Lowies Convents x Anna
Mullens. Ze hebben octrooi bekomen voor de schepenen van Zolre en zullen
verkopen met hogen en uitgang van de brandende kaars. Ze verkopen een stuk land
“die Paelemans Hoeve”, 3 halsters zaaiens groot, onder Coursel gelegen, palend
Jan Gijbels O., de erfgenamen van Henrick Reijnders W., Jan Reijnders Z. en
Joannes C. Convents N. De goederen hebben ze bekomen via deling van de goederen
van zuster Anna Beckers, gewezen begijn in Diest.
Onmiddellijk
na de kaarsbranding zal de gichte geschieden en moet de totale koopsom met de
hogen voldaan worden in gangbare gouden en zilveren speciën. Eveneens dadelijk
te voldoen: alle rechtsonkosten zoals pontgelt, gichtgelt, kaarsbranding,
roepgelt 1 gulden, voor conditiegeld en kopie ervan 3 gulden, 5 stuivers
godtsgelt, een ton diesters bier lijcoop te consumeren ten huize van Peter Van
Ubbel nadat de palmslag zal gegeven zijn. Deze kosten korten niet aan de
koopsom. Het goed kan aangeslagen worden half oogst 1769. Dat jaar kan ook de
huurpacht van 9 halsters koren opgetrokken worden. De huur van dit jaar is nog
voor de verkopers. De condities werden voorgelezen in het huis van Peter Van
Ubbel in Coursel in aanwezigheid van Peter Van Ubbel en Henrick Reijnders, als
getuigen. Opgemaakt door notaris J. Nulens.
Op
dezelfde dag, 16.02.1768, bood Joannes Reijnders de som van 510 gulden Brabants
Luiks en kreeg ervoor de palmslag. Hierna bood hij nog 15 hogen bij. Getuigen:
Peeter Cops en Gaspar Smeedts.
22.03.1768,
na 3 voorgaande publicaties ad valvas ecclesiae (ut retulit s’heeren dienaer
Peeter Oriaens), werd voor de schepenen van Loons recht buiten vrijheid Wouters
en Reijnders de kaars ontstoken en wettelijk gebannen. Jan Comans hoogde de
oorspronkelijke koper met 5 hogen af, en Jan Reijnders, de originele koper,
deed er daarop nog 1 hoge bij, waarvoor het goed hem verbleef.
23.06.1768
werden deze bovenstaande koopcondities en akten ingebracht ter registratie en
realisatie.
Kopie
van het octrooi, verleend door de schepenen van Zolre tijdens hun genachte van
08.02.1768.
Jan
Mullens en Leonard Smeets, respectievelijke oom en stiefvader van de 3 minderjarige
kinderen van Lowies
Convents
en Anna Mullens – de 20-jarige Jan Michiel, Marie Gertruijd 16 jaar, Ida
Convents 13 jaar – verschijnen voor de schepenbank. Ze verklaren dat de onlangs
gehuwde Peeter Francis Convents en zijn 25-jarige zuster Elisabeth Convents,
beiden eveneens kinderen van het voorschreven echtpaar, hun deel in een stuk
land in Koersel omtrent de kerk gelegen willen verkopen. Het goed is deze 5
kinderen aangestorven na de dood van zuster Gertruijd Beckers, hun
overmoeije, gewezen begijn in Diest. Zo’n klein stuk is moeilijk deelbaar,
daarom verzoeken de mombers om het goed in het geheel te mogen verkopen. De
opbrengst zullen ze herbeleggen.
De
schepenen gaan akkoord, mits de oudste kinderen mee verkopen en er rekening
wordt afgelegd. Ondertekend door H. Lekens, secretaris.
1768,
23 juni. Folio 88v
Condities
volgens welke Hubertus Jans, volgens gerealiseerd en geapprobeerd testament op
25.02.1768 voor de schepenen van Lummen ten Brabants recht buiten vrijheid, op
heden 11.05.1768, na voorgaand kerkengebod publiek met hogen en uitgaan van de
brandende kaars aan de meestbiedende zal verkopen een torfbempt omtrent “den
Loosenbempt Wijer” onder Coursel gelegen. Hij paalt Henrick Slegers O., Andreas
Sroijen W., s’heeren aerdt Z., de beek N. Onbelast, tenzij met schattingen en
cijns. Het kan aangeslagen worden “kersmisse” aanstaande. Nadat de
gerechtdienaar het goed heeft opgeroepen, zal aan de meestbiedende bij
“eenmael, andermael, derdemael” worden toegeslagen. Daarna zal het op de gewoonlijke
plaats worden geproclameerd “van veerthien daghen tot drijmael vierthien
daghen”. Op de eerstvolgende genachtendag daarna zal de kaars over dit goed
worden ontstoken en wettelijk gebannen. Dadelijk na de kaarsbranding volgt de
gichte en dient de koopsom, met de hogen (van 2 gulden, te verdelen tussen
hoger en verkoper naar oude usantie) betaald te worden, evenals de kosten zoals
o.a. 5 gulden lijcoop. De verkoper garandeert dat het goed niet belast is en
reserveert zich “die blaeinge” van de bempt voor dit jaar tot Kerstmis toe en
hij mag er nog op torven zoals afgepaald is (namelijk 13 voeten breed). Hij
moet de schattingen van 1768 daarvan dan ook nog betalen.
Opgemaakt
in het huis van Gaspar Smeetds in Coursel in aanwezigheid van Gaspar Smeets en
Peeter Dries, getuigen. Attestor J. Nulens, notaris.
11.05.1768,
Anthoon van Herck krijgt van Hubertus Jans de palmslag voor 330 guldens
Brabants Luiks. Hij stelt nog 5 hogen. In het huis van Gaspar Smeets in
aanwezigheid van de getuigen Peeter Dries en Gaspar Smeedts.
25.05.1768
werd de voorgaande conditie, na voorgaande affixe ad valvas en publicatie van
gerechtsdienaar Peeter Oriaens, publiekelijk voorgelezen in het huis van Gaspar
Smeetds in Coursel in aanwezigheid van de getuigen Gaspar Smeedts en Hendrick
Smeedts, getuigen.
08.06.1768,
opnieuw voorgelezen, zelfde getuigen. De kaars werd ontstoken en wettelijk
gebannen. De koop verbleef aan Van Herck.
De
bovenstaande akten werden op 23.06.1768 ingebracht ter realisatie.
1768, 30 juni. Folio 92r
Joannes
Stappers “Renier sone”, inwoner van Schuelen, verkoopt met toestemming van zijn
echtgenote gedaan in handen van schepen J. de la Croix aan Lenaert Van
Swartenbroeck, eveneens inwoner van Schuelen, een perceel land gelegen onder
Schulen, rondom in zijn houtkanten gelegen genaamd “de Mier”. Het paalt de
edele heer de Libotton O., die Mierstege of Matthues Schuermans erfgenamen Z.,
Marie Spex W., de heer Joannes Hussen N. Verkocht voor100 guldens Brabants
Luiks eens boven de uitgaande lasten. Koopsom ontvangen. Last: 300 gulden
Brabants Luiks kapitaal, jaarlijks 12 gulden, aan dezelfde Lenaert Van
Swartenbroeck volgens acte geregistreerd voor deze schepenbank op 27.11
laatstleden. Verder enkel belast met gemene dorpslasten en cijns, niet kortend.
Registratie
van een handschrift van Joannes Stappers waaruit blijkt dat hij op 16.06.1768
de koopsom van het voorschreven land ontving.
1768, 05 juli. Folio 93r
Michiel
Cauberghs verkoopt met toestemming van zijn echtgenote Aldegonde Geerts een
perceel broek in ‘t Oversel onder Koersel voor 300 guldens Brabants Luiks, een
“faelie” en andere waren voor samen 25 guldens voor verkopers huisvrouw. Het
perceel broek is belast met 2 guldens aan “den beneficie brief tot Coorsel”,
met 100 guldens aan de erfgenamen van Peeter Jans, met schattingen en cijns.
Koopsom werd voldaan. Het broek paalt O. de erfgenamen Aert Beckers, W. de
erfgenamen Jan Didden, N. de beek, Z. s’heeren aerdt. Lijcoop 8 guldens,
godtspenning 5 stuivers aan de kerk van Coorsel.
Jan
Rijnders, onsen confreer.
1768,
07 juli. Folio 93r
De
heer M.G. Van der Borgh, secretaris van de Brabantse justitie van Lummen, in de
naam van de heer Joannes Franciscus Van Dormael, legt een akte neer beschreven
door J. Kips, commissaris van de stad Wustherck, op 26.04 laatstleden. Hij
verlangt de realisatie en registratie.
Akte.
Gerard Swerts met zijn toestemmende echtgenote Elisabeth Vinnens, en Peeter
Vinnens, inwoner van Linckhaut, transporteren en dragen op twee derde delen in
een sille genaamd “het Goffensbroeck”. Het resterende derdedeel behoort toe aan
het weeskind Gilis Vinnens, zoon van Gilis Vinnens. Het broek paalt Andries
Smets W., de “kercke sille” van Linckhaut N., Joannes Van Schoonbeeck en
consorten O., de oude Herck Z. Verkopen nog 5/6 delen in een sille “den Popelaer”,
onder Schuelen gelegen. Het resterende 1/6 behoort toe aan het voorschreven
weeskind. De sille paalt “den grooten popelier” O., Michael Jans en Gertruijd
Jacobs Z., Arn. Wilsens van Herck W. Verkocht aan Joannes Franciscus Van
Dormael, in wiens naam Francis Ramaekers als geconstitueerde aanwezig is en
handelt. Verkocht voor 120 guldens Brabants Luiks eens in specie van gaude
carolinen, schrijfgeld inbegrepen. Onbelast, tenzij met een kleine cijns.
Lijcoop een half ton bier. Akte opgemaakt in het woonhuis van de commissaris in
Herck in aanwezigheid van de getuigen Pet. Schepers en Marg. Mommen. In de
marge: “siet naderschap 20 april 1769”.
1768, 13 juli. Folio 94v
“Conditie
proclamatoriael” volgens welke Matthias Slegers, met toestemming van zijn
aanwezige echtgenote met haar twee voorkinderen Jan en Marie Elisabeth
Mighiels, op heden 28.06.1768 na voorgaand kerkegebod publiek met hogen en
uitgang van de brandende kaars aan de meestbiedende zullen verkopen een stuk
land in Stal onder Coursel gelegen. Het paalt Jan Munters O., s’heerenstraet
W., Jan Cannaerts Z., Mathias Gielen N. Het is onbelast, tenzij met cijns en
schattingen. Aanslaan half oogst 1768.
Dienaar
Peeter Oriaens zal het stuk land oproepen en het kan aan de meestbiedende bij
“eenmael, andermael, derdemael” worden toegeslagen. Daarna wordt het nog 2
“consecutieve” zondagen geproclameerd. Daarna wordt de kaars ontstoken op de
eerstvolgende genachtendag. Na bannen door de schepenen wordt het toegewezen
bij uitgang van de kaars.
De
verkoper reserveert zich de korenpacht van dit jaar en een dorre “strunck” op
het goed. Het goed is onbelast, met uitzondering van cijns en schattingen.
De
minderjarige kinderen van Marie Convents, Jan en Marie Elisabeth Mighiels,
zullen deze verkoop voor goed houden en “renuncierende aen henne
minnorenniteijt”. Vermits zij minderjarig zijn en kinderen uit dit gezin,
hebben zij om deze akte van verkoop “te roboreeren in mijns notaris handen gepresteert
den eedt de non contraveniendo, super quibus”.
De
eventuele koper moet als lijcoop 12 guldens geven om te verbruiken ten huize
Joannes Munters na de palmslag, 1 gulden roepgeld, 3 gulden conditiegeld en de
kopie ervan, gichtgeld, kaarsbranding en alle kosten van deze verkoop.
Bovendien moet de koper een pistole geven tot een kermis aan verkopers
huisvrouw. Als deze kosten zijn niet kortend aan de koopsom.
Deze
condities werden voorgelezen in het huis van Joannes Munters in Stal onder
Coursel in aanwezigheid van de getuigen Joannes Munters en magister P. Francis
Convents en ondertekend door de verkoper met zijn vrouw Marie Convents en haar
twee kinderen. Jan Mighiels is 20 jaar oud, Marie Elisabeth Mighiels 16 jaar.
Notaris J. Nulens.
Paulus
Lemmens biedt 705 gulden Brabants Luiks, waarop hem door verkoper Matthias
Slegers de palmslag wordt gegeven. Lemmens zet 30 hogen. Zelfde getuigen.
Op
13 juli.1768 werd door de Loonse schepenen van buiten vrijheid Reijnders en
Wauters de kaars over deze verkoop gebannen en hij verbleef aan de originele
koper.
1768, 19 juli. Folio 97r
Gichten
na de bovenstaande openbare verkoop van land onder Stal in Koersel door Mathias
Slegers voor de voorkinderen van zijn vrouw Marie Convents. De kinderen zijn
Jan en Marie Elisabeth Mighiels. Verkocht aan Paulus Lemmens voor 705 gulden en
30 hogen en 14 gulden lijcoop boven de onkosten. Op de som van 735 gulden is
ontvangen de som van 540 gulden en 15 gulden voor een kermis voor verkopers
huisvrouw. De resterende 195 gulden blijven aan het goed staan tot profijt van
de voorkinderen van Marie Convents verwekt met Vincent Mighiels. Paulus zal
hiervoor jaarlijks 6 gulden Brabants Luiks intrest betalen, voor het eerst op
19.07.1769.
Het
goed wordt op dezelfde dag vernaderd door Daniel Convents. Lemmens admitteert
hem in handen van schepen Wauters tot naderschap.
1768, 21 juli. Folio 97v
De heer L. M. Hermans releveert als gelastigde en in
de naam van de heer Joannes Van Kerckhoff man en momber van Marie Elisabeth Van
Ham, Joannes Van Langenaker man en momber van Theresia Margareta Van Ham,
Paulus Anthonius man en momber van Joanna Van Ham en Leonard de Weert als man
en momber van Marie Catharien Van Ham, alle goederen die hen zijn aangekomen na
de dood van hun ouders en schoonouders Sebastiaen van Ham en N. Craijbeeck: een
bempt gelegen in de Seelbempden onder Schulen ongeveer 8 roeden groot, palend
“den Habbeeckerdeijck” W., het gasthuis van Herck O., dr. Petrus Plugers
en consorten N., sr. Henric Conincx van Hasselt Z.
“Marie Bamps, heer Joannes van Kerckhof, Joannes
Langenaker, Paulus Anthonius, Lenaert de Weert”: staat hier zonder commentaar
onderaan.
1768, 21 juli. Folio 98r
Sr.
Lamb. Matt. Hermans, in de naam van Jan Maris en Elisabeth Maris, legt een
notariële akte neer door hemzelf beschreven op 10.07 laatstleden. Hij verzoekt
de realisatie.
Akte.
Jan Maris en zijn zuster Elisabeth, inwoners van Oppum, verschenen bij de
notaris, in Herck residerend. Ze kopen de bempt in Schulen, die hierboven
gereleveerd werd.
De
heer Joannes Van den Kerckhoff, oudburgemeester en secretaris van de stad
Herck, treedt op met toestemming en assistentie van zijn vrouw jouf. Marie
Elisabeth Van Ham, naast zijn zwagerin Marie Bamps weduwe van sr. Sebastiaen
van Ham voor de tocht die ze hierbij afstaat, met Joannes Van Langenaker als
man en momber van zijn toestemmende vrouw Therese Margareta van Ham, van Paulus
Anthonius als man en momber van zijn instemmende vrouw Joanna van Ham en van
Leonardus de Weert als man en momber van Marie Catharina Van Ham. Deze laatste
geeft schriftelijke instemming. Haar oom Joannes Van den Kerckhoff erkent het
handschrift. Al de vorigen zijn kinderen van wijlen sr. Sebastiaen Van Ham en
van Marie Bamps voorschreven; zij hebben de eigendom. Ze verkopen volgens
condities genoteerd door dezelfde notaris op 06.07. Ze verkopen de bempt in de
Seelbempden onder Schulen, 8 roeden groot. Ze weten niet of hij “vree oft
gemeijn bempt is”. De bempt heeft zijn vaart langs de Halbeecker Deijck door
“die Brouck Steege” uit. Hij paalt de Halbeecker deijck W., het gasthuis van
Herck O., sr. Plugers en consorten N., de Haver Bempt van sr. Conincx van
Hasselt Z. Ze verkopen tot behoef van Jan Maris en van zijn zuster Elisabeth,
inwoners van Oppum onder de stad Herck, voor de som van 460 guldens Brabants
eens. Koopsom werd betaald. Geen lasten, tenzij cijns aan graaf de la Marck van
Lummen en dorpsschattingen. Lijcoop 3 guldens. Opgemaakt in het huis van
secretaris van de Kerckhof binnen Herck in aanwezigheid van de getuigen sr.
Henricus Van de Kerckhof en Margareta Surinx door notaris L. M. Hermans.
1768, 21 juli. Folio 99v
De
heer meier de Borman, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële
akte neer beschreven door P. Wintmolders op 19.07.1719 betreffende het
transport van een rente van 2 guldens uit een grotere rente van 6 guldens
jaarlijks door Merten Graulus (Graulws) ten behoef van sr. Andreas Reemans. Hij
verzoekt realisatie en registratie.
Akte.
Bij de notaris, residerend in Herck, verscheen Marten Grauls. Hij droeg 2
gulden op uit een rente van 6 guldens Brabants, zoals hij jaarlijks trok op 4
vat land gelegen onder Schuelen. Het land paalt de Konincxwijers 1), de heer
advocaet Neven 2), de erfgenamen N. Creten 3). Verder verkocht hij nog het
koren “staende uijtgewassen” op 4 vat land gelegen omtrent zijn huis onder
Oppum. Hij verkocht aan sr. Andreas Reemans van Hasselt, die het accepteerde
als betaling voor “die achterstellingen oft retardaten” van een rente van 19
gulden en 10 stuivers Brabants jaarlijks zoals Reemans trekt op de panden van
de opdrager. De betaling van deze rente is 188 gulden ten achter. De opdrager,
of zijn erfgenamen, reserveert zich als hij aan de acceptant de kapitale som
van deze rente van 2 gulden zal neertellen, de som van 40 gulden. De acceptant zal
gehouden zijn om de rente te laten volgen tot profijt van degene die de gemelde
som tellen zal. De opdrager moet het koren zo snel mogelijk dorsen en in
Hasselt afleveren om te verkopen. De opbrengst ervan moet hij neertellen aan de
acceptant “tot extinctie voor soo veel van die voorgeroerde retardaten”. De
rente van 2 gulden vallend St.-Andriesmisse van dit jaar zal tot profijt van
Reemants zijn. Opgemaakt in het huis van borgemeester Arnold Wintmolders in
diens aanwezigheid en in die van Peeter van Millen.
1768, 21 juli. Folio 101r
Meier
de Borman releveert in de naam van sr. Briers, borger van de stad Hasselt, na
de dood van sr. Andreas Reemans een rente van 2 gulden Brabants Luiks
geaffecteerd op 3 vaten land gelegen in Schuelen op de Stap, palend die Coninx
vijvers N., de straat O., Lambert Lambreghts Z. De rente is afgekomen van
Paulus Vrancken en consorten, nu bij koop sr. Joseph de la Croix, zoals Reemans
verkregen had tegen Merten Grauls volgens akte ervan hier vandaag gerealiseerd.
1768, in september. Folio
101v
Relief
voor Joannes Henricus Truijens van de goederen van zijn ouders Arnold Truyens
en Marie Anna Beckers zaliger. De huishof paalt O. s’ heerenstraet, W. zijn
eigen erf, Z. Jaspar Knaep, N. sr. Windelen, cijns 2 – 6 – met Jaspar Knaep;
het Veurthens Brouck, palend O. Geert van Lauw, W. de weduwe Joan Claes, Z. de
Winter beeck, N. de Aldebeeck met Jan Claes, cijns 1 st – iij – oort; het
Winninghe Landt palend O. zijn eigen erf, W. Geert van Lauw, Z. Jaspar
Reijnders, N. Adriaen Peeten, 1 stuiver; de opheldinghe voor het Winninghe Lant
1 oort met Gerard van Lauw; het edtbrouck aan de Bredonck, palend O. de Water
Straet, W. en N. Catharina Witters, Z. de Breedonck, cijns 2 stuivers; “het
Lanckhoudt” met Van Postel, palend O. de wed. van Postel, W. Peeter Dries, Z.
de weduwe Arnol Truijens, N. Piro Wouters, cijns 1 stuiver 3 oort met Van
Postel; “het Torffbrouck”, palend O. Cornelis Cauwberghs, W. de weduwe Henric
Gijbels, Z. s’heeren straet, N. de Aldebeeck, 7 oorden cijns.
1768, 21 september. Folio
102r
Relief
door Aerdt Van de Wijer, Matteus Van de Wyer en Maria Anna Van de Wijer na het
overlijden van hun ouders Jan Van de Wijer en Cecilia Beckers: een stuk land in
Stal gelegen (Koersel), genaamd “het Neerbloock”. Het paalt Tijs Gilen en Jan
Cannaerts O., de weduwe Hend. Geers N., de wed. Joseph Beckers O., de straat
Z.; “het Boven Broeck”, palend Blasius Knaep O., de erfgenamen Marie Knaep Z.,
“de Scheebemden” W., Peer van de Wijer N.; “het Nieuwgoet” in Stal, palend
s’heeren Aert rondom; 2 “bermekens” waarvan de helft hun toebehoort, palend
Jacob Thunis O., de Aldebeeck Z., heer Windelen W., Hend. Geers N.
1768, 21 september. Folio
102v
Henrick
Convents, Peer Convents, Catharina Convents erfgenamen releveren na het
overlijden van Cecilia Beckers x Laurens Convents twee bemden waarvan de helft
aan hen toebehoort, regenoten als hierboven; hun deel in het “Nieuwgoet”,
palend zoals hiervoor.
1768, 22 september. Folio
102v
Anna
Catharina Brouckaers wed. van Jan Cox, wonend in de Berse straet onder Schulen
legt uit kracht van generale constitutie een verkoopakte neer gepasseerd voor
notaris Petrus Adr. Ridderbeeck binnen Hasselt residerend.
In
de akte van 08.10.1767 zien we dat Petrus Pollarus van Schulen met zijn
echtgenote Anna Marie Heusdens persoonlijk verschenen bij de notaris in
Hasselt. Ze verkochten aan Anne Catrien Brouckars weduwe van Jan Cox een sille
broek gelegen op de Geijskens Hoven onder Schuelen, onbelast. Pollaris had het
via mangeling verkregen van Henricus Roelants. Het paalt de edele heer de
Heusch 1) en de acceptante aan de 2e, 3e en 4e
zijde. Verkocht voor 100 gulden Brabants Luiks eens, betaald in zilvergeld.
Getuigen:
E.H. Joannes Lud. Knapen en Marie Barbara Knaepen.
1768, 22 september. Folio
103v
Deling
door de kinderen van Joannes Kolen x Anna Pouls, beiden zaliger. Het gaat om
Andries, Joris, Jan en Helena Colen, meerderjarige jonge dochter.
22.09.1768,
voor de schepenen van het land Lummen ten Loons recht buiten vrijheid
verschenen Andries Colen, Joris Colen, Jan Colen en Helene Colen, die
verklaarden minnelijk de door hun ouders nagelaten goederen gedeeld te hebben.
De
goederen werden door wijze mannen in 4 kavels verdeeld als volgt.
Kavel
1: een
sille bempt gelegen onder Schuelen in een groter perceel genaamd “het Roost”.
Hiervan hebben Lambert Lambrechts, Agatha Van Kosen en Jan Hoens de andere
delen onverdeeld. Het geheel paalt de straat O., Billemans Sille W., N. het
“Kuerken”, de heer Roelants Z. Onbelast tenzij 1 ort grondcijns. Het viel bij
kavel toe aan Joris Kolen.
Kavel
2: de derde
part in het huis en hof in Schuelen gelegen, palend de Neerstraet Z., de
broeckstraet W., Jan Pouls of het begijnhof van Diest O. en N. Deze kavel is
belast met 30 stuivers jaarlijks in 4 – 10 – 0 (4 gulden 10 stuivers) aan de
heer de Libotong en 5 stuivers grondcijns. Dit viel aan Andries Kolen. Hij moet
jaarlijks het derde deel van de last dragen.
Kavel
3: het
tweede derde part in het voorschreven huis en hof, met dezelfde lasten viel aan
Jan Kolen.
Kavel
4: het resterende
derde part in het huis en hof, met dezelfde lasten, gevallen aan Helena Kolen.
Daarna
verkopen Helena en Joannes Kolen elk hun derde deel in het voorschreven huis en
hof in Schuelen tot behoef van Andries Kolen voor 136 guldens boven de last.
Lijcoop 32 stuivers, godsgeld 1 stuiver.
1768, 06 oktober. Folio 105r
Arnoldus
Hijrmans verklaart een perceel land in Schuelen gelegen verkocht te hebben,
palend de edele heer baron van Louij O., Aldegon Jans Z., Jan Hendrickx W., de
Veldtstege N. Verkocht aan Gerardus Renodt voor 104 guldens Brabants Luiks
boven lasten. Deze zijn: 5 guldens jaarlijks aan de weduwe van Jan Cox en haar
consorten. Lijcoop 8 stuivers. Betaald in 2 carlienen en voorts croonen.
Op
1 december bekent Gerard Renot de naderschap van deze koop aan Jan Luijten
Aerden zoon.
1768,
20 oktober. Folio 108r
Arnold
Baerts, inwoner van Schuelen, legt uit kracht van generale constitutie een
notariële akte neer beschreven door Theod. Pijp op 20.09 laatstleden, verzoekend
realisatie en approbatie, nadat ze octrooi hebben verleend aan Agatha Van
Cosen.
Akte.
De notaris, residerend in Hasselt, ontvangt Lambert Lambrechts, Joris Colen en
Agatha Van Cosen wed. van Arnold Van der Eijcken, allen woonachtig in Schuelen.
Ze verkopen tot behoef van de oud-burgemeester Stellingewerff, namens de heer
Henricus Stellingewerf, “colonel ten dienste van sijne catholijke majestijt den
koning van Spanien” 3 sillen uit 5 sillen bampt genaamd “het Roost” – vrebampt
– gelegen onder Schuelen. Het geheel is enkel met 4 oorden cijns belast. De
gehele bampt paalt de straat 1), de wed. van oud-burgemeester Roelants 2),
Lambert Lambrechts 3), de zusters van Hasselt en de Laeck 4). Verkocht voor 360
guldens, waarvan elke verkoper zijn deel uit handen van de koper heeft
ontvangen. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de weduwe van de heer
oudburgemeester Joannes Franciscus Stellingwerff in aanwezigheid van de
getuigen: dezelfde weduwe en Arnoldus Baerts.
Octrooi.
Verzoek
gericht aan de schepenen van het land Lummen “ten Loonschen reghte buijten
vrijhijt” door Agatha Van Cosen weduwe van Arnold Van der Eijcken. Ze verzoekt
om een sille broek in 5 sillen vrebempt onder Schuelen gelegen genaamd “het
Roost”, dat ze in tocht bezit na het overlijden van haar man, te mogen
verkopen. Het broek is vele jaren “overwatert geweest”, zonder dat er enig
voordeel van kon gehaald worden “ende dat alle bempden tot die ruijminge der
rivieren bij provisie par sille belast sijn, worden te betalen 15 guldens
Brabants Luiks”. Om deze kosten te voorkomen heeft ze met 2 andere eigenaars
van de bempt hun deel verkocht via publieke verkoop aan de heer Henricus
Stellingwerff, colonel in dienst van de koning van Spanien. Omdat de verkoop,
wegens de minderjarigheid van hun kind, slechts wettig kan geschieden met
toestemming van de schepenbank, richt ze het verzoek tot hen.
De
schepenen hoorden advies van Henric Van Cosen, de broer van de suppliante, en
geven hun akkoord. Het geld moet herbelegd worden. Actum 26.10.1768, getekend
Eust. Timmermans, secretaris.
1768, 20 oktober. Folio 110r
Relief
door de erfgenamen van Nicolaus Josephus de Borman, in zijn leven meier van het
land Lummen ten Loons recht, en van zijn vrouw jof. Swijsen, hun ouders. De
erentfesten heer Henricus de Borman, in beide rechten licentiaat en advocaat,
releveert voor zichzelf en als gelastigde van de overige kinderen: J. Renerus
de Borman, meier van het land Lummen ten Loons recht, E.H. Josephus de Borman
“onder plebaen van Ste Gudula tot Brussel”, de heer M. G. Broeckmans man en
momber van jouffr. Hedwigis Isabella de Borman, jouffr. Lambertina de Borman en
jouffr. Eleonora de Borman. Het gaat om de helft van een perceel broek genaamd
“den Scraenen Bempt”, gelegen onder Schuelen omtrent het Heulken. De wederhelft
behoort pro indivisio aan de erentfesten heer advocaat de Malsen met zijn heer
broeder de Malsen en zijn zuster jouf. Catherine de Malsen. Het paalt de Kleijn
Herck met de Steen Wegh N., Francis Ramakers of de Kleijn Herck O., Henrick de
Veu erfgenamen Z., de Grote Herck en de wed. Joannes Lemmens W.
1768, 24 oktober. Folio 110v
De erentfesten heer Henricus de Borman legt in de
naam van de heer Gerardus Hubertus Briers een notariële akte neer van
21.10.1768, van notaris H. Pijp van Hasselt. Verzoekt de approbatie en gichte.
Akte. De Heer Henricus de Borman in beide rechten
licentiaat en advocaat, voor zichzelf en als geconstitueerde van de heer
Broeckmans en zijn vrouw Isabella de Borman, van jouf. Lambertina de Borman,
van Jouf. Leonora de Borman en van J. Renerus de Borman, meier van het land
Lummen, en voor zijn broer de E.H. Josephus de Borman, “canoninck ende
onderplebaen van Ste Gudula tot Brusselt” verkoopt tot behoef van de heer
Gerardus Hubertus Briers de hierboven beschreven onverdeelde helft van een
bempt. Deze bempt is belast met 20 guldens jaarlijks – kapitaal 500 guldens –
aan sr. Joannes Hussen en met de helft van 18 stuivers jaarlijks aan het
gasthuis van Wuestherck. De koopsom van 600 gulden (boven de lasten) werd
neergeteld in de presentie van de notaris en getuigen Gertruijd Bastiaens en
Marie Joseph Fastré.
Akte van constitutie d.d. 19.10.1768.
1768, 25 oktober. Folio 115r
Machiel
Claes is overleden. Hij laat de kinderen Peter en Marie Claes achter die een
stuk land onder Koersel verheffen, genaamd “de Leelen”, palend Gerard Van Houdt
O., Willem Witters W., het pastorijegoed Z., Mighiel Caubergs N.; een stuk land
op het Grootvelt in Coursel gelegen, palend Jan Jacobs O., Jan Reijnders
schepen W., Joseph Van Hamel Z. en Jesper Smets N.; een stuk land in Vurten
onder Corsel gelegen, palend Henrick Lekens O., “het Molenstratien” W., Willem
Witters Z. en de begijn Noops N.; een perceel land in Vurten “in die straete”
gelegen, grenzend aan Jan Van de Bergh O. en W., ’s heeren straet Z. en Marie
Witters N.; een rishoeve op den Hooghen Bos gelegen, palend Jacob Dillen O.,
Jan Reijnders schepene W., het Hechtels Brouck N.
1768, 26 oktober. Folio 115v
Arnold
Witters x Marilyn Scrangen zijn overleden. Relief van hun goederen door hun
kinderen Matthijs, Jan en Maria Anna Witters: een perceel land onder Coursel,
palend W. “sijns selfs erffve”, de straat in 2 zijden; een perceel broek in “’t
Heijken Broeck” gelegen, grenzend O. Vaes Vaesen, W. de erfgenamen Henricus
Beckers, Z. Coubus Diullem, N. de Winterbeeck.
1768, 17 november. Folio
119r
Mathus
Opree verklaart aan Jan Luijten een jaarlijkse rente van 2 guldens 10 stuivers
verkocht te hebben op een stuk land in Schuelen opt Schuermans Eijnde, palend
de straat O., Marie Lambrechts wed. Francis Van der Eijcken Z., sr. De la Croix
W., Jan Van Cosen erfgenamen en Jan Jaers erfgenamen N. Dit pand behoort toe
aan Cornelis Govaers van Stevoort en ligt in Schuelen. Verkocht voor 45
guldens. Jan Luijten werd in deze rente gegicht.
1768, 28 november. Folio
119v
Agatha
Van Cosen en Hendrick Van Cosen releveren na de dood van hun ouders Jan Van
Cosen en Ida Meles: huis en hof in Schuelen op het Schuermans Eijnde, palend
Jan Jaers W., de straat O., Cornelis Govaerts Z.; een perceel groot 2 vat,
palend de straat O., adv. Hielt(!) erfgenamen Z., Hussen en Jan Fredrix
erfgenamen W., Renier Le Clair N.; een perceel broek genaamd “’t Roest”.
1768, 01 december. Folio
120r
Akte
van notaris L. M. Hermans residerend binnen de stad Herck van 14.06.1767. Guilliam
Roosen en Jan Roosen, broers wonend in Heusden, verklaren verkocht te hebben al
hun actie, recht of gerechtigheid die ze hebben of kunnen hebben in 3 sillen
bempts gelegen onder Schuelen, “wesende gemeijn ende genaemt den Rattenhoeck”.
De bempt paalt den Swarten Graght N., “den Creft Graght” Z., secretaris
Timmermans en consorten W., de commandeur van Bernissem O. Ze verkochten aan
Marten Pulinx voor 115 gulden Brabants eens. Het geld werd betaald. Er staan
geen lasten op het goed, met uitzondering van grondcijns en dorpslasten.
Opgemaakt in het huis van Marten Audebroux onder Schuelen, genaamd “het
Voorsten Hulken” in aanwezigheid van de getuigen Joannes Landeloos en Joseph
Ringer. Lijcoop 2 stoopen bier.
Op
1 december legt Pulinx deze akte voor ter realisatie en approbatie.
1768, 01 december. Folio
121r
Akte
van notaris Dionisius De Winghe residerend binnen Hasselt van 04.11.1768.
Guilliam en Jan Roosen, broers wonend in Heusden, verklaren al hun actie, recht
en gerechtigheid verkocht te hebben van ongeveer een bonder broek gelegen op de
Seelbempden onder Schuelen. Het paalt de Capeldijck in 2 zijden Z. en W., de
abdij van Averbode O. en Willem Maris, de heer Hen. Coninx N. Verkocht aan
Martinus Pulinx voor 300 gulden Brabants Luiks boven 3 guldens lijcoop.
Getuigen: Jouf. Joanna Marie Vaes en de heer Jacobus Roelants.
1768, 14 december. Folio
122v
Henrick
Neijs heeft bekend met toestemming van zijn vrouw Aldegond Witters, volgens
stipulatie hierover gedaan in handen van de notaris, een schanshuis met annexe
grond verkocht te hebben aan Peter Convents. Het huis ligt op de Vurtensche
schans onder Coursel, palend die schansvest O., de steenweg W., de erfgenamen
van Willem Noops en de erfgenamen van Wouter Swerts Z.; een hofke voor de
schans van Vurten gelegen, palend de erfgenamen Jan Claes O., de straat Z. en
W., de schansvest N. Het is niet belast tenzij met grondcijns. Verkocht voor
160 guldens Brabants Luiks en 15 guldens tot een kermis voor verkopers
huisvrouw, een gulden lijcoop en 5 stuivers godsgeld. Aan te slaan half maart
1769, maar koper en verkoper zullen het samen bezitten tot half maart 1770.
Akte opgemaakt in het huis van de notaris J. Nulens in Vurten in aanwezigheid
van Aegidius Schepers en Joanna Gertrudis Convents, als getuigen. Notaris
Nulens bracht deze akte op 17.12 binnen ter realisatie en registratie.
1769, 05 januari. Folio 123v
Arnold
Hermans verklaart zijn deel in een hoeve gelegen in Stal onder Coursel verkocht
te hebben. De hoeve paalt Aert Van de Wijer cum suis O., de andere zijden aan
s’ heeren aert. Verkocht aan Jaspar Convents, zijn vader Peer Convents present
voor zijn zoon Jaspar, voor 15 guldens Brabants Luiks.
1769, 05 januari. Folio 124r
Henrick
Convents verklaart zijn deel in de voorschreven hoeve verkocht te hebben aan
Jan Hermans voor 20 guldens.
1769, 12 januari. Folio 124v
Joannes
en Libertus Vernijns en Ida Vernijns releveren de goederen die hen zijn
aangestorven na de dood van Guilhelmus Vernijens en Maria Henrickx hun beide
ouders: een perceel land in Schuelen gelegen, genaamd “het Heufken” omtrent de
Stapstraat gelegen. Palend O. de heer Roelants, W. Libertus Maris n.u. en Z., de Tappestraet N.; een half bonder
vrebroeck gelegen omtrent de Lanckdoncken genaamd vulgo Peter Thielens
Weijcken, palend de Langedonck Straet Z., O. Libertus Maeris halfbonder met
zijn wederhelft, N. “die Uijtbemden” van sr. Petri Van de Laer, W. Jan Weijens.
1769, 12 januari. Folio 125v
Merten
Pulinx, in de naam van de heer Jacobus Roelants koopman van Hasselt, en uit
kracht van generale constitutie legt een notariële akte neer beschreven door H.
B. Custijns op 13.12.1768. Hij verzoekt realisatie en registratie.
Akte.
De notaris resideert binnen de stad Hasselt. Martinus Pulinx en zijn echtgenote
Anna Catharina Bourghs, die laudeert, verkopen een boender gemeijn broek
gelegen onder Schuelen op de Zeelbempt genaamd “het Bonder”. Het paalt “den
Cappeldeijck” Z. en W. in 2 zijden, de abdij van Averbode O. en de heer Hen.
Coninx N. Ze verkopen tot behoef van de heer Jacobus Roelants voor 500 guldens
eens. De koopsom werd betaald. Het goed is onbelast, op de grondcijns na.
Getuigen: Franciscus Jordens en Maria Thijs.
1769, 12 januari. Folio 126v
Martinus
Pulinx in de naam van de heer Jacobus Roelants en uit kracht van generale
constitutie, legt voor meier en schepenen van het land Lummen ten Loons recht
buiten vrijheid een notariële akte voor gepasseerd in Hasselt voor notaris H.
B. Custijns op 13.12.1768. Hij verzoekt realisatie en registratie.
Akte.
Martinus Pulinx en zijn vrouw Anna Catharina Bourghs, toestemmend, verkopen de
helft van een perceel broek genaamd “den Rattenhoeck” gelegen onder Schuelen, 2
sillen groot. Het paalt den Swerten Graght N. en Creest Gracht, de heer
secretaris Timmermans en consorten W., de commandeur van Bernissem O. Ze
verkopen tot behoef van de heer Jacobus Roelants voor 135 guldens. Martinus
Pulinx verklaart dat hij de andere helft van de bampt voorschreven gekocht
heeft met “het gelt van den heer acceptant van Guilliam ende Joannes Roesen” op
14.06.1767, volgens akte gepasseerd voor notaris Hermans voor 115 guldens.
Onbelast, tenzij met grondcijns. Getuigen: sr. Franciscus Jordens en Marie
Thijs.
1769, 13 januari. Folio 127v
Jan
Luijten Aerdens zoon, inwoner van Schuelen, belooft de toestemming van zijn
tegenwoordige huisvrouw in te brengen. Hij heeft uit handen van de E.H. J. P.
Timmermans, pastoor van deze parochie, de som van 150 guldens Brabants Luiks
ontvangen. Dit geld had de pastoor in bewaring vanwege de kerk van Lummen. Voor
deze som zal Luijten jaarlijks 3,10 % intrest betalen, of de som van 15 guldens
15 stuivers. De eerste valdag is 13 januari van het toekomende jaar 1770. De
lening mag steeds afgelegd worden met een kapitaal van 150 guldens Brabants
Luijxe valuatie “in den lande van Luijck ganckbaer ende gevigh sijnde, los ende
liber sonder eenighen afftreck over het verschot d’ welck sal moeten doen ende
draghen aen de heerlijcke hoffreghten ende opgelden soo in het bekennen als
quijten der rente met allen verloopen interesten ende den rate van tijt dier”.
Pand: een perceel land gelegen in Schuelen, “anderhalf vat” genaamd. Het paalt
de heer Joannes Hussen van Hasselt O., Ida Joers erfgenamen Z., het Hasenstuck
W., Wouter Geboers kinderen N.; een perceel vreebempt in Schuelen van een half
bonder groot dat hij verkregen heeft op 29.05.1767 van Arnold Stappars volgens
gicht hier gepasseerd; een rente van 2 – 10 jaarlijks op panden van Cornelis
Govaerts op 17.11.1768 verkregen tegen Mattues Opré; een rente van 1 gulden
jaarlijks op panden van Agatha Wijens, door hem verkregen tegen Matthijs
Strampers op 17.12.1767. En verder generalijk op al zijn andere goederen,
renten en erven waar ook gelegen. De panden en renten zijn onbelast, met
uitzondering van heerlijke grondcijns en gemene dorpslasten. De pastoor kwam in
de naam van de kerk ter gichte.
1769, 26 januari. Folio 128v
Octrooi
voor Elisabeth Vesters, weduwe van Gerard Van der Eijcken.
De
weduwe voorschreven, van Schuelen, was zwanger van haar man bij zijn overlijden.
4 maanden later baarde ze een kind dat ze “Peter Joannes” noemde. Dit kind is
nu ongeveer 11 jaren oud. Haar man liet haar achter met een hele berg schulden.
Ze heeft het heel moeilijk gehad om deze te betalen. “En naerders het ongeluck
gehadt heeft van te woonen bij Merck Geerts als wanneer haer huijs totalijck in
asschen verbrant is, waer door sij alles, soo wijnigh als sij hadde, verlooren
heeft en tot die uijterste ellende geraeckt is, waer door sij geentsints haer
meer en can onderhouden nogh voor haer, veel wijniger voor haer kint cost en
kleederen besorgen, nogh oock haere wooninge nogh schulden en kan betaelen…”.
Ze vraagt permissie of octrooi om een stuk grond te mogen verkopen waarop haar
afgebrand huis heeft gestaan, gelegen in Schulen onder Rue. Het stuk is
ongeveer een bonder groot en ze trekt er slechts 11 gulden jaarlijks van op.
Hiervan moet ze jaarlijks 6 guldens betalen aan de armen van Lummen, “redenen
van recours (beroep, toevlucht) tot uedele heeren”. Met het geld uit de
verkoop – dat in handen van de schepenen mag blijven – hoopt ze haar volgende
schulden te kunnen betalen: 8 pattacons van huishuur, koren, boter en al het
andere dat ze tijdens haar ziekte genoten heeft, “gesubministreert”(verschaft)
door Peter Timmermans; aan Matthijs Jaers van genoten koren 4 guldens 8
stuivers, aan Jan Joors 2 guldens 10 stuivers van laken, 2 – 10 aan Paulus
Vandermaesen van winkelwaar, aan Marten Ruijters 4 guldens van winkelwaren, aan
Jaspart Vander Eijcken ook van genoten waren en aan anderen nog van geleend
geld of behulpzame bijstand in haar droevige staat na de brand, evenals nog 20
guldens aan de erfgenamen Marie Leijssens van huishuur van haar moeder zaliger.
Na de verkoop zal er nog heel weinig overschieten. De aanvraag is geschreven door
L. M. Hermans, facteur, namens de “verthoondersse” met consent van de naaste
vrienden Arnoldus Koppies, Peter Cox en Guelaem Marries (Guilliam Maris).
De
schepenen ordonneren dat ze over de inhoud van deze suppliek het advies van de
naaste vrienden van de suppliante en van wijlen haar man Gerard Van der Eijcken
willen horen. Actum 04.08.1768.
Op
26.01.1769, na het horen van de voorschreven naaste vrienden, staan ze toe dat
de suppliante het stuk grond verkoopt met assistentie van schepen de la Croix
“daer toe ex gremio gedeputeert”. De verkoop moet openbaar zijn, na aanplakken.
De helft van de opbrengst moet op rente blijven staan op het verkochte goed,
conform het advies van de naaste vrienden en rechtsgeleerden. Getekend:
Eustachius Timmermans, secretaris.
1769, 26 januari. Folio 130r
Willem
Jaemers, met toestemming van zijn vrouw Agnes Wijeens, verklaart aan Jan
Vernijns zijn deel verkocht te hebben in een perceel land onder Schuelen
gelegen, genaamd “het Haesse Stuk” (stick?). Het paalt Wouter Gheboes O. en N.,
mijnheer Brurs W., de erfgenamen Mathus Schurmans Z. Verkocht voor 27 guldens
en 10 stuivers boven de lasten. Het is belast met het achtste deel van 8
guldens jaarlijks aan de heer advocaat G. J. Vossius; met het achtste deel van
5 guldens aan de heer advocaat J. F. Van Hese. De koopsom werd voldaan.
1769, 26 januari. Folio 130r
In
de naam van de heer Joannes Hussen legt de heer L. M. Hermans een akte voor
door hemzelf beschreven op 22.01.1769. Hij verzoekt de realisatie en
approbatie.
Akte.
De notaris, in Herck residerend, ontvangt Jan Stappers, inwoner van Schulen.
Deze verkoopt een perceel land onder Schuelen gelegen, genaamd “het Hoogh
Bloeck”. Het is ongeveer 5 vaten zaaiens groot en paalt Marie Vueghen O., de
edele heer de Heusch Z., Jacobus Smets W., de heer Van Henis van Hasselt N. Hij
verkoopt aan de heer Joannes Hussen, borger en koopman van de stad Hasselt voor
400 guldens Brabants eens boven een kapitaal van 300 guldens, en de onkosten,
die hij erop trok. Verder is het goed onbelast met uitzondering van grondcijns
en dorpslasten. De verkoper mag het goed nog 6 jaren huren. Deze termijn is op
Sint Andries laatstleden begonnen. Jaarlijks zal hij ervoor 24 guldens geven
boven cijns en schattingen. Opgemaakt in het notarishuis in Herck, genaamd “den
Keijser”, in aanwezigheid van de getuigen jouffrouw Marie Gertrudis Van
Melbeeck en Joannes Franciscus Schroijen.
1769, 01 februari. Folio
131v
Franscus
Vrancken, als oom en momber van de achtergelaten kinderen van wijlen Gilis
Vrancken en Aldegond Vrancken, beiden zaliger, releveert de goederen die hen
zijn aangestorven. Het gaat om de kinderen Girart Vrancken, M. C. Vrancken,
Marie en Elisabeth Vrancken. Hij releveert een huis gelegen in Schuelen, palend
“den Kerckhoff” O. en Z., de straat W. en Leonardus Van Swartebroeck N. Verder
een perceel land gelegen in de Neerstraet, palend Franscus Vrancken O., de
straat N., Peter Motmans u.n. W. en de erfgenamen van Matthijs Joers Z. Belast
met 3 denieren cijns.
1769,
08 februari. Folio 132r
Geert
Wouters verzoekt te releveren na de dood van Marie Knap de helft van een
perceel broek, waarvan de wederhelft toebehoort aan Jan Hermans. Het is gelegen
onder Coursel omtrent “het Hemelrijck” en paalt Peter Hermans O., W. de weduwe
Van Postel, Z. de weduwe van Jan Henderix, N. de oude beek.
1769,
08 februari. Folio 132v
Anna
Elisabeth Noops releveert na de dood van haar zuster begijn in Diest: een veld
gelegen op “het Steenvelt”, palend O. Petrus Wouters, W. het “Molen straetien”,
Z. de erfgenamen Michiel Claes, N. Joannes Nuelens; een rishoeve op “den
Hooghen Bosch” gelegen, palend O. de wed. Valentinus Wouters, W. Michiel Claes,
Z. de heide, N. het “Hechtels broeck”.
1769,
13 februari. Folio 133r
Willem
Pillaris, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte neer
beschreven op 03 oktober door notaris H. Van der Donck, residerend in Stevoort,
en een akte van laudatie voor dezelfde notaris op 06.10.1768 door Marie
Gertruijt Pillaris, de vrouw van opdrager Henricus Roelants. Hij verzoekt de realisatie.
Akte
van verkoop. Henricus Roelants, wonend onder de jurisdictie van Wuestherck in
Oppen, verkoopt, met in te brengen toestemming van zijn vrouw Maria
Gertrudis Pillaris, een stuk akkerland gelegen onder Schuelen. Hij weet niet
hoe groot het perceel is. Het paalt de straat van Berbrock naar de stad Wistherck
1), het Cornelis velt 2), mijnheer de Heus 3), Joannes Roelants senior 4) en
Joannes Roelants junior 5). Het is belast met een vat koren jaarlijks, aan de
kerk te leveren in gebakken brood in Schuelen om daar uitgedeeld te worden, uit
een grotere last van 4 vaten koren jaarlijks. Verder enkel nog met
dorpsschattingen. Verkocht aan Willem Pillaris boven de lasten voor de som van
300 guldens Brabants Luiks eens. De opdrager verklaart hiervan 100 guldens
ontvangen te hebben. De resterende som van 200 guldens trekt de opdrager nu op
in zilveren en gouden munten. De opdrager zal de lasten nog betalen tot en met
1768. De koper mag het goed slechts aanslaan na 4 jaren, na Sint Andries nu
aanstaande. Hij zal zich in de tussentijd moeten tevreden stellen met de
jaarlijkse huursom van 8 guldens. Opgemaakt in het woonhuis van de notaris
“gestaen op ’t Groot dorp tot Stevort” in aanwezigheid van de getuigen Arnoldus
Beeken en Christiaen Knapen. Lijcoop 2 guldens, godtspenninck 5 stuivers.
Akte
van ratificatie.
Maria
Gertrudis Pillaris heeft lectuur gehad van de verkoopsakte hierboven. Ze
approbeert en ratificeert de verkoop. Opgemaakt in het notarishuis idem boven
op 6 oktober in aanwezigheid van de getuigen Christiaen Knaepen en Anna Maria
Thoelen, beiden van Stevort.
1769,
23 februari. Folio 134v
Joannes
Luijten Aerdens zoon, inwoner van Schuelen;
Arnold
Luyten en Herman de Meer, inwoner van Donck
hebben
verklaard, na hierover verworven octrooi, hun delen verkocht te hebben in een
stuk “soo landts als bloeck” aan de E.H. Joannes Bollen, pastoor van Schuelen.
Het goed, genaamd “het Metten hoffken” paalt de edele heer Van Cauwenhoven O.,
de straat Z. en W., de erfgenamen Jan Lambreghts N. Verkocht voor 324 guldens
Brabants Luiks eens. Hiervan betaalde de koper 270 guldens. De resterende
koopsom, 54 guldens, houdt de pastoor in handen en hij zal er jaarlijks aan
“iederen staeck van die kinderen van den eersten hauwelijck van Jan Luijten
ende Herman de Meer” 1 gulden jaarlijks geven tot de afkwijting toe. Deze rente
kan steeds gelegd worden met gelijke som en verschuldigde intrest. Het goed is
onbelast met uitzondering van gemene dorpslasten. Lijcoop een half ton bier,
godsgeld 5 stuivers.
Octrooi.
Jan
Luytens Aerdens sone en Herman de Meer, die getrouwd is geweest met wijlen
Marie Luijten, kinderen van Aerdt Luijten en Anna Augustijns, vertonen dat zij
naast hun consorten een bempt verkochten gelegen in Schuelen, genaamd “het
Metten Hoffken”. Hierin behoort aan hun in hun eerste huwelijk verwekte
kinderen, ieder voor hun ouders “staeck”, een twaalfde deel, “mackende saemen
een vier en twintighsten deel” (!zo!). Deze verkoop konden ze niet beletten,
gezien hun deel zo klein was (“voor die modieitijt hender paert”). Maar er kan
zonder de toestemming van de schepenen ook geen wettige verkoop plaatshebben.
Ze verzoeken daarom hun octrooi te verlenen, mits hun aandeel, iedere staak 27
guldens, op het goed zal blijven staan tot de redemptie toe aan 4 guldens par
cent of zo ongeveer, zodat ieder 1 gulden krijgt.
De
schepenen stemmen toe op deze voorwaarden op 23.02.1769. Getekend: secretaris
Eustachius Timmermans.
1769,
11 april. Folio 138r
E.H.
pastoor Petrus Moons van Meldert verkoopt, na voorgaand relief na de dood van
zijn broer Niclaes Moons. Hij draagt ten behoef van Jaspar Peten een perceel
broek op gelegen in Coorsel aan de schans. De verkoopscondities van 10.04.1769
volgen hieronder.
Na
voorgaand kercken gebodt zal de pastoor aan de meestbiedende verkopen: een
bempt aan den Breedonck in Coursel gelegen, afgekomen van zijn broer Nicolaes
Moons zaliger. Hij paalt O. en W. de weduwe Henric Gijbels, Z. de weduwe van
Henric Reijnders, N. de Breedonck.
De
bempt zal door de gerechtsdienaar worden opgeroepen en aan de meestbiedende bij
“een mael andermael derdemael” worden toegeslagen. De gichte zal gebeuren op de
eerstvolgende genachtendag, namelijk op 20.04.1769, als de totale koopsom zal
moeten voldaan worden. De koper zal de last dragen van gichten, pontgelt,
roepgelt 1 gulden, voor conditie en kopij ervan 2 gulden, lijckop een half ton
bier, godsgeld aan de kerk van Koersel 5 stuivers. Deze kosten korten niet aan
de koopsom. Het goed kan slechts vanaf half maart 1770 worden aangeslagen, maar
de koper zal de huur van 1769 profiteren.
De
bempt is belast met 100 gulden kapitaal aan de donderdagsmis en de intrest
ervan van dit jaar is voor de koper. Verder enkel belast met schattingen en
grondcijns.
Voorgelezen
in het huis van Brigida Noops in aanwezigheid van Norbertus Van postel en
Henricus Mattheus Reijnders. Attestor J. H. Beckers, schepen.
Adriaen
Peten biedt de som van 255 gulden Brabants Luiks boven de last van 100 gulden.
Hiervoor krijgt hij de palmslag en wordt het goed hem verkocht. Op zelfde
plaats en datum als boven in presentie van getuigen P. N. Van Postel en Thomas
Rijmen.
1769, 20 april. Folio 140r
Approbatie
van het testament van Arnoldus Truyens x Marie Hermans.
Marie
Hermans, wed. Arnoldus Truyens, verklaart dat ze met haar man een testament
liet opmaken op 18.05.1767. Het volgt hierna. Uit kracht van dit testament
kreeg ze het meesterschap om goederen te mogen verkopen of belasten: een stuk
land genaamd “den Heuvel” en een bemd “den Knoop Beijde” onder Coursel
gelegen, een patrimoniegoed van haar. Haar man is gestorven op 01 augustus 1768
en sindsdien bevindt ze zich in grote schulden. De staat van schulden volgt
hieronder onder nr. 2. Ze weet geen ander middel om de schulden af te betalen
dan verkopen. Omdat de verkoop niet geldig kan geschieden “sine decreto
judicis” keert ze zich tot de heren om het testament te approberen en om haar
de permissie te geven tot de verkoop van de voorschreven panden, zodat ze de
kopers in de panden kan goeden en met het geld haar schulden afbetalen. De
dienaar Peter Oriaens heeft tegen vandaag Joannes Hermans, broer van Maria,
bedaagd en Willem Hulsmans, haar zwager, als naaste bloedverwanten. Ze brengen
niets tegen deze verkoop in. Hierop approberen de schepenen het testament en
laten het hieronder registreren.
18.05.1767:
de pastoor van Coursel noteert aan het ziekbed van Arnoldus Truijens diens
testament en dat van zijn vrouw Marie Hermans. Ze wensen dat hun lichaam in
gewijde aarde zal rusten en dit moet gebeuren met een “eerelijcke uijtvaert
naer staet”. Ze laten voor hun “blindt onreghtverdigh goet” 5 stuivers eens.
Zij
maken “mutuelijck” elkaar meester de eerst-stervende de langstlevende om te
mogen verkopen, veralieneren of belasten een perceel land genaamd “den Heuvel”
in Coursel gelegen; een torfbrouck genaamd “den Knoep”, palend d’aude beke N.
en Z. Peter Francis Convents. Met opbrengst lasten en schulden betalen.
Opgemaakt
in het woonhuis van de testateurs in aanwezigheid van Jan Truijtiens en Nol
Govaer, getuigen. De getuigen noch Maria Hermans kunnen schrijven, Arnold
Truijens wel. Attestor F. J. Gentis, pastor loci de Coursel.
Voor
de kopie tekent J. Nulens, notaris.
Schulden
ingebracht door de weduwe:
Voor het kercken gelicht negenthien guldens thien
stuijvers f
19 – 10 - 0
Reghten in de kerck 4
– 10 - 0
Verbruijckt op d’ uijtvaert 24 pont boter ad 5
stuivers het pond 6
– 00 - 0
Item onderhalf ton bier 15
– 00 - 0
Item voor helpen verbruijckt op d’uijtvaert 12
– 10 - 0
Voor 16 halsters rogge en backloon 32
– 00 - 0
Voor 3 vat gebacken eust 3
– 00 - 0
Voor het serck 4
– 00 - 0
Schult aen Andries Truyens 229
– 00 - 0
Aen Peeter Dries 6
– 05 - 2
Aen Mattheus Lemmens 6
– 09 - 0
Aen Joannes Hermans 6
– 00 - 0
Aen Heer Matthijs, rest van intresse 44
– 00 - 0
Aen Joannes Nulens van gecoght coren en bockeweij 88 –
02 - 0
Aen het meijsen Anna Van Houdt rest van drij jaeren
huere 120
– 00 - 0
Aen den kneght Arnol Goffaert voor drij jaer huere,
18 pattacons jaerlijx 216 – 00
- 0
Aen de heer pastoor tot Coursel 200
– 00 - 0
Aen jouffr. Beckers tot Beringen, 100 guldens last 100
– 00 - 0
Rest van intresse aen de selve 16
– 00 - 0
Aen N. tot Diest last 400
– 00 - 0
Rest van intresse aen den selven 20
– 00 - 0
_________
736
812
– 06 – 2
_________
Totael
f. 1548 – 06 – 2
1769, 20 april. Folio 142v
Registratie van notariële akte opgemaakt in de stad
Herck op 16.02.1768 voor notaris L. M. Hermans, in diens huis.
Marten Pulinx, inwoner van Schuelen, geassisteerd
door zijn toestemmende huisvrouw Anna Borghs wed. van Philip Van Roije, staan
hun tocht af die ze uit hoofde van wijlen Philip Van Roije hebben op 6 roeden
bemps uit een groter stuk van 24 roeden gelegen onder Schuelen. Hij paalt “die
Smack Grieten Bempt” Z., de commandeur van Bernissem O., Philip Smeets en Sinte
Barbara authaer N., de armen van Herck W. Ze staan deze tocht af tot behoef van
hun kinderen door Philip Van Roije verwekt. Dezen aanvaarden dankend om het
goed voor henzelf te gebruiken, of om het te verkopen.
Tocht en erfdom geconsolideerd, verklaren de kinderen
van Philip Vanroije het goed te willen verkopen. Het gaat om de meerderjarige
jonghman Henrick Van Roije, Philip Van Roije en Guilliam Buntinx met zijn
toestemmende vrouw Dimpna Van Roije, allen kinderen van het echtpaar Van
Roije-Borghs. Ze verkopen de 6 roeden bemps aan Marten Pulinx voor 60 gulden
Brabants eens. Koopsom ontvangen. Goed is onbelast tenzij met dorpslasten en
schattingen en misschien enige denieren cheijns. Alle onkosten rakend het
droogmaken van het broek staan tot last van de koper. Getuigen: joufr. Maria
Gertrudis Van Melbeeck en joufr. Joanna Beatrix Hermans.
1769, 20 april. Folio 143v
Registratie van notariële akte verleden voor notaris
L. M. Hermans van Herck op 03.04.1769. Martinus Pulinx, inwoner van Schuelen, admitteert
tot vernadering van bovenstaande koop zijn zoon Martinus Pulinx, als naaste
bloedverwant en halfbroer van Henricus, Philip en Dimpna Van Roije. De eerste
koper heeft zijn koopsom ontvangen uit handen van zijn zoon met 3 guldens
intrest en 3 guldens kosten er bovenop. Opgemaakt in het notarishuis in Herck,
genaamd den Keijser, in aanwezigheid van Joannes Francis Schroijen en joufr.
Joanna Beatrix Hermans.
1769,
21 april. Folio 146v
Constitut.
heered. Arnoldi Trikels.
Nos
praetor et scabini justitiae lossensis in baronici
de
Lummen his nostris visuris lecturis aut legi audi-
turis,
notum facimus omnibus et singulis quod die
vigesima
prima mensis aprilis anni 1769 personaliter
constituti
coram nobis comparuerint Michael Claes
uti
pater et mamburnus suorum duorum prolium
progenitorum
ex Maria Put piae memoriae uxore
ejus
legitima nec non Joannes Van Meert uti
maritus
uxoris Maria Van Ubbel filia legitima
Joannis
Van Ubbel et Margareta Putt hac et Maria
Put
praefata fuerunt legitimae proles Petri Put et
Gertrudis
Trikels, hac Gertrudis soror Arnoldi Trikels
ex
patriati et nati in Coorsel sub nostra jurisdictione
qui
constituerunt et denominaverunt prout per praesen-
tes
constiturint et denominant Joannem Nulens notarium
immatriculatum
Leodiensem in Coorsel residentem
in
ipsorum procuratorem et negotiorum gestorem
quond
heereditatem Arnoldi Trikels in domino defuncti
in
Breijsig quae heereditas ipsis de jure competit
cum
potestate dictam heereditatem vendendi
recipiendi
inde natas pecunias
relaxandi
absolutas debitoribus quittantias seu
apochas,
litem vel lites intendandi et prosequen-
di
transactionem faciendi appellationes intro-
ducendi
et prosequendi sententias favorabiles
executioni
demandare curandi, et cum potestate
procuratores
constituendi et substituendi ulterius
cum
potestate omnia agendi et faciendi dic-
tam
heereditatem concerventia, licet etiam spe-
ciale
desuper mandatum requireretur et ita
cum
plena potestate, generaliterque constitu-
erunt
prafatum Nulens: sic. Actum in judicio
justitiae
de Lummen anno, mense, die praescripti
in
quorum fidem consistorij nostri sigillo mu-
niri
et per secretarium subscribi jussimus
(erat
subsignatum) Eust. Timmermans secret.
de
mandato D.D. et appositum erat sigillum
in
hostia viridi D.m.D. meorum
1769,
05 mei. Folio 147r
Maria
Hermans, wed. Arnold Truijens, uit kracht van geapprobeerd testament, verkoopt
aan haar broer Joannes Hermans, na voorgaande proclamatie en daarop gevolgde
kaarsbranding, een perceel torfbempt genaamd “den Knoop” onder Coorsel gelegen.
Arnold Truijens kwam ter gichte!
Verkoopcondities
van 16.02.1769. Na voorgaand kerkengebod zal publiek met uitgang van de
brandende kaars aan de meestbiedende een turfbemd genaamd “den Knoop” verkocht
worden, onder Coursel gelegen. Hij paalt P. F. Convents O., commissaris Wouters
W., de oude beek N. Los en vrij van lasten, tenzij schattingen en grondcijns.
De
gerechtsdienaar zal het goed oproepen en daarna zal met eenmaal, andermaal,
derdemaal worden toegeslagen. Het goed zal worden geproclameerd van 14 dagen
tot 3 maal 14 dagen. Na deze proclamatie zal op de eerstvolgende genachtendag
de kaarsbranding volgen. De originele koper zal zijn voorhogen hebben en daarna
mag iedereen hogen tot uitgang van de kaars. Iedere hoge van 2 gulden Brabants
Luiks, te verdelen tussen hoger en verkoper “naer auder usantie”.
Onmiddellijk
na de kaarsbranding zal de gichte geschieden en dient de hele koopsom voldaan
te worden, met de kosten. Deze kosten omvatten: “gichtgelt, pontgelt, 1 gulden
roepgelt, 3 gulden voor conditie gelt en copije, 5 stuivers godtsgelt”, alles
zonder korten aan de koopsom.
Het
goed kan aangeslagen worden op de dag van gichten en is vrij van lasten. Enkel
cijns en dorpslasten te betalen.
De
koper moet voor lijcoop 7 gulden 10 stuivers geven, te verbruiken in het huis
van Henric Tilemans nadat de palmslag zal gegeven zijn.
Publiek
voorgelezen in het voorschreven huis van Henric Tielemans in het dorp van
Coursel in presentie van Gerardus Van Louw en Henr. Mattheus Gijbels, getuigen.
Attestor J. Nulens, notaris.
Op
dezelfde dag bood Joannes Hermans 510 guldens Brabants Luiks. Hiervoor kreeg
hij de palmslag van Maria Hermans. Hij verhoogde aanstonds zijn bod met 15
hogen. Getuigen: Henrick Smeedts en Henr. Mattheus Gijbels.
Op 30
maart 1769, na het voorlezen van de condities, werd de kaars ontstoken en
wettelijk in Coursel gebannen. De koop verbleef aan Jan Hermans als laatste
hoger.
1769, 26 mei. Folio 152r
Jan
Van de Bergh, ingezetene en molder in Stal onder Coursel, heeft een handschrift
voorgelegd van 18.04, 30.04, 21.05 en 28.10 van het jaar 1757. Telkens
ondertekend door P. G. Beckers en Jan Van de Bergh. De heer Beckers verklaart
verkocht te hebben een perceel land gelegen tot Stal onder Coursel, genaamd
“het Reucken”, palend ’s heerenstraet W. en N., de priester Smeets Z., de
erfgenamen Jan Van de Wijer O. Verkocht aan Jan Van de Bergh voor 700 gulden
Brabants Luiks boven de lasten van 800 gulden kapitaal die de koper op de
panden van de opdrager trekt. De schepenen houden de handschriften voor
gerealiseerd en wijzen dat ze ten register gesteld worden.
Handschriften.
18.04.1757:
P. G. Beckers verklaart verkocht te hebben een perceel land gelegen in Stal, genaamd
“het Reucken”. Het paalt W. en N. de straat, Z. mijn heer Smeets, O. de
erfgenamen Jan Van de Wijer. Verkoopt aan Jan Van de Bergh, molder in Stal,
voor 700 gulden Brabants Luiks boven de last van 800 gulden die de koper op de
panden van de verkoper trekt. De openstaande en vervallen intresten zullen niet
mogen afgetrokken worden van de koopsom, maar ze zullen gehouden worden als
geredimeerd en betaald. De koper is gehouden van dit jaar 1757 te leveren of te
kwijten 22 halsters koren aan de verkoper.
30.04.1757:
P. G. Beckers verklaart aan Jan Van de Bergh een perceel land genaamd “het
Reucken” verkocht te hebben voor de som van 100 pistolen. Omdat Beckers
voorheen een rente van 800 guldens kapitaal schuldig was, waarvan hij 3 jaren
ten achter was, werd afgesproken dat deze rente zou teniet zijn, maar niet aan
de koopsom korten. Jan Van de Bergh betaalde 300 gulden en dient nog 400 gulden
te betalen.
21.05.1757:
P. G. Beckers verklaart 400 guldens Brabants Luiks ontvangen te hebben als
restant van de voorschreven koopsom van 700 guldens.
28.10.1757:
P. G. Beckers verklaart van Jan Van de Bergh de afgesproken som van de
korenpacht ontvangen te hebben: 39 guldens 12 stuivers. Hij verklaart van de
verkoop volledig voldaan te zijn.
1769, 15 juni. Folio 154r
Geleijt
genomen door de hooghgeboren vrouwe abdisse van Herckenrode op een bemt genaamd
“den Kermpter”, gelegen in Schuelen, “toestaende” de representanten van de
edele heer de Schroots.
Nadat
de abdis primo geklaagd had op 06.10.1763 op de voorschreven bempt, die paalt
die Voort N., het gemeijn Schaveij en secretaris Timmermans O., de E.H. Van der
Boonten en Ida Jaers erfgenamen Z., Everbode W., wegens fout-betaling van een
jaarlijkse rente van 5 guldens pro anno novissima gevallen, volgens de rollen van
die datum, en dat na een langdurige oppositie door de edele heer Preudhomme de
Borre, representerende en erfgenaam van de edele heer de Schroots, hiertegen
gedaan, ten lange laatste de zaak zover was geprocedeerd dat op 01.12.1768
gewezen werd dat de zaak oud genoeg van genachte was om de partij te bedagen
tot het geleijt. Op deze dag van geleijt, 15.06.1769, na behoorlijk dagement en
intimatie daartoe gedaan volgens de rollen en de procedure, werd geen
handvulling gedaan. Aan procureur Theunis werd daarom, in de naam van
geconstitueerde als facteur van de abdis, het geleijt verleend “met leveringe
van risch, reijs ende aerde in teeken van possessie naer onsen bancken reght
ende gewesen te procederen met afruijminge soo naer stiel ende is in hoeden
gekeert”.
1769, 30 juni. Folio 154v
Notaris
L.M. Hermans legt een akte neer in de naam van de heer Joannes Hussen, door
hemzelf beschreven op 14.06.1769. Het gaat om de verkoop van o.a. een perceel
genaamd “den Hoogen Dries”, vulgo “Grooten Dries”, onder Schuelen gelegen
omtrent de Borghe Schans nu Waterschans genaamd. Hij verzoekt realisatie en
approbatie.
Akte.
Bij de notaris, in Herck residerend, verschenen Jan Geboors, Wauter Geboors
meerderjarige jonghmans en Joannes Van der Eijcken geassisteerd door zijn lauderende
huisvrouw Anna Geboors, Marie Catherien Geboors ongeveer 23 jaar en Joris
Geboors 21 ŕ 22 jaar oud. “Dogh die twee laeste van henne minoreijnitijt
aghtervolgens eede in mijn notaris handen gepresteert renuntierende met
beloofte van tot hennen auderdom gecomen sijnde hier aen directelijck oft
indirectelijck te sullen contravenieren, ter contrarie renuntierende aen alle
privilegiens ende exceptions welcke hen eenighsints moghten voordeeligh wesen”.
De bovenstaanden verklaren, volgens proclamatoriele condities voor dezelfde
notaris gebeurd op 07.06, verkocht te hebben hun 6de deel dat zij
pro indiviso naast hun broer Gerard Geboors hebben in een huis, hof, schuur,
stallinge en boomgaard gelegen onder Schuelen op de schans. Het paalt de straat
N., Libertus Maris O., de heer Hussen Z., Peter Plugers en Martinus Berten W.
Verder een stuk erf genaamd “den Grooten Dries” in het voorschreven goed
gelegen, zoals zij het tot nu toe bezeten hebben. Verkopen tot behoef van
Joannes Hussen, borger en koopman van de stad Hasselt. Hij was de laatste hoger
en betaalde voor ieder 200 gulden Brabants Luiks eens koopsom. De eerste 3
comparanten hebben hun volledige koopsom ontvangen; de laatste comparant heeft
100 gulden Brabants Luiks ontvangen. De resterende 100 guldens blijven, naast
de 200 guldens voor Marie Catharina Geboors, op de voorschreven goederen staan
aan 3 guldens 10 stuivers par cent tot
ze meerderjarig zullen zijn. Hun broer Gerard Geboors zou niet instemmen met
deze verkoop, hoewel ze aan de meestbiedende verkochten. Mits het goed
ondeelbaar is, moet hij nochtans tevreden zijn. Hij gebruikt enkel een
“uytvlughsel” dat hij het geld niet nodig heeft en dat hij het niet weet te
appliceren. Daarom blijft zijn deel ook op de goederen staan aan 3,5% tot hij
het zal opvragen.
De
lasten op de goederen. De dries is belast met 14 guldens Brabants jaarlijks
onkwijtbaar en vallend op St.-Martinusdag aan de kerk van Schuelen, 8 gulden
Brabants jaarlijks, kapitaal 200 guldens, aan Jan Hoens, 10 guldens jaarlijks –
nu betaald wordend met 9 – en kapitaal 200 guldens aan Peter Alen en 5 gulden 5
stuivers jaarlijks aan “die voetboge camer” tot Hasselt, met een keur en ’s
heeren grondcijns aan de graaf de la Marck en dorpsschattingen.
Opgemaakt
in het huis van de notaris in Herck, genaamd “den Keyser”, in aanwezigheid van
joufr. Marie Gertrudis Van Melbeeck en Joannes Franciscus Schroijen als
getuigen.
1769, 30 juni. Folio 156v
Merten
Pulinx, uit kracht van generale constitutie en namens de heer Gerardus Hubertus
Briers, heeft aan de schepenen een notariële akte voorgelegd beschreven door H.
Pijp op 20.06.1769, verzoekend realisatie en approbatie.
Akte.
De notaris, residerend in Hasselt, ontvangt Herman Van der Eijcken; Jaspar Van
der Eijcken “craght van meesterschap door sijne huijsvrouwe Marie Cathrien
Stappers saliger aen hem gegeven” volgens akte van declaratie en attestatie van
de E.H. Bollen pastoor van Schuelen en Hendrick Borghs gepasseerd voor notaris
L. Hermans in Wiestherck op 28.05.1767, ten opzichte van zijn deel in 2/3 delen
van een sille bos “den Craijenpoulbosch”; Jan Van der Eijcken en Peter
Swartenbrouck, present Anna Ida Van der Eijcken zijn toestemmende huisvrouw.
Zij verkopen tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers, present, de helft
van een half bonder bos gelegen in Schuelen genaamd “Carisebosch”, onbelast,
palend Lenard Swartebrouckx met de koper N., de weduwe Hansen O., de H. Geest
van Wuestherck Z. en de weduwe van Jan Joors W. Verder 2/3 delen uit een sille
bos onder Schuelen gelegen, genaamd “Craijenpoulbosch” eveneens onbelast,
palend Arnold Baers als getrouwd hebbend Cathrien de Laet Z., Herman Van der
Eijcken met Peter Plugers W., de heer koper N. en O. Voor 266 guldens en 14
stuivers, door de verkopers ieder voor hun deel in aanwezigheid van de notaris
opgetrokken, met 2 guldens lijckop. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de
koper in aanwezigheid van de getuigen Martinus Pulinx en Gertrudis Bastiaens.
In de marge stond: solvit den heer Briers voor act en copije 35 stuivers. W. g.
H. Pijp, notaris.
1769, 13 juli. Folio 157v
Sr.
J. B. Theunis, uit kracht van generale constitutie, en namens de heer Joannes
Hussen q.q. legt een akte neer beschreven door notaris H. Van der donck op 11
mei laatstleden. Hij verzoekt approbatie, realisatie en registratie.
Akte.
De notaris, residerend in Stevort, noteert de verkoop van een perceel land door
Francis, Peter Joannes en Ferdinand Goevaerts, Jan Van Cosen als man en momber
van zijn vrouw Digna Govarts, en zich samen sterk makend voor de 2 onmondige
kinderen van Catharina Govarts en Lowies Bosmans, beiden zaliger. Volgens
verkoopscondities van 3 mei laatstleden transporteren ze een stuk land gelegen
onder de jurisdictie van Schuelen op het Schuermans Eijnde, palend Hendrick Van
Coosen 1), de heer de la Croijx 2), Marie Lambrex 3) en ’s heeren straet 4).
Het is belast met 2 guldens en 10 stuivers jaarlijkse rente. Verkopen ten
behoef van de heer Joannes Hussen, borger en inwoner van de stad Hasselt, als
administrateur van 500 guldens Hollands geld gelaten door de heer Henrick
Vanden Putten door diens codicille van 24.05.1766 “opgereght” door de notaris
Cornelis Van der Looij residerend in Rotterdam. Dit geld behoort voor de eigendom aan de kinderen van
Margareta Luijten en voor de tocht aan hun moeder voorschreven. Verkocht voor
205 gulden Brabants Luiks eens. Ieder heeft zijn deel hiervan gekregen, met
uitzondering van de minderjarige kinderen. Hun aandeel blijft in handen van de
acceptant q.q. Opgemaakt in het huis van de acceptant in Hasselt in de Demerstraet
in aanwezigheid van getuigen Henrick Tiers en Jan Vos, beiden inwoners van
Hasselt.
1769, 13 juli. Folio 159r
J.
B. Theunis, uit kracht van generale constitutie en namens de heer Joannes
Hussen legt een notariële akte voor beschreven door notaris H. Van der donck op
11.05.1769, verzoekend realisatie approbatie en registratie.
Akte.
Bij de notaris, residerend in Stevort, verschenen Franciscus, Petrus Joannes en
Ferdinant Govaerts, Jan Van Cosen als man en momber van zijn vrouw Digna
Goevaerts, die zich samen eveneens sterk maken voor de 2 minderjarige kinderen
van Catharina Govaerts en Louwies Bosmans, beiden zaliger. Nadat op 3 mei
laatstleden de notaris condities geproclameerd had, transporteren ze een stuk
akkerland in Schuelen gelegen, palend de Ruerheijde 1), Gilis Smolders 2), het
zusterklooster 3) en de straat 4). Het is belast met 2 ort cijns jaarlijks. Ze
verkopen aan de heer Joannes Hussen, borger en inwoner van Hasselt, voor 195
guldens Brabants Luiks eens. Ieder heeft zijn deel ontvangen uit handen van de
koper, met uitzondering van de minderjarige kinderen. Hun deel blijft in handen
van de heer acceptant. Zelfde plaats, zelfde getuigen als in de voorgaande
akte.
1769, 13 juli. Folio 160r
De notaris
J. B. Theunis, residerend in Hasselt, beschrijft op 12.07.1769 een lening.
Joannes Stappers van Schuelen, nu wonend op ’t Heulken, leent 300 gulden
Brabants van de heer Joannes Hussen, koopman binnen Hasselt. Hij creëert er een
rente voor van 10 gulden en een half Brabants jaarlijks, die hij hypothekeert
op huis en aanhang, met 6 vaten saijens land eraan, gelegen in Schuelen te Ru,
genaamd “den Minckhof”, palend ’s heeren straet O., de wed. van wijlen Joannes
Stappers Z., Peter Pluggers N., Lamb. Lambrechts W. Voor de rest is het goed
onbelast. Verder op al zijn andere goederen. De akte werd opgemaakt in het huis
van de acceptant in Hasselt in de Demerstraet in aanwezigheid van Joannes
Veltmans en Henricus Triers.
Op
13.07 legt J. B. Theunis deze akte voor ter approbatie en registratie in de
naam van de heer Hussen.
1769, 26 juli. Folio 163r
Peter
Cheijssens, zowel voor zichzelf als voor Carel Ceijssens, Jan Mullers
getrouwd met Marie Catharien Ceijssen, Jordaen Hermans n.u. Aldegond Ceijssens,
Jan Reijnders n.u. Marie Anna Ceijssens, Lenaert Hauben n.u. Agnes Ceijssens,
item voor Theresia, Marie Cristina en Anna Cristina Ceijssens, zijn zusters en
zwagers respectievelijk, releveren na de dood van Wauter Ceijssens en Catharien
Vaes, hun ouders en schoonouders zaliger. Goederen: een perceel broek in
Veurten onder Coorsel gelegen, genaamd “den Molenbempt”, palend die Maelbeeck
Z., Aerdt Van Eubbel erfgenamen O., Peter Geerts erfgenamen N., Thomas Mentens
erfgenamen W.; een perceel land in Veurthen genaamd “Steenvelt ende Bommers
Lant”, palend Bernaert Ceijssens erfgenamen Z., Lenaert Schroijen erfgenamen
N., Paulus Noops erfgenamen O.; een rente van 3 guldens jaarlijks op panden
Aert Stevens erfgenamen n.u. Catharien Ceijssens onder Coorsel gelegen; een rente
van 200 gulden kapitaal aan panden Peeter Reijnders erfgenamen in Molem
gelegen, volgens gicht van 30.04.1737; een perceel land in Schuelen gelegen
“die Bellemans heije” genaamd, palend “den Schamperen Bos” N., de zusters van
Hasselt O. En verder alle andere goederen hier sorterend. Peter kwam voor zijn
zusters en zwagers ter gichte.
1769,
22 juli. Folio 163v
Hubertus
Hermans van Koersel is overleden. Zijn broers Jan, Peter en Matthijs Hermans
releveren zijn versterf. Lambertus Lens weduwnaar van Marie Hermans releveert
voor zijn 3 kinderen Jan Lens, Martinus Lens en Elisabeth Lens na de dood van
hun oom zaliger. Versterf: een perceel broek gelegen onder Coorsel tegen “den
Loosenbempt”, palend O., W. en N. Peeter Convents en Z. Nicolaes Schroijen n.u.
Marie Rijnders.
1769, 01 augustus. Folio
164r
Maria
Anna Van de Weijer bekent ontvangen te hebben en draagt op tot behoef van
Daniel Convents een stuk land genaamd “het Neerblock” gelegen in Stal onder
Coorsel, palend O. Jan Seijssens, W. de erentf. Joseph Beckers, Z. de
Neerstraet, N. de erfgenamen Henricus Geerts, als pand en onderpand voor een
rente van 8 guldens jaarlijks, of 200 guldens kapitaal. Valdag 1 augustus,
steeds aflegbaar met gelijke kapitale som.
1769,
28 september. Folio 164r
Relief
na het overlijden van het echtpaar Jaspar van Hout en Anna Van Schuelebeeck.
Een perceel land gelegen in Stal onder Coorsel, palend O., Z. en N. de straat,
W. Jan Ceijssens, wordt gereleveerd door Matthuus Van Houdt, Peter, Christien,
Elisabeth, Catharina en Anna Maria Van Hout, kinderen van het overleden
echtpaar.
1769, 22 september. Folio
169v
Elisabeth
Vesters weduwe wijlen Gerard Vander Eycken van Schuelen, na voorgaand relief na
de dood van Peter Vander Eijcken broer van Gerard voorschreven, geassisteerd door
de heer medeschepen de la Croix tot deze akte alleen daarvoor geautoriseerd,
heeft verklaard verkocht te hebben, voorzien van het hierna geregistreerd
schepenoctrooi en na voorgaande publicatie in Schuelen door gerechtsdienaar
Melchior Steegmans gedaan, tot behoef van Henrick Schepers en Paulus
Vandermaesen Paulus sone. De verkoopcondities volgen hierna, de koopsom werd
betaald en Paulus Vandermaesen en Henrick Schepers komen ter gichten.
Elisabeth
verwierf octrooi van schepenen tot de verkoop op 26.01.1769, met toewijzing van
schepen de la Croix. Ze staat haar tochtrecht af en verkoopt via condities
opgemaakt op 06.09.1769 door openbaar notaris J. B. Theunis residerend binnen
Hasselt. Verkoopt een stuk erf gelegen in Schuelen onder Reu, “groot ter maeten
onbegrepen een bonder”, inbegrepen het boomgaardje en de plaats waar het huis
afgebrand is. Het paalt de weide van de edele heer de Libotton, de edele heer
Baron van der Heijden de Blisia N., Jan Jaers Z., Henrick Schepers W. en ’s
heeren straet O. Belast met 6 guldens luijx jaarlijks aan de armen van Lummen
en met 1 gulden aan het wedergedeelte “in cas wettelijck can geprobeert ende
gequalificeert worden alnogh op die voorschreven geaffecteert te sijn” en met 6
denieren grondcijns.
Voorwaarden.
Huurder Peter Timmermans mag vanaf Sint Andries aanstaande nog 2 jaren in zijn
“taust ende veddie” gemainteneerd blijven aan 11 guldens jaarlijkse huur boven
het bondergeld. Hij zal op dit goed het hout mogen kappen “dienstigh om den
boomgaert te bevrijden van t geene als nu capbaer is”.
De
verkoopster zal de huur van aanstaande Sint Andries nog genieten en zal zo ver
de lasten en schattingen betalen. Zij reserveert zich het “aerdthoudt” op dit
goed en zal het mogen laten kappen tegen aanstaande winter, behalve langs de
weide van de edele heer de Libotton.
De
koper moet alle kosten nodig voor de verkoop dragen, zoals kosten van octrooi
en eventueel resterend relief.
Omdat
de heer Hussen, koopman van Hasselt, aan de verkoopster 95 guldens geleend had,
moet deze som uit de helft van de verkoopprijs op de eerste genachtendag na de
verkoop door de koper worden neergeteld en teruggegeven. Het overschot, tot de
helft van de koopsom, zal vervolgens tot voldoening van het octrooi moeten
aangewend worden tot betaling van haar schulden en om haar kind op te voeden.
De
andere helft van de koopsom zal op het goed geaffecteerd blijven aan 4% en kan
niet afgelegd worden dan nadat het kind van de verkoopster zal “tot staet
gecomen sijn” of 25 jaren oud zijn.
Er
mag niet gehoogd worden met een bedrag kleiner dan 1 gulden.
Het
goed is niet meer belast dan hiervoor beschreven staat, behalve dat er nog een
servituut van doorvaart “en geleij” aan het wedergedeelte is, volgens deling.
De
koper zal boven de koopsom aan de notaris 5 gulden Brabants Luiks moeten
betalen boven 2 vaenen bier lijcoop en 5 stuivers godtsgelt.
De
verkoopcondities werden voorgelezen in het huis van Jan Roelants in Schuelen
genaamd “het Hooghhuijs” in aanwezigheid van de getuigen de heer notaris en
facteur L. M. Hermans en Peeter Timmermans,
Verbleven
aan Henrick Schepers van Schuelen voor 465 gulden Brabants.
Elisabeth
Vesters en Peeter Timmemans verklaren niet te kunnen schrijven.
Octrooi.
Elisabeth
Vesters weduwe van Gerard Van der Eijcken van Schuelen heeft haar man verloren
toen ze zwanger was van hem. 4 maanden na zijn dood baarde ze zijn kind dat ze
Peter Joannes genoemd heeft. De jongen is ondertussen 11 jaren oud. Ze heeft
het niet gemakkelijk gehad en schulden moeten maken. Ze heeft het ongeluk gehad
van te wonen bij Marcus Geerts toen haar huis totaal afbrandde en zij alles
verloor. Ze vraagt toestemming om het goed te mogen verkopen waar haar
afgebrand huis op gestaan heeft, ongeveer een bonder groot, gelegen in Reu. Ze
trekt er maar 11 gulden jaarlijks huur van en bovendien moet ze hiervan nog 6
gulden jaarlijks afleggen aan de armen van Lummen. Als haar verder schulden
noemt ze: 8 pattacons van zowel van huishuur als van genoten koren, boter enz.
aan haar ten tijde van haar ziekte verstrekt door Peter Timmermans, aan Mathijs
Jaers van genoten koren, 4 guldens 8 stuivers aan Jan Jaers, 2 guldens 10
stuivers van genoten laecken, 2 guldens 10 stuivers aan Paulus Vander Maesen
van winkelwaren, aan Merten Ruijters 4 guldens van genoten winkelwaren, aan
Gaspar Van der Eijcken van genoten waren, en verder nog aan de ene en de andere
van bijstand; 20 guldens aan de erfgenamen van Marie Ceijssens van huishuur van
haar moeder zaliger “sullende volghens overschot van seer cleijne importantie
wesen”(?).
Op
4 augustus 1769 ordonneren de schepenen om over de inhoud van deze suppliek het
advies te horen van de naaste vrienden van de suppliante en van haar gewezen
man.
Daarna
horen de schepenen het advies van Arnold Coppens en Peter Cox met Guilliam
Marris, vrienden van de suppliante en van de wees. Dezen gaan akkoord met de
verkoop mits medeschepen de la Croix daartoe ex gremio gedeputeerd wordt en de
helft van de opbrengst zal op rente op het goed blijven staan voor het kind. Actum
in consistorio den 26 januarij 1769. W.g. Eust. Timmermans,
secretaris.
1769, 05 oktober. Folio 173v
Joannes
Roelants, inwoner van Schuelen, draagt zijn huis en hof op gelegen “ontrent het
geright tot Schuelen”, palend de straat O. en Z., Henrick Roelants W., Jan
Roelants N., tot pand en hypotheek van een jaarlijkse rente van 4 gulden
Brabants Luiks. Hij verklaart ervoor het kapitaal van 100 gulden Brabants Luiks
ontvangen te hebben uit handen van Peeter Croels, inwoner van Kermpt. Valdag 5
oktober vanaf 1770. Het goed is verder belast met 4 guldens 10 stuivers aan de
heer G. H. Briers van Hasselt, met 1 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de abdij
van Herckenrode en met de “heerelijcken cheijns” van de grond en gemeijne
dorpslasten. Peter Croels kwam ter gichte in de rente van 4 guldens jaarlijks.
1769, 19 oktober. Folio 174r
Sr
Henricus Van de Kerckhoff, oud-borgemeester en inwoner van Wuestherck, uit
kracht van generale constitutie, heeft een notariële akte neergelegd beschreven
door notaris L. M. Hermans in Herk-de-Stad op deze datum. Mangeling. Verzoekt
realisatie.
Akte
19.10.1769. De edele erentfesten heer de Colard, schepen van de souveraine
justitie van de stad en land van Luijck, rentmeester en administrateur van de
graaf de la Marck heer van de “vrijheerlijckhijt ende baronie van Lummen,
Sleijden etc.” in zijn rentmeesterschap 1) en sr. Henricus Van de Kerckhoff,
oud-burgemeester van de stadt Herck, representerend bij mangeling de E.H.
Joannes Coninx pastoor van Herck voor 2/3 delen in een bempt gelegen onder
Schuelen genaamd “die Cleijne Roten”. Het ander 1/3 behoort aan de graaf,
volgens akte van notaris H. Pijp van 13.05.1768, gerealiseerd voor de Loonse
justitie van Lummen op 10.06.1768. De graaf heeft nog een bempt, daarnaast
gelegen, genaamd “die Groote oft Grave Rooten”. Door deze bempden “het nieuwe
rivier oft nieuwe Herck is worden gesneden, dusdanigh dat die niet meer
gevoegelijck bij malcanderen en connen gebrijckt worden”, tenzij er een brug
zou gemaakt worden. Dat zien ze niet zitten. Daarom maken ze de volgende
overeenkomst.
De
Colard verkoopt, als representant, de bempt van “die groote oft grave rooten”
gelegen over de nieuwe rivier naar de kant van Herck, volgens meting en volgens
de kaart 1 bonder 3 roeden en 16 cort groot. Hij paalt de nieuwe Herck N., “die
Koele Herck” Z. en W., de heer advocaat Dierna O. Verder draagt hij nog het
derde deel op van een stuk bempt van “die cleijne roeten”, ook over de rivier
gelegen naar de kant van Herck langs “den Tellen Deijck”, volgens meting en
kaart 5 roeden en 6 cort groot, palend de nieuwe Herck N., de voorschreven 23
roeden 16 cort O. en die Coel Herck Z. en W. Voor 300 guldens Brabants eens,
die de eerste comparant heeft opgetrokken.
Er
bovenop geeft de tweede comparant nog aan de eerste, namens de graaf handelend,
2/3 delen in de bempt gelegen onder Schuelen genaamd “die Cleijne Rooten”, naar
de kant van Schuelen gelegen over die nieuwe Herck. In het geheel 19 roeden en
9 cort groot, palend de Nieuwe Herck Z., zijne excellentie voorschreven en het
beneficie van canonnick Eijben O., de geestelijke leden van Herck N. en joufr.
Vande laer W.
De
goederen zijn onbelast tenzij met gemene lasten.
Gedaan
op het kasteel in Lummen in aanwezigheid van meier de Bormans en schepen de la
Croix als getuigen.
Volgt
de meting, in het Frans. Te raadplegen door geďnteresseerden op folio’s 176r,
176v en 177r.
1769, 03 november. Folio
177r
Registratie
van de verkoopcondities die Anna Tielens, bejaarde jonge dochter van Loven,
hanteert voor de publieke verkoop van een stuk land van 2 vaten saijens groot
gelegen binnen Coursel, genaamd “den Rouchter”. Palend Henrick Ickmans O., sr.
Peeters tot Beringen Z. en N., de weduwe Van Postel W.
De
verkoop gebeurt in Brabants geld: de schelling tot 7 stuivers.
In
de verkoop is de dikke eik inbegrepen die op het land staat aan de noordzijde.
Het land is onbelast tenzij met cijns en dorpslasten. Het goed kwam aan de
verkoopster toe uit deling tussen haar zusters en broers, aangegaan binnen
Loven over de goederen van haar ouders. Haar voorouders bekwamen het op 13
augustus 1714 tegen Arnoldus Borremans en Agnes Nicolaij, volgens akte
gepasseerd voor P. Segers binnen Diest en gevolgde realisatie voor de schepenen
van Loons recht van Lummen op 14.08.1714, ondertekend Gull. Neven secretaris en
eindelijk bij transactie gepasseerd voor notaris I. B. Louijs binnen Diest op
05.09.1729 als Anna Elisabeth Borremans en Valentijn Borremans, beiden kinderen
van Arnoldus en Agnes Nicolaij voorschreven, het land wilden komen reclameren.
Ze stonden toen al hun rechten op het land af tot behoef van jouffr. Anna
Segers weduwe van de heer Joannes Tilens, grootvader en grootmoeder van de
verkoopster.
De
huurder heeft nog recht tot Sint Andries 1770 op 9 schellingen jaarlijks boven
de lasten en de cijns.
Deze
verkoopcondities werden voorgelezen op 22.08.1769 ten huize van de weduwe Jan
Rijnders, maar het land bleef onverkocht. Op 23.08 nam de weduwe van Jan
Rijnders voorschreven deze koop aan voor 185 guldens Brabants geld boven een ton
bier lyfcoop en een pistoel voor conditiegeld. Actum in Coursel in aanwezigheid
van Petrus Jacobs en Henricus Mattheus Rijnders als getuigen. Ondertekend door
Ida Convents vrouw van Jan Rijnders, Marie Anna Tielens, H.M. Rijnders, Peeter
Jacobs en de notaris.
Onderaan
volgt de kwitantie. Maria Anna Tielens verklaart uit handen van notaris
Deckers, die betaalt in de naam van Ida Convents wed. Jan Reijnders, de som van
185 guldens Brabants courant geld ontvangen te hebben als koopsom voor het stuk
land dat zij haar verkocht. Opgemaakt in Loven op 27.08.1769.
Op
03.11.1769 legt medeschepen Wouters, uit kracht van generale constitutie, voor
de schepenen Loons recht van Lummen de verkoopcondities en verkoopakte voor,
beschreven en ondertekend door notaris Deckers, verzoekend realisatie en
approbatie.
1769, 15 november. Folio
180v
Catharina
Elisabeth Claes, Odilia Claes verzoeken te releveren na de dood van hun ouders
Michiel Claes en Catharina Tielemans zaliger: een perceel land gelegen in
Coorsel onder Vurten, palend O. de E.H. pastoor van Coorsel en Gerardus van
Lauw, W. ’s heeren straet, Z. Jaspar Rijnders, N. de erfgenamen Thomas
Thielens.
1769, 16 november. Folio
180v
De
heer L. M. Hermans, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte
neer gepasseerd voor hemzelf op 09.07.1769, in verband met een transport tot
behoef van Joannes Van Dormael door Francis Caerlens en consorten gedaan,
verzoekend realisatie en approbatie.
Akte.
Notaris L. M. Hermans resideert in de stad Herck. Franciscus Caerlens, Isabella
Caerlens, Joanna Caerlens, beiden meerderjarige jonge dochters, en Jan Peeters
als man en momber van Catharina Caerlens, afwezig maar de anderen handelen in
haar naam evenals voor hun zuster en zwagerin Marie Elisabeth Caerlens, eveneens
afwezig, dragen na afstand van tocht door hun vader Vincent Caerlens op hen
gedaan, een bempt op gelegen in Schuelen. De vader deed afstand van tocht via
akte van notaris Van Leeuw van Kosen op datum van gisteren, 08.07.1769. Deze
bempt wordt gewoonlijk “die Leghtien” genoemd en is ongeveer een sille groot.
Hij paalt de heer Hussen W., “die Kriekens Laeke” N., de heer Roelants van
Hasselt O. De gemeente van Schuelen bezit deze bempt nu wegens “faut van
schattinge” en de koper zal het purgement tegen de gemeente tot last hebben. Ze
dragen deze bempt op tot behoef van Gerardus Renott, inwoner van Schuelen, in
de naam van de heer Joannes Franciscus Van Dormael, rentmeester en ontvanger
van de Heeren Staeten van Brabant, die het gekocht heeft. In zijn naam is sr.
Joannes Kenens present, zijn geconstitueerde, die accepteert in de naam van Van
Dormael voor 150 guldens Brabants eens. Koopsom werd betaald in goed gangbaar
zilver en goud. Ze garanderen dat het goed uit hun hoofde aan niemand is
belast, als waarborg gesteld of veronderpand. Opgemaakt in het huis van Marten
Audebrouckx onder Schuelen, genaamd “het Voorsten Huijlken ?”, in aanwezigheid
van Peter Smets van Linckhout en van Joannes Franciscus Schroijen als getuigen.
Om onenigheid te voorkomen zal de koper zowel voor de verteerde lijckop, als
voor de akte en kopij van protestatie betalen en voor het verteer van deze dag,
10 guldens. Handtekeningen van Francis Caerlens, Joannes Peters, J. G.
Caerlens, een x-teken van Isabella Caerlens, Jan Kenens voor mijnheer van
Dormael, Joannes Franciscus Schroijen, Peeter Smets en de notaris.
1769, 16 november. Folio
182v
Facteur
J. B. Theunis legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor
door hemzelf beschreven op 07.11.1769, verzoekend realisatie.
Akte.
Bij de notaris, residerend binnen de stad Hasselt, verscheen Marie Stappers
dochter van wijlen Francis Stappers en Helene Vos van Schuelen die verklaarde
ongeveer 45 jaren oud te zijn. Ze draagt in notarishanden haar recht af van
purgement en andere pretentiën tot het huis, hof en bijbehorende generaliteit
van goederen onder Schuelen gelegen, afgekomen van wijlen haar moeder Helene
Vos voorschreven en van haar oom Henrick Vos. Deze goederen zijn rond het jaar
1717 “geevinceert oft gedesaiseert” voor de schepenen van Loons recht van
Lummen door de heer H. Van Henis zaliger, in zijn leven schepen van Hasselt,
wegens achterstal in de betaling van een rente die hij erop trok. Ze staat het
purgement af aan de heer Joannes Hussen, koopman binnen de stad Hasselt, en
verzaakt aan al haar rechten erop. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de heer
acceptant in aanwezigheid van de getuigen Henrick Tiers en Machiel Corthauts.
1769, 16 november. Folio
183v
Herman
de Meer, inwoner van de jurisdictie van Donck, heeft, na voorgaand relief, aan
de schepenen een extract voorgelegd uit het gichtregister van de schepenbank
van Wuestherck van 23.10.1769. Het gaat om 2 verschillende notariële akten
gepasseerd voor notaris Joannes Henricus Van Langenacken. Het eerste dateert
van 15.07.1769, het tweede van 30.09.1769. De Meer verzoekt realisatie en
approbatie.
Extract.
23.10.1769 voor scholtus en schepenen van de jurisdictie van Wuestherck
verscheen Hermannus de Meer, inwoner van Donck, die 2 akten neerlegde.
De
eerste, van 15.07.1769, werd beschreven door notaris Joannes Henricus Van
Langenaken van Sint-Truijden. Joannes Nicolaus Wuesten en Simon Bellenvox zijn
mombers van de minderjarige kinderen van wijlen de heer Joannes Franciscus Van
der Hucht, bij leven doctoor in de medecijnen en oud-borgemeester van
Sint-Truiden, en zijn vrouw Gertrudis Elisabeth Wuesten zaliger. Uit kracht van
octrooi verleend door de heer officiaal van Luik en met de bedoeling om een
rente te redimeren tot last van de weeskinderen, verklaren ze te verkopen tot
profijt van Hermannus de Meer, inwoner van Donck, een stuk land aan de wezen
toebehorend gelegen in Schuelen en genaamd “het Perdtien”. Het paalt ’s heren
straet O., de Kercke Steege Z., de Leijne Stege W. en Jacobus Opree en Petrus
Mees N. Voor de som van 1800 gulden Brabants eens boven de last van 8 gulden
Brabants jaarlijks aan Marie Catherien Gobben en de grondcijns. De koper moet
de last dragen vanaf het jaar 1769 en zal daarom ook de huur genieten. De
verkopers verklaren 1000 guldens Brabants ontvangen te hebben. De koper zal
binnen de maand de resterende 800 guldens moeten betalen. Opgemaakt in het huis
van Joannes Nicolaus Wuesten in Sint-Truiden, genaamd “den Wilden Man” in de
Brusthem Straet in aanwezigheid van de getuigen Gerardus Beckers en Barbara
Claes.
De
tweede akte, gedateerd 30.09.1769, is van dezelfde notaris. Joannes Nicolaus
Wuesten, momber van de weeskinderen van wijlen de heer Joannes Franciscus Van
der Hucht en van wijlen Gertrudis Elisabeth Wuesten, verklaart uit handen van Hermannus
de Meer de resterende 800 guldens ontvangen te hebben van de bovenstaande
verkoop. Opgemaakt op dezelfde plaats als boven in aanwezigheid van de getuige
de heer Defreine, in de medecijnen licentiaet.
Volgt
een apostille in het Latijn, ondertekend door de Hasselbroeck.
Volgt
een extract uit een cijnsboek toebehorend aan de Prinsbisschop.
Het
cijnsboek draagt als opschrift: “Cheijnshoff van groot Gulick vallende op St.
Jans evangelisten dagh te Kersmisse”. Op folio 43 staat daar de volgende tekst:
“Schuelen in de selve steege te linckerhandt
jouffr. relicta secretaris Wuestens van St. Truijden voor sr Nicolaus Wuestens
voor Michiel ende Dirick Palmars van eene hoeve gelegen tot Schuelen genaemt
het Perdtie voormaels genaemt het Puttvelt daer voor desen eene winninge heeft
opgestaen regenoten die twee steegen ende den grooten wegh naer Lummen ende de
erfgenaemen van Henrick Huveneers gelt
II denier”
Ondertekend
door G. H. de Fraiture, cijnsmeier in de hoff van Gulick, per extractum. Ter
zijde stond: “geldt cheijns aen sijne excellencie 1 ˝ capuijn II gansen”.
1770, 25 januari. Folio 187v
Verkoopcondities
van 11 december 1769.
Maria
Smeedts wed. Cornelis Cauberghs, uit kracht van geapprobeerd testament voor de
schepenen ten Loons recht buiten vrijheid, zal na voorgaand kerkegebod publiek
met hogen en uitgang van de brandende kaars aan de meestbiedende een bempt
verkopen omtrent “den Bremtenwijer” in Coursel gelegen. Hij paalt Jan Schepers
O., Henricus Truijens W., de heide Z. en Jespar Knaep N. Hij is niet
belast tenzij met schattingen en grondcijns. Aan te slaan half maart
eerstkomend, met 2 brieven “schettingen”, op volgende condities.
Gerechtsdienaar Peeter Oriaens zal het perceel oproepen en het zal aan de
meestbiedende bij “een mael ander mael derde mael” worden toegeslagen, tenzij
het niet aan zijn waarde komt. Het goed zal geproclameerd worden op de
gewoonlijke plaats van 14 dagen tot driemaal 14 dagen. Op de eerstvolgende
genachtendag zal de kaars over de koop ontstoken worden en gebannen en na de
uitgang zal het goed verblijven aan degene bij wiens bod de kaars uitging. De
originele koper zal zijn voorhogen hebben en daarna kan iedereen naar believen
hogen tot uitgang van de kaars, iedere hoge 2 guldens Brabants Luiks te
verdelen tussen hoger en verkoper naar oude gewoonte.
De
gichte zal onmiddellijk na de kaarsbranding volgen en dan moet ook de totale
koopsom voldaan worden in zilveren of gouden stukken, met de rechtsonkosten
zoals gichtgeld, pontgelt, kaarsbranding, roepgeld 1 gulden, voor conditiegeld
en kopij ervan 3 gulden, 5 stuivers godtsgelt en 8 guldens lijcoop, alles
zonder korten.
Het
goed is niet belast tenzij met schattingen en cijns, die de verkoopster tot dag
van gichten belooft te betalen. De condities werden voorgelezen in het huis van
Jan Lemmens op die Witterswinninge tot Coursel in aanwezigheid van Joannes
Reijnders en Jespar Smeedts als getuigen. Ondertekend door notaris J. Nulens.
Op
dezelfde dag biedt Anthoon Van Herck 175 guldens Brabants Luiks, waarop de
verkoopster hem de palmslag heeft vergund. Aanstonds verbeterde hij zijn koop
met 5 hogen. Getuigen Joannes Reijnders en Peeter Dries.
Op
25 januari.1770 werden deze condities en de verkoop ingebracht ter realisatie,
wat daarop gebeurde.
1770, 25 januari. Folio 191v
Anthoon
Van Herck draagt de voorschreven bempt op tot behoef van Melchior Geerts, die
deze vandaag vernaderde. Ten volle voldaan van zijn “gedebourseerde”.
1770, 11 januari. Folio 192r
Akkoord
tussen de gemeente van Schuelen en de baronnesse de Blisia, gesloten op
10.03.1768. De E.H Henricus Lenaerts legt het verdrag voor dat op die datum
beschreven werd door notaris L. M. Hermans en de akte van constitutie van 3
maart 1768.
Verdrag
van 10 maart.
Namens
mevr. douariere van de Hoogh Edele hooghgeboren heer baron van der Heyden de
Blisia, heer van Loije, Reckhoven etc. treedt de heer Henricus Lenaerts
priester en haar rentmeester op. Aan de andere zijde vinden we Gerardus Oijen
en Herman Vandereijcken, regerende borgemeesters van Schuelen voor de inwoners
van Schuelen, volgens constitutie van de hand van hun gemeenteschrijver Peeter
Pluegers van 03.03.1768. Zij hebben vertoond dat de baronnes zinnens in “tot
een straet en een ambellisement van haere goederen van intentie is eene drefte
te maeken van haer adelijck casteel van Loije voorschreven linea recta op Rue
door haere bempden aldaer tuschen haer casteel en dito Rue liggende wesende
gemeijne bempden, waer op vervolgens dito gemeijnte den aerdt hebben en die
selve door henne beesten meugen doen patureren van St. Gilis tot half meij ende
den eijgendom aen dito edele mevrouw voorschreven competeert”. De barones wil
haar zin niet doordrijven, maar wil een akkoord met de gemeente.
De
Schulenaren gaan ermee akkoord dat ze haar dreef zal maken en beplanten met
bomen zoals het haar belieft en dat ze aan weerszijden voor de verhoging van de
straat een “rioele” of gracht mag laten uitschieten van 1 voet breed en 1 voet
diep, maar niet breder dan 1,5 voet. De bomen zullen tot haar profijt en dat
van haar nakomelingen zijn. Ze zal moeten zorgen dat ze beschermd zijn tegen
beschadiging door beesten want eventuele beschadiging is tot haar last. De
paturagie en de aerdt blijven zowel in de bempden als in de dreef tot profijt
van de gemeente, zoals het altijd geweest is. Hiervan moet de barones hen een
schriftelijke en gerealiseerde akte kosteloos vertrekken. Opgemaakt in Schuelen
in de pastorij in aanwezigheid van E.H. pastoor Joannes Bollen, Peeter Plaegers
koster van Schuelen en de heer Joannes Baptista Vande Laer, secretaris van Wuestherck,
als getuigen.
Constitutie
gegeven en opgenomen door de regerende borgemeesters van Schuelen Hermanus
Vandereijcken en Gerardus Oijen, die het dorp van Schuelen rond gingen op 02
maart om handtekeningen te verzamelen van alle gemeijntenaren. De gezworen
gemeenteschrijver schrijft de namen, aan de hand van hun handtekeningen of
handtekens, neer: Henricus Roelants, Matthivis Oppre, Fransus
Vrancken, Paulus Vrancken, Lambertus Lambrihs, Agatha van
Cosen relicta Machiel Cox, Jan Hoens, Joes Jaers, Jan van Schoonbeeck, Petrus
Motmans, Petrus Somers, Gerardus de Mot, Petrus Gijsens, Arnoldi Enckels,
Andreas Tijs, Andries Giers, Petrus Timmermans, Joannes Drooghmans,
Joannes van Brabant, Jacobus Broers, Martinus Serdonx, Gerardus Wirix,
Guilhelmus Berten, Petrus Cox, Guilhelmus Buntinx, Philippus Van Roije,
Joannes Vernens, Nicolaus Spex, Joannes Koninx, Arnold Was, Petrus
Jacobs, A. Baerts, Joannes Van der Eijcken, Henricus Grooten, Aegidius
Martens, Henricus Vos, Catharina Brouckaers relicta Jan Cox, Joannes Van Hove,
Joannes Roelants, Christiaen Maris, Petrus Peeters, Ambrosius Kercken, Joannes
Cleeren, Franciscus Vaes, Lambertus Vrancken, Petrus van Swartenbrouck,
Joncker Deblang, Lambertus Verneijns, Dominicus Hermans, Marie Hendrix relicta
Guilliam Verneijns, Joannes Vandereijcken, Libertus Maris, Gerardus
Renotte, Jacobus Smets, Hijrome Grauls, Willem Pansers, Marie
Swennen relicta Joannes Smets, Jan vande Putte, Henricus Vannes, Michael
Aerts, Gertrudis Jans relicta Michael Ponet, Martinus Berten, Hendrick
Burghs, Petrus Vandereijcken, Joannes Roelants, Wautherus Bex,
Martinus Ruijters, Leonardus van Swartenbrouck, Jaspar Vandereijcken,
Johannes Luijten, Andreas Colen, Fransus van Swartenbrouck laet toe
voor de drefte te planten, Joannes Colen, Joannes Lambrechts, Anna
Clara Hermans, Joannes Wijens in den naeme van mijne moeder, Petrus
Van delaer, Jan Luijten. Ondertekend door gemeenteschrijver P. Pluegers.
De
onderstreepte namen werden door de betrokken personen zelf geschreven.
Aansluitend constitueren de gemeentenaren van Schuelen op 03.03.1768 hun borgemeesters Hermanus Vandereijcken en Gerardus Oijen om in hun plaats het akkoord over de dreef te maken met de baronnes. Ondertekend door Petrus Pluegers, gemeenteschrijver van Schuelen en door L. M. Hermans, notaris, ter verificatie.
1770, 11 januari. Folio 195r
De
heer L. M. Hermans legt een notariële akte neer beschreven door notaris H. Pijp
op 16.12.1769 i.v.m. een opdracht door de comparant ten behoeve van de heer G.
H. Briers, hierna geregistreerd. Verzoekt realisatie en approbatie.
Akte.
16.12.1769, voor de notaris binnen Hasselt residerend, verschijnt de heer
Laurentius Hermans oud-burgemeester van de stad Wuestherck, die in
notarishanden tot behoef van de heer Gerardus Hubertus Briers een half bonder
bos opdraagt, genaamd “Schrooten Bosch”. Het ligt tegenover de Sint Joris Capel
onder Schuelen, palend Lenard Villici met 2 weiden door welke dit bos zijn
vaart heeft, de grachten hierbij 1), de weduwe Hanson 2), Arnold Baerts 3),
Herman Van der Eijcken en Peeter Plugers 4). Het goed is niet belast tenzij met
7 denieren cijns aan de graaf van der Marck op het kasteel van Lummen te
betalen. Verkocht voor 388 guldens en 5 stuivers, die betaald werden in
presentie notaris. Opgemaakt in het huis van de koper in aanwezigheid van de
getuigen Martinus Pulinx van Schuelen en Gertruyt Bastiaens. De verkoper
belooft op dag van gichten zijn vrouw Maria Gertrude Van Melbeeck te zullen
doen instemmen.
Op
11.01.1770 heeft medeschepen Delacroij “gerelateert” dat de echtgenote de akte
in al zijn punten erkent.
1770, 12 januari. Folio 196v
Relief
van Thomas Thielens kinderen: Elisabeth Thielens, Peeter Lemmens nomine uxoris
Marie Thielens, Willem Van Genuchten manmomber Cathrin Thielens en de
erfgenamen van Jasper Thielens zaliger: Petrus Thielens, Anna Maria Thielens,
Catharina Thielens. Ze releveren na het overlijden van Thomas Thielens en
Elisabeth Thielemans hun ouders zaliger. Het gaat om volgende percelen:
1770, 18 januari. Folio 197r
Relief na het overlijden van Jan Smeets en Aldegond Gielens, beiden zaliger. De kinderen wonen in Hechtel: Jan Bosmans n.u. Allegondt Smeets en Leonardus Haenegreff n.u. Gertrudis Smeets. Ze releveren: 1) een perceel broek genaamd “het Kesken” gelegen tegenover den Hooghen Bosch, palend O. Jan Van Hemel van Hechtel, W. Simon Seyssens, Z. s’heeren aert, N. Willem Leijten; 2) een perceel broek gelegen op den Overslagh, palend O. Jan Smeets, W. Drick Neten en Gerardus Fransen, Z. de erfgenamen Jan Truijens, N. de Maelbeeck; 3) een perceel broek gelegen op den Overslagh genaamd “het Torfbrock”, palend O. Hendrick van de Loe, W. de erfgenamen Jan Comans, Z. Aert Truijens, N. de Maelbeeck.
1770, 18 januari. Folio 197r
Relief
na het overlijden van Henderick Smeets en zijn echtgenote Catharina Noops. Ze
hebben een dochter Anna Maria Smeets, die releveert: 1) een stuk land in Stal
gelegen, palend O. jouffr. Beckers van Beringen, W., Z. en N. s’heeren aert; 2)
een perceel land gelegen in Coorsel, palend O. Antoon Seyssens, W. de
erfgenamen schepen Jan Rijnders, Z. de gemeijnten aert van Coorsel, N. s’heeren
straet; 3) een perceel broek gelegen in Coorsel genaamd “de Groote Thus”,
palend O. Gerardus van Houd, W. de heer commissaris Wouters van Beringen, Z.
Maria Digna Rijnders, N. de aldebeeck.
1770, 25 januari. Folio 197v
Verkoopcondities
van 11.12.1769, notaris J. Nulens. Uit kracht van “geapprobeert” testament zal Maria
Smeets relicta Cornelis Cauberghs vandaag publiek, na voorgaand kerkegebod, met
hogen en uitgang van de branden kaars verkopen: een stuk land genaamd “het
Nieuw Goet” achter die Witterswinninge in Coursel gelegen, palend O. en Z. de
gemeijn heijde, Jan Put W., het erf van de verkoopster N. Het is niet belast
tenzij met schettinge en s’heeren grontceijns. Aan te slaan half oogst
toekomend, met een brief schetting. Het perceel zal door gerechtdienaar Peeter
Oriaens opgeroepen worden en aan de meestbiedende toegeslagen, tenzij het niet
op zijn waarde komt. In dat geval zal het geproclameerd worden van 14 dagen tot
3 maal 14 dagen op de gewoonlijke plaats en de kaars zal op de eerstvolgende
genachtendag ontstoken worden, zodat hij bij uitgang van de kaars kan
toegewezen worden. De originele koper zal zijn voorhogen hebben, daarna kan
iedereen zoveel hogen stellen als hem zal believen tot de uitgang van de kaars.
Iedere hoge van 2 gulden Brabants Luiks. De schepenen beslissen bij onenigheid.
De gicht zal dadelijk na de kaarsbranding plaatsvinden en dan moet de totale
koopsom betaald worden met alle kosten in verband met de verkoop geschied. Deze
kosten omvatten gichtgeld, pontgelt, kaarsbranding, roepgeld 1 gulden, voor
conditiegeld en kopij ervan 3 guldens, 5 stuivers godtsgelt, 2 guldens voor
lijcoop; alles zonder korten aan de koopsom.
Publiek
voorgelezen ten huize Jan Lemmens, op die Witterswinninge in Coursel, in
aanwezigheid van de getuigen Joannes Reynders en Jespar Smeedts.
Op
dezelfde dag biedt Henrick Tielemans de som van 31 guldens Brabants Luiks,
waarop hij de palmslag krijgt. Hij verbetert zijn koop met 1 hoge. Zelfde
plaats, getuigen Joannes Reijnders en Peeter Dries.
25.01.1770
werd deze akte neergelegd ter realisatie en registratie door de schepenen.
1770, 25 januari. Folio 199r
Relief
na het overlijden van de ouders Mattijs Schepers x Catharina Van Hielen door:
Hendrick
Schepers
Arnold
Wijns x Marie Schepers
Nicolaes
Bosmans x Marie Catherina Schepers
Hendrick
Borghs x Maria Elisabeth Schepers.
Ze
releveren de goederen van hun ouders waar hun moeder Catharina Van Hielen
onlangs uitgestorven is:
1770, 08 februari. Folio
201r
Er
wordt een suppliek voorgelegd met opgevolgd octrooi voor Jan Drooghmans.
Jan Drooghmans, inwoner van Schuelen, heeft veel schulden. Hij somt ze op: 80 guldens aan de edele heer de Libotton van land- en weihuur, aan de baron de Blisia van “winningh hure” 158 guldens, aan notaris Drooghmans omtrent 40 guldens van een gekochte koe, aan notaris Vaesen van gekochte varkens 17 guldens, aan de E.H. pastoor van Schuelen 25 guldens van “hoeij wasch”, een 6 ŕ 7 jaren verlopen rente van 10 guldens aan de heer Cox en nog andere kleine schulden. Hij kan deze onmogelijk betalen, tenzij hij andere oplossingen zoekt. Hij ziet zich genoodzaakt om zijn huisje met aangelegen bloek te verkopen, 3 vaten saijens groot gelegen onder Kermpt, genaamd “den Hongers Bergh”. Het is al belast met 10 guldens jaarlijks aan de heer Cox van Hasselt en het goed was hem aangekomen na de dood van zijn ouders zaliger. Om het goed te verkopen heeft hij toestemming nodig van deze schepenbank, als zijn domiciliaire rechters, en verzoekt daarom octrooi. Hij vreest dat hij het goed anders door uitwinning zal kwijtspelen en dan houdt hij er niets meer van over voor de opvoeding van zijn kinderen. “… soo sisteren (bijstaan) sigh alhier in judicio Arnold Drooghmans des opponents broeder ende den eerw. heer pastoor van Schuelen welcke den last door wijlen Leonard van Swartebrouck hem opgeleijt om ul. heeren te relateren, en naeste vrinden van voors. kinderen om den inhoud deses te affirmeren…”.
Nadat
de voorschreven verklaring werd voorgelezen aan Arnold Drooghmans, broer van de
exponent, en aan de E.H. Joannes Bollen pastoor in Schuelen, heeft de eerste
onder eed bevestigd in handen van medeschepen Kenens en de tweede “manu ad
pectus sacerdotale oppositia” geaffirmeerd en geratificeerd.
De schepenen
geven macht en permissie aan Jan Drooghmans tot verkoop van huis met aangelegen
blook. Als er boven de voorgenoemde schulden nog geld resteert, moet het
aangelegd worden voor de voorkinderen van de suppliant.
1770, 20 februari. Folio
203v
Joannes
Reijnders, Peeter Reijnders, Henderick Rijnders en Jan Rijmen n.u. Elisabeth
Rijnders verzoeken te releveren na de dood van hun ouders zaliger Henderick
Rijnders en Elisabeth Reckens al de goederen op hen verstorven:
1770, 22 februari. Folio
204r
Jan
Lambrechts legt een akte voor beschreven op 21.01.1770 door notaris L. M.
Hermans, verzoekend realisatie en approbatie.
Akte.
Bij de notaris, in Herck residerend, verscheen Jan Wijens, inwoner van Donck
die geboortig is van Schuelen. Hij verklaart verkocht te hebben een stuk land
gelegen onder Schuelen in die Neerstraet, genaamd “het Heufkens”, 2 vaten
saijens groot. Het paalt Herman De Meer O., s’ heeren straet Z., Mathijs
Strampers W. en “die Spoę” N. Verkocht aan Joannes Lambrechs, inwoner van
Schuelen, voor 125 guldens Brabants eens. Over het veertiende deel van dit goed
is er onenigheid. Dat zal dan ten goede komen aan de verkoper of aan degene die
het toebehoort. Het geheel is belast met 100 gulden kapitaal aan de erfgenamen
van Sr. Wuesten van St. Truijden, met 16 stuivers jaarlijks aan de fabriek van
de stad Herck, 16 stuivers jaarlijks aan de fabriek van Schuelen en een pint
smout aan dezelfde, een keur aan de graaf de la Marck en grondcijns. Opgemaakt
in het notarishuis in Herck genaamd “den Keijser” in aanwezigheid van Marie
Gertrudis van Melbeeck en Jan Somers, als getuigen.
1770, 29 maart. Folio 205v
Joseph
Beckers x Catharina de Hoogh zijn overleden. Relief van hun goederen onder Stal
door hun kinderen Jan Beckers en Bernardus Seijssens x Catharina Beckers. Het
gaat om een perceel land onder Stal, omtrent “den Valentijn” genaamd “’t
Block”, palend O. Maria Anna van de Weijer, W., Z. en N. ’s heeren straet; een
perceel land gelegen onder Stal genaamd “het Wouters Velleken”, palend O.
Matthijs Gielen, W. s’ heeren straet, Z. Nielen Convents, N. de heide; een
perceel broek gelegen in Castel, palend O., W., Z. Jan van de Bergh, N. Aert
Witters; een perceel broek gelegen omtrent de Stalsche schans, palend O.
Henderick Seijssens, W. Maria Smeets, Z. Jasper Smeets, N. de Maelbeeck.
1770, 05 april. Folio 207r
Sr.
J. B. Theunis legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor,
voor hem als notaris gepasseerd op 01.04.1770, verzoekend realisatie.
Akte.
De notaris resideert in Hasselt. Joannes Stappers, zoon van Renier, inwoner van
Schulen op ’t Heulken, verklaart uit handen van de heer Joannes Hussen, koopman
binnen de stad Hasselt, de som van 200 gulden Brabants Luiks ontvangen te
hebben. Hiervoor draagt hij hem een jaarlijkse rente van 7 guldens Brabants op.
Die hypothekeert hij op huis, hof en aanhang gelegen in Schuelen genaamd “den
Munck Hoff”, in Rée (!). Het geheel is 6 vaten saijens groot, paalt s’ heren
straet O., de wed. Joannes Stappers Z., Peeter Plugers W. en Lamb. Lambricts N.
Het is reeds belast met 10 guldens en 10 stuivers jaarlijks aan dezelfde heer
Hussen. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de acceptant in aanwezigheid van
de getuigen Catharina Agnes Kemp en Cecilia Forier.
1770, 01 mei. Folio 208r
Er
wordt een verkoopsakte voorgelegd ter registratie. De akte is gepasseerd voor
notaris Nulens op 29.03.1770.
Condities.
Peeter Ceijsens, Joannes Reijnders man en momber van Maria Anna Ceijsens en
Leonardus Houben als man en momber van Agnes Ceijsens, die zich allen sterk
maken voor hun afwezige consorten -
volgens octooi verleend door de schepenen van Solre in faveur van Maria
Catharina Ceijsens wed. Joannes Mullens (dit octrooi zou hierbij gegaan
zijn, maar werd niet geregistreerd) – zullen op heden, 29.03.1770, na
voorgaand kerkengebod publiek aan de meestbiedende met hogen en uitgang van de
brandende kaars een stuk land verkopen gelegen in Vurten onder Coursel. “Het
Boomers landt” paalt Peeter Noops O., Christiaen Swerts W., Peeter Henrix Z. en
Catharina Sroijen N., los en vrij op schattingen en grondcijns na. Aan te slaan
half oogst 1771, met schettinge volgens “landts constuijm” en de koper zal op
Sint Andries 1770 4 halsters koren trekken.
Het
goed zal door de gerechtsdienaar worden opgeroepen en aan de hoogste bieder
worden toegeslagen, tenzij het niet aan zijn waarde komt. In dat geval zal het
onverkocht blijven of zal het geproclameerd worden en na proclamatiën zal op
een genachtedag die hen past de kaars ontstoken worden en het goed worden
toegewezen aan degene die op het ogenblik dat de gebannen kaars uitgaat aan bod
is.
De
originele koper zal zijn voorhogen hebben en daarna mag iedereen hogen tot de
uitgang van de kaars. Iedere hoge geldt 2 guldens Brabants Luiks, te verdelen
tussen hoger en verkoper.
Onmiddellijk
na de kaarsbranding moeten de koopsom met alle hogen betaald worden, evenals
alle onkosten met betrekking tot deze verkoop. Het gaat om pontgelt,
keirsbranding, gichtgelt, roepgelt 1 gulden, conditie en kopij 3 guldens, 5
stuivers godtsgelt en 5 guldens lijcoop te verbruiken ten huize van de wed. Jan
Claes in Vurten nadat de palmslag zal gegeven zijn, zonder te korten aan de
koopsom.
Indien
de koper het goed niet zou kunnen betalen, dekken de verkopers zich in. Ze
zullen het goed opnieuw mogen verkopen en de kosten verhalen op de onsolvabele
koper. Er zijn behalve cijns en schattingen geen uitgaande lasten. Deze
condities werden voorgelezen in het huis van de wed. Jan Claes “de Trompet” in
Vurten onder Coursel, in aanwezigheid van de getuigen Joannes Swerts en Mighiel
Claes.
Op
deze dag, 29.03.1770, biedt Peeter Dries 200 gulden Brabants Luiks. Hierop
wordt hem door Peeter Ceijssens in naam van de verkopers de palmslag verleend.
De koper verbetert zijn koop met 10 hogen. Getuigen: Mighiel Claes en
Christiaen Swerts.
Op
1 mei werd deze akte ingebracht ter realisatie.
1770, 01 mei. Folio 210r
Op
dezelfde plaats en datum en onder dezelfde condities als bij de vorige akte
wordt door dezelfde partijen nog een bempt verkocht. Hier is echter sprake van
Marie Christina Ceijssens en niet “Maria Catharina”. Het gaat om “de
Molenbempt” in Vurten, palend Henrick Lekens O., de wed. Henrick Geerts W., die
Maelbeek Z. en Adriaen Peeten N. Los en vrij van lasten, tenzij cijns en
schattingen. Aan te slaan op dag van gichten. De huurder zal het goed evenwel
nog een jaar mogen huren en ervoor de schattingen en 8 gulden huur betalen. De
kosten zijn dezelfde als hierboven.
Condities
voorgelezen in aanwezigheid van Joannes Swerts en Mighiel Claes.
Henrick
Lekens krijgt op 29.03 de palmslag van Peeter Ceijssens en consorten voor 321
guldens Brabants Luiks. Hij zet aanstonds nog 5 hogen. Getuigen Peeter Cops en
Christiaen Swerts. De verkoop wordt op 1 mei door de schepenbank gerealiseerd.
1770, 07 mei. Folio 212v
Arnoldus
Baerts legt uit kracht van generale constitutie namens Willem Bijnens een akte
voor gepasseerd voor notaris Arnol Drooghmans op 15.02.1770. Hij gaat om de
verhuur van een winninge en bijbehorende landerijen door Anna Clara Hermans
wed. Jan Joors, Schulen, aan haar schoonzoon Willem Bijnens.
Akte.
Ze verhuurt haar winninge met bijgaande bouwsels en landerijen gelegen in
Schuelen. Het gaat om “den wenhof” grenzend aan de winning, een stuk land genaamd
“de Kuijlen”, een stuk land genaamd “Uffellandt”, een ander “Tichelrey”, het
“Schremmers Veld”, een half bonder in “Bertus Hof”, een half bonder bampt
genaamd “den Haubampt”. Verhuurd voor een termijn van 3 opeenvolgende jaren;
het huis vanaf half maart en de landerijen vanaf half oogst, beide aanstaande.
De termijn zal eindigen als de vruchten, zowel de harde als de zomervruchten,
zullen afgedaan en ingeschuurd zijn. Jaarlijks 40 pattacons of 160 guldens
Brabants Luiks huur, te betalen voor het eerst half maart 1772. De huurder moet
de schattingen en dorpslasten betalen en bovendien jaarlijks nog aan de Armen
van Wuestherck 8,5 vaten koren. Jaarlijks moet de huurder 2 karren walmen,
iedere kar van 800 ponden genomen, steken op de daken van de gebouwen waar
nodig. Hij moet de lemen wanden onderhouden, zowel binnen als buiten “de vitsen
en placken”. De verhuurster moet daarvoor wel de nodige latten, vitsen en
nagels leveren. Mocht er een gedeelte volledig vernieuwd moeten worden, zal het
tot last zijn van de verhuurster alleen. De aannemer zal het oude dakstro zelf
mogen gebruiken. De verhuurster mag het gebruik houden van een kamer, mits de
huurder daardoor zijn vrije doorgang zal hebben. Der huurder mag alle “vettie
ende mest” gebruiken dat hij zal aantreffen op het verhuurde goed. De aannemer
zal moeten “sichten, binden, invaeren ende dorsen voor kaf ende stroeij” zowel
het koren en de harde vruchten die reeds door de verhuurster werden gezaaid als
het zomergraan dat ze nu nog moet zaaien in deze lente “desen opgaenden
tijdt”.
De
huurder zal dadelijk wel een half bonder land kunnen bezaaien, tot zijn
profijt, met kemp. Het half bonder moet hij voor zijn opvolger huurder in het
afgaan van de huur laten liggen. Opgemaakt in Schuelen in het huis van de verhuurster
gelegen omtrent “den Pleijn”, in aanwezigheid van de getuigen Hendrick
Neuteleers en Peeter Elsen.
1770, 10 mei. Folio 215r
Thielemans
Vos en zijn huisvrouw Cecilia Martens van Schuelen, dragen tot behoef van
Joannes Hermans van Schuelen een perceel land op in Schuelen gelegen genaamd
“het bos landt”. Regenoten Jan Hermans voorschreven O., de heer Ulens Z.,
Renier Wouters W., de erfgenamen van jouffr. Barbara Cox N. Voor 60 gulden
Brabants Luiks eens. Het goed is enkel belast met een oordt cijns en
dorpslasten. De oogst van dit jaar is nog voor Thieleman Vos.
1770, 11 mei. Folio 216v
Realisatie
en approbatie van een akte ingebracht door facteur Theunis.
J.
B. Theunis beschreef op 05.12.1769, residerend binnen Hasselt, volgende akte.
Isabel Hoelen, weduwe van wijlen sr. Gilis Pluijmers voor de tocht, en Gerard
van Mol en zijn vrouw Marie Cornelia Pluijmers, Joannes Pluijmers en Marie
Agnes Pluijmers, 25 jaar oud, kinderen en schoonzoon van Isabel voorschreven en
van wijlen Gilis Pluijmers, voor de eigendom, dragen hun rechten op van een
stuk land van 2 bonder groot in Schulen gelegen, genaamd “den Fleutert”. Het
paalt Abraham de Laeth of zijn erfgenamen en de straat leidend naar Wustherck.
Ze verkopen de hypotheek erop van 700 gulden kapitaal, jaarlijks 20 gulden
Brabants, zoals wijlen Philippus Pluijmers, respectievelijk zwager en oom van
de comparanten, op 07.02.1750 verkregen had toen hij dit land had opgedragen
aan Joannes Colmont, volgens condities beschreven in de akte van wijlen notaris
L. H. Opdendries. Ze dragen op tot behoef van de heer Joannes Hussen, koopman
binnen Hasselt, die accepteert voor 700 gulden Brabants. Isabel voor haar
tochtrecht Ľ; Gerard van Mol en zijn vrouw voor een vierdedeel van de eigendom
kregen hun deel in geld uitbetaald. Het resterende 1/4 deel van Joannes
Pluijmers zal aan het land blijven staan aan 5 gulden jaarlijkse intrest. (Over
het deel van Marie Agnes wordt niet gesproken!) De opdragers stellen de
acceptant in hun plaats en gerechtigheid van de rente of het land voorschreven.
Opgemaakt
in Curingen in den Billick ten huize van Isabel Hoelen. Getuigen: secretaris P.
Eijben en Henrick Sterckmans.
1770, 15 mei. Folio 217v
Aldegond Jacops, Margarita Jacops; Elisabeth Jacops en de zoon van Maria Jacops zaliger Jan Scroijen verzoeken te releveren na de dood van hun ouders zaliger Joannes Jacops en Elisabeth Leijssen alle goederen op hen verstorven. Het gaat om:
1770, 25 mei. Folio 218v
Registratie
van een akte van 19.03.1770 beschreven door notaris J. Nulens, gerealiseerd
door de schepenen. Joannes Jans en Joannes Reynders i.n.v. zijn moeder Ida
Convents verschenen bij de notaris. Jans bekent uit handen van Joannes Reynders
70 gulden Brabants Luiks ontvangen te hebben, waarvoor hij een jaarlijkse rente
van 3 gulden 10 stuivers belooft te betalen. Als pand zet Jans:
Al
deze goederen zijn onder het land van Lummen gelegen. Omdat Joannes Jans deze
goederen onverdeeld bezit met zijn 3 zusters Ida, Helena en Elisabeth, zullen
ze elk apart deze lening moeten goedkeuren en hun goedkeuring kenbaar maken.
Opgemaakt in het huis van de notaris in Vurten onder Coorsel in aanwezigheid
van de getuigen Peeter Convents en Joanna Gertrudis Convents.
1769,
22 juni. Folio 220r
Akte
van 15.05.1769, notaris L. M. Hermans residerend binnen Herck. Guiliam Buntinx
koopt van Hendrick Grooten en zijn instemmende vrouw Magdalena Van Roije,
inwoners van Schuelen, huis, hof, schuur, stallingen en boomgaard in Schulen
gelegen in Rue. Samen ongeveer een bonder groot. Palend die Hooge Straet N., de
heer Briers O., Arnold Hermans W. en het zusterklooster van Hasselt Z. Verkocht
voor 300 gulden Brabants eens. De goederen zijn nog belast met 20 gulden
Brabants jaarlijks aan de heer Roelants van Hasselt, met 1 gulden jaarlijks aan
de kerk van Schuelen en de dorpslasten. De verkopers zullen deze lasten schoon
maken tot eind 1769. Opgemaakt in het huis van de notaris in Herck, genaamd
“den Keijser”, in aanwezigheid van de getuigen Martinus Pulinx en Joannes
Franciscus Schroijen. Hermans heeft deze akte aan de Lummense schepenen
voorgelegd ter realisatie.
1770, 22 juni. Folio 221r
Joannes
Joers x Anna Clara Hermans, beiden zaliger. Hun kinderen releveren: Hermanus
Joers, Jan Mathijs Jaers en Wilhelmus Beijnis x Maria Catharina Joers. Het gaat
om 1) huis en hof palend Francus Reijnders O., de straat N., Z. den Swarten
Beeck, W. mijn heer Briers van Hasselt; 2) “den Scheelen Hoff” grenzend O. de
straat, W. Baron Celis, Z. de heer Brieers van Hasselt, N. Jan Weijns; 3)
“Poorthofken” met regenoten O. de erfgenamen jouffr. Cox, W. de straat, Z. en
N. de erfgenamen van Philippus Vande Roe; 4) “de Heijde” afgekomen van Francus
van de Beeck, grenzend O. de erfg. Joufr. Cox, W. jur. Hendrick Kips, Z. de
erffstege, N. de erfgenamen van jouffr. Cox; 5) huis en hof grenzend O. baron
Celis, W. de steghe, N. de straat, Z. baron Celis; 6) “Schuermans Velt” palend
O. de erfgenamen van Francus Stessens, W. de erfgenamen van jouffr. Cox, Z. Jan
van de Put, N. de erfgenamen van Mathues Schuermans; 7) “Leukers Hoff”,
regenoten O. Hendrick van Cosen, N. de stege, Z. de heer de la Crox, W. Jan
Quaetpers; 8) een half boender in Libertens Hoff, grenzend de schans steghe Z.,
O. Jan Lambrichts, W. Matheijs Jaers, N. de erfgenamen Willem Maris; 9) “de
Groote Heijde” aan de Lochtentocht, grenzend s’heerenstraet O., W. Jan van de
Put, N. Lambertus Lambrichts, Z. Arnoldus Enckels; 10) de “Moskens Heijde” met
een opheldinge grenzend de straat O., Lambertus Lambrichts W., Z. de Groote
Heijde, de erfgenamen joufr. Cox; 11) “het Helle Bosken” palend Frans Vande
Beeckheijde Z., jurs. H. Kips N., Jan Lambrichts W., de erfgenamen joufr. Cox;
12) “den Gruijter”, grenzend O. jouffr. Agnes Vandelaer, W. de heer straete, Z.
mijnheer de la Crox, N. de Swarte Beeck.
1770, 19 juli. Folio 222r
Uit
kracht van generale constitutie legt facteur van Langenacker namens Maria
Theresia Vanden Kerckhoven, meestersse van het begijnhof van Hasselt, een
notariële akte voor beschreven door notaris L. M. Hermans, residerend in Herck,
d.d. 27.03.1769.
Akte.
Marten Pulinx, inwoner van Schuelen, met zijn instemmende echtgenote Anna
Borghs, weduwe van wijlen Philip van Roije, staan het vruchtgebruik af dat ze
heeft in een stuk land gelegen in Schuelen, nagelaten door Philip Van Roije.
Het gaat om “het Backers Velt”, grenzend Elisabeth Stappers Z., Jan Joors en
Jan Lantmeeters O. en W., die steege N. Tot behoef van Hend. Van Roije, een van
haar voorkinderen, zodat hij het kan belasten tot behoef van joufr. Maria
Theresia Vanden Kerckhof, meesteres van het begijnhof van Hasselt, met een
kapitaal van 100 gulden.
Vervolgens,
als vruchtgebruik en eigendom in dezelfde handen zijn, draagt Hendrik Van Roije
het voor beschreven pand op tot behoef van jouffr. Maria Theresia Vanden
Kerckhoven voor een jaarlijkse rente van 3 gulden 10 stuivers. Marten Pulinx
accepteert in de naam van de rentdoenster. Tot pand voor het kapitaal van 100
gulden stelt Hendrick Van Roije het voorbeschreven land; valdag 27.03.
Getuigen: jouffr. Marie Gertrudis van Melbeeck, Joannes Franciscus Schroijen.
1770, 22 juni. Folio 221v
“Keur
koelinge Gerardt Geijsens”.
Geerard
Ghijsens nomine prima uxoris N. Fredrix wonend onder die buijtinge van Beringen
heeft de keur gekocht zoals geaffecteerd staat op een huis en hof in Schuelen
op de Stap gelegen. Het goed paalt de straat W., zijn eigen erf Z., de Winter
beeck N. en O. Na de dood van Jan Fredrix, de zwager van de comparant,
“hebbende over den voorschreven keur geconvenieert”. De comparant wordt tot
keurdrager gesteld.
1770, 25 augustus. Folio
226v
Scheiding
en deling door de kinderen van wijlen Joannes Jaers en Anna Claera Hermans:
Joannes Mathias Jaers, Hermandus Jaers, Wilhelmus Beynens numine uxoris Maria
Catharina Jaers.
Volgende
kavels
Kavel
A:
Kavel B:
Kavel C:
De partijen zullen samen de lasten dragen tot 1770
inbegrepen.
Kavel A is voor Joannes Matthijs Jaers, kavel B voor
Herman Jaers en kavel C voor Willem Bijnens n.u. Maria Catharina Jaers.
1770,
10 oktober. Folio 229v
Schelenhof.
Voor de schepen van Loons recht van Lummen buiten vrijheid als “laetehen” van
Schelenhof releveert notaris Pet. Adr. Ridderbeeck namens
Jacobus Stellingewerf, oud-burgemeester van Hasselt, voor 1/3
advocaat Borghs n.u. Arnolda Stellingewerf, advocaat Mengens momboir uxoris
Francisca Stellingewerf, Elisabeth Stellingewerf voor het tweede 1/3
advocaat van Hese n.u. Ida Schoenaers, advocaat Colen n.u. Maria Schoenaers,
advocaat Maurus Schoenaers voor het derde 1/3
een
bonder land afkomend van Nicolaes Neven, daarna heer commissaris Blusterbosch,
gelegen onder Schulen opden Belick achter die Swartbeeck, regenoten H. Geest
van Herck N., heer Gerardus Kips van Luyck O., mevrouw van Herckenrode W.,
Jaspar Vandereijcken Z. Het geldt jaarlijks cijns in Schelenhof “feria secunda
post invocavit” in Schulen 2 1/2? vierdelinck garsten. Het goed is hen
aangekomen na de dood van heer colonel Henricus Stellingewerf zaliger.
Aansluitend
releveert dezelfde Ridderbeecks namens dezelfden voor de schepenen van Loons
recht buiten het versterf na het overlijden van dezelfde kolonel, hier
sorterend: A) een perceel land op den Belick onder Schuelen, gelegen als boven,
met 1 oord cijns aan de heer; B) 3 sillen uit 5 sillen bempt genaamd het Roost
onder Schuelen, verkregen door heer Stellingewerf van Lambert Lambrechts en
consorten op 10.10.1768. De bempt paalt de straat 1), wed. van oud-burgemeester
Roelants 2), Lambert Lambrechts 3), de zuster van Hasselt 4). Geldt 4 oorden
cijns.
1770, 24 oktober. Folio 230r
De
la Croix legt een akte voor die beschreven is op 16.03.1770, verzoekend
realisatie.
Akte.
Voor notaris J. F. Opdendries, residerend binnen Hasselt, verscheen Isabella
Jacobina Pelenders wed. Dominicus Martinus Alen, oud-burgemeester van Hasselt.
Uit kracht van hun gezamenlijk testament gemaakt op 13.09.1747 bij notaris N.
Liefsoens verkoopt ze aan Joannes Hussen, koopman binnen Hasselt, een
jaarlijkse rente van 12 rijnsgulden die ze trekt op panden van joufr. Anne
Marie Gabriels, gelegen onder Schuelen. Het gaat om “het Puttvelt”, palend
Thijs Mons met zijn huis en hof, de steeg en Peeter Schuermans of zijn
representanten. En om “’t Kiesecom” gelegen op de Mier, grenzend Louis Lemmens
of zijn representanten, de representanten van Peeter Schuermans, de
representanten van Willem Claes. Opgemaakt in het huis van de acceptant in
Hasselt in de Demerstraet omtrent de molen. Getuigen: Henrick Tiers en Anna
Marie Stappers wonend in Donck.
1770,
23 oktober. Folio 232v
Voor
schepen C. Vandereijcken, residerend in Schuelen, verscheen Petrus van
Swartenbrox als man en momber van Anna Ida Vandereijcken. Ze verkopen een
perceel land genaamd “het Belicken”, anderhalf vat zaaiens land gelegen in
Schuelen, palend Lenaert Villici O., de armentafel van Herck Z., de kinderen
van Henrick van Quathoven en Elena Van Tilt W., de heer Stellegewerck N.
Koopster is Aldegon Strouwen, die wil dat het na haar dood in 2 delen gesplitst
wordt: 1) aan Joannes Stappers zoon van Joannes Stappers en Andegon Strouwen en
2) aan Aldegon Van der Eijcken dochter van C. Vandereijcken en Maria Catrina
Stappers. Verkocht voor 250 gulden eens. Opgemaakt in het huis van C.
Vandereijcken binnen Schulen in aanwezigheid van de getuigen Jan Mafoij en
Elena Palmas. De laatste kan niet schrijven.
1770, 22 november. Folio
233r
Relief
na overlijden van Jan Reynders x Reynkens. Jan Molders met Peeter Reijnders
i.n.v. Matheijs Blaeben, Jan Vande Poel en Francis Vaes in de naam van Peeter
Reijnders releveren alle goederen die op hen zijn verstorven na de dood van hun
oom Jan Reynders, waar onlangs zijn weduwe Reijnkens als tochtster is
uitgestorven. Het gaat om de helft van een perceel land genaamd “de Groote
Heij”, palend Jan Molders W., Jan Hoelen N., Sweijssen erfgenamen O., de
gemeente Lummen Z.; een perceel land genaamd “Heerenveldt”, grenzend de
erfgenamen de Malsen Z., Aerdt Tis erfgenamen W., de erfgenamen Adriaen Bussers
N., Jan Wellens O.; een perceel bos genaamd “Lutsens oorken” onder Schuelen
gelegen, grenzend de Laeck Z., secretaris Timmermans O., Hienens Brock W., den
deijck N.
1770,
15 november. Folio 233r
Facteur
Vanlangenacker, uit kracht van generale constitutie, legt voor de schepenen een
notariële akte neer beschreven door notaris Theod. Pijp residerend in Hasselt.
Hierin verkoopt Willem Pilaris een perceel akkerland gelegen onder Schuelen,
dat hij kocht via een akte gerealiseerd door de schepenen op 13.02.1769, aan de
edele heer Nicolaas Joannes Josephus de Libotton heer van Cleijn Stevort. Hij
verzoekt realisatie.
Akte
van 9 november 1770. Willem Pilaris verkoopt een perceel akkerland gelegen
onder Schuelen, palend s’heeren straet 1), het Cornelisvelt 2), de edele heer
de Heusch 3), Joannes Roelants 4). Hij heeft het zelf op 3 oktober 1768 gekocht
van Henrick Roelants volgens akte beschreven door notaris H. Vanderdonck. Hij
verkoopt aan de edele heer Nicolaus Joannes Josephus delibotton, heer van
Cleijn Stevort. In zijn naam is present Henricus Pijp, regerende burgemeester
van de stad Hasselt, rentmeester van de Libotton. Verkocht voor 324 gulden en
10 stuivers. De huur van het land, die op Sint Andries zal vallen, is voor de
koper en de huurder zal in zijn toust moeten gehandhaafd blijven. Getuigen: de
E.H. Frederici, kapelaan in de parochiale kerk van Hasselt, en sr. Ludovicus
Pijp.
1770,
06 december. Folio 234v
Verkoopcondities
van 03.10.1770, ondertekend door notaris J. Nulens, worden voorgelegd ter realisatie.
Op 3 oktober zal na voorgaand kerkengebod publiek aan de meestbiedende met
hogen en uitgang van de brandende kaars verkocht worden: een stuk land in den
Postelmans Hoeck in Coursel gelegen, in regenoten s’heeren aerd O. en Z.,
Peeter Hermans W. en Jan Ceijsens N. Het is belast met 200 gulden Brabants
Luijckx kapitaal aan de weduwe van Jan Claes in Vurten, met dorpsschattingen en
s’heeren grondceijns. Aan te slaan half oogst 1772, mits ieder jaar (1771 en
1772) 10 halsters koren te trekken.
Het
goed zal door gerechtsdienaar Peeter Oriaens opgeroepen worden en aan de
meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. Het zal
daarna geproclameerd worden van 14 dagen tot driemaal 14 dagen op de
gewoonlijke plaatsen. Daarna zal op de eerstvolgende genachtendag de kaars
ontstoken worden voor de schepenen waaronder het goed sorteert en na wettelijk
bannen zal de koop verblijven op degene waarop de kaars zal uitgaan. Nadat de
originele koper zijn voorhogen heeft gesteld, zal iedereen mogen hogen tot de
uitgang van de kaars met 2 gulden Brabants Luijcx per hoge, te verdelen tussen
hoger en verkoper. Onmiddellijk na de kaarsbranding zal de gichte gebeuren en
dient de hele koopsom met alle hogen voldaan te worden in zilveren of gouden
munten, met alle onkosten betreffende deze verkoop zoals kaarsbranding,
pontgeld, gichtgeld, roepgeld 1 gulden, conditiegeld en kopij 3 gulden, 5
stuivers godsgeld en 10 gulden voor lijcoop te consumeren in het huis van
Jaspar Smeedts nadat de palmslag zal gegeven zijn. De verkoopster reserveert
zich 8 “die besten struncken” die op het goed staan om tussen nu en half maart
eerstkomend af te kappen en bovendien de korenpacht die op Sint Andries
eerstkomend zal vervallen. Het goed wordt opgeroepen in het huis van Jaspar
Smeedts in Coursel in aanwezigheid van getuigen Andries Vaes en Jaspar Smeedts.
Maria
Anna Smeedts biedt 585 guldens Brabants Luijcx boven lasten. Hierop krijgt ze
van Elisabeth Maes de palmslag. Smeedts zet daarop 15 hogen. Kaarsbranding op 3
november 1770.
1770,
06 december. Folio 237r
Aansluitend
verklaart Maria Aerts weduwe van Jan Claes dat ze uit handen van Maria Anna
Smeets de som van 200 gulden Brabants Luijck ontvangen heeft en ze kwijt
daarmee de panden die Smeets vandaag kocht.
1770,
04 december. Folio 237v
De
kinderen van Lenaert Stessens, overleden, gehuwd met Catrina Was, levend,
verdelen de goederen in Schuelen. De moeder behoudt nog het vruchtgebruik.
De
oudste zoon Henrick Stessens koos kavel A. Deze zal omvatten:
·
huis,
schuur en stallingen, moeshof en bijbehoren op den Abeel gelegen in Schuelen,
palend Hendrick Aers u.n. Joanna Hendrickx O. en Z., Paulus Vrancken W., de
heere straet N.
·
een
rente op huis en hof in de Peerstraet van 2 gulden 12 stuivers jaarlijks, te
betalen door Catrina Stessens weeskind van Fransus Stessens en Elisabeth
Tellen.
·
Dit
gedeelte is belast met een keur aan zijne excellentie en met 5 gulden jaarlijks
aan Petrus Plugers.
Kavel
B viel met kaveling aan Dionisius Lenaers man en momber van Catrina Stessens:
·
De
helft van “de Bovenste Lompe”, gelijk te delen met kavel C. Palend de straat
O., kavel C. met de helft van dezelfde Lompe Z., de heer Cox van Hasselt met de
“Clijne Lompe” W., Aert Enckels en consorten met “den Muggendris” N.
·
De
helft van “de Clijne Lompe”, het onderste deel gelijk te delen met kavel C.
Palend de Groote Lompe O., de herenstraet Z., de heer Cox W., het wedergedeelte
of kavel C N.
·
Dit
gedeelte is belast met 5 gulden 10 stuivers aan de heer Vossius van Hasselt en
met 1 gulden 6 stuivers aan Magrita Lijnen in Lummen.
Aan Gutrudus Stessens viel kavel C met kaveling:
·
De
helft van “de Groote Lompe”, het onderste deel, gelijk te delen met kavel B.
Palend de straat O. en Z., kavel C met de helft van dezelfde Lompe N., de heer
Cox van Hasselt W.
·
De
helft van “de Clijne Lompe”, het bovenste deel, gelijk te delen met kavel B.
Palend Aert Enckels met consorten met den Muggen Dris O., de herenstraet Z., de
heer Cox van Hasselt W., het wedergedeelte of kavel B Z., Jan Matijs Jaers N.
·
Dit
gedeelte is belast met 5 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de heer Vossius van
Hasselt en met 1 gulden 6 stuivers aan Magrita Lijnen in Lummen.
Opgemaakt
in het huis van de schepen C. Vandereijcken in Schuelen in aanwezigheid van de
getuigen Jan Vande Putte en Helena Palmus. De partijen zetten een merkteken als
handtekening omdat ze niet kunnen schrijven.
1770,
11 december. Folio 239r
Henderick
Luijten, Catharina Luijten, Elisabeth Luijten en Maria Luijten verzoeken te
releveren na de dood van hun ouders zaliger: een perceel land gelegen in
Coorsel op den Hechpat, palend O. de weduwe Brigida Van Postel, W. de weduwe
Jan Rijnders, schepen, Z. en N. des heeren straet; een perceel broek gelegen
omtrent den Hoogen Bosch”, O. Peeter Hermans, W. de weduwe Beckers, Z. Jacob
Vaes, N. de weduwe Vijfeijcken.
1770,
20 december. Folio 239r
Meier
de Borman, uit kracht van generale constitutie namens de erentfesten heer
Gaspar Vossius senior, legt een notariële akte neer gepasseerd voor notaris H.B.
Custijns, binnen Hasselt residerend, van 7 december 1770 betreffende een
hypotheek of rentcreatie door Dionisius Leuraerts en zijn vrouw Catharina
Stessens.
Akte.
Dioniqius Leuraerts en zijn vrouw Catharina Stessens dragen op 4 gulden
Brabants jaarlijks tot profijt van de heer advocaat Gaspar Vossius den ouden
voor 100 gulden Brabants eens. Hiervoor stellen ze tot pand het deel dat hen
via deling is toegevallen (zie hiervoor de deling voor de schepenen van het
land Lummen van 4 december laatstleden, littera B). Het lot bestaat uit de
helft van de Groote Lomp, gelegen in Schuelen, palend O. s’heeren straet, Z.
het wedergedeelte en de Onderste Lomp, W. de heer Cox van Hasselt en de Cleijne
Lomp, N. “den Muggen Dries”; de helft van de “Cleijne Lomp”, het onderste deel
gelijk te delen, palend O. de Groote Lomp, Z. s’heeren straet, W. de heer Cox
voorschreven, N. het wedergedeelte. Het is belast met 11 rinsguldens aan de
heer acceptant en met de helft van 2 gulden en 12 stuivers aan Margaretha
Leijnen in Lummen, met de helft van 6 oord cheijns aan de heer. Getuigen:
Christiaen Briers en Anna Bijsmans. Voor de kopij van de akte betaalde de
acceptant 2 gulden.
1771,
7 januari. Folio 241v
Op
31.12.1770, na voorgaand kerkengebod, wordt aan de meestbiedende een perceel
land te koop aangeboden in Coursel omtrent “den Hecpat” gelegen, genaamd
“d’Oude Hoeve”, palend de erfgenamen Henrick Reijnders O., de weduwe Jan
Reynders W., s’heeren straet Z. en N. Los en vrij met uitzondering van
grondcijns en dorpslasten. Aan te slaan half oogst 1771 en voor dit jaar zal de
koper 8 halsters koren profiteren. Het goed zal door gerechtsdienaar Peeter
Oriaens opgeroepen worden en aan de meestbiedende met eenmaal, andermaal,
derdemaal worden toegeslagen. De koper moet alle rechtskosten betalen:
pontgeld, gichtgeld, roepgeld 1 gulden, 2 gulden voor conditie en copije, 5
stuivers godsgeld en 10 gulden lijcoop te verbruiken in het huis van Jan
Lemmens nadat de palmslag zal gegeven zijn. De koper mag de koopsom dadelijk
betalen ofwel op dinsdag te Coursel Grootkermis, dit is 22 oktober 1771, in
zilveren of gouden stukken gangbaar geld. Condities voorgelezen in het huis van
Jan Lemmens op de Witterswinninge onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen
Gaspar Van Bilsen en Henricus Van de Wijer, die de condities tekenen naast
verkoper Henrick Luijten en notaris J. Nulens.
Aansluitend
bood Joannes Weutiens de som van 515 gulden Brabants Luijcx, waarvoor hem door
Luyten de palmslag werd vergund. Getuigen: Peeter van Ubbel, Gaspar Comans.
De
akte werd gerealiseerd op 7 januari 1771.
1771,
7 januari. Folio 243r
Verkoopcondities
van 31.12.1770. Na voorgaand kerkengebod zal Henrick Luyten publiek aan de
meestbiedende verkopen een torfbemdt omtrent “den Hooghen Bos” onder Coursel
gelegen, palend Peeter Hermans O., de weduwe Jan Beckers W., de weduwe Willem
Vijfeijken Z. en Jacob Vaes N. Vrij van lasten met uitzondering van cijns en
grondlasten en met servituijt van weg; aan te slaan half maart 1772. De
verkoper zal voor het jaar 1771 7 gulden huur profiteren.
Het
goed zal door Peeter Oriaens, gerechtsdienaar, opgeroepen worden en aan de
meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegewezen. De koper
moet alle koopkosten betalen: pontgeld, gichtgeld, roepgeld 1 gulden, 2 gulden
voor conditie en de kopij ervan, 5 stuivers godsgeld en 5 gulden lijcoop te
verbruiken in het huis van Jan Lemmens nadat de palmslag zal gegeven zijn.
De
koper mag de koopsom dadelijk betalen ofwel op dinsdag te Coursel Grootkermis,
dit is 22 oktober 1771, in zilveren of gouden stukken gangbaar geld. Condities
voorgelezen in het huis van Jan Lemmens op de Witterswinninge onder Coursel in
aanwezigheid van de getuigen Gaspar Van Bilsen en H. Van de Wijer, die de
condities tekenen naast verkoper Henrick Luijten en notaris J. Nulens.
Op
dezelfde dag en plaats gaf Henrick Luijten de palmslag aan Peeter Van Ubbel
voor 290 gulden Brabants Luijcx en hij stemt toe in realisatie. Getuigen: Adam
Troestens en Henrick Tielemans. Realisatie op 7 januari.
1771,
5 januari. Folio 244v
Jacobus
Theunis releveert na de dood van zijn ouders Franciscus Theunis en Agnes Van de
Berghe een perceel land gelegen in Castel onder Stal genaamd “het Brexken”,
palend O. Willem Witters, W. Gerardus Thijsmans, Z. de erfgenamen Thomas Bams,
N. Andries Van Aerenbergh. Ceijns jaarlijks 0 – 0 - 2.
1771,
7 januari. Folio 244v
Peeter
Brouwers en Michiel Hermans nonime uxoris Catharina Brouwers releveren na de
dood van hun ouders Jan Brouwers en Helena Tielens: een perceel broek gelegen
onder Coorsel omtrent “den Hooghen Bosch” genaamd “het Hemelrijck”, palend O.
de weduwe Hendrick Huyberighs, W. Peeter Fransis Convents, N. de beek, Z.
s’heeren aert. Cijns jaarlijks 0 – 1 – 0.
1771,
10 januari. Folio 245r
Realisatie
van een akte van 14 december 1768 van notaris J. Nulens. Henrick Neijs, met
instemming van zijn echtgenote Aldegond Witters, verklaart dat hij aan Peeter
Convents een schanshuis verkocht met de aanliggende grond, gelegen op de
Vurtensche Schans onder Coursel. Palend het schansveld O., de steenweg W., de
erfgenamen Willem Noops en Wouter Swerts Z. Verder nog een hofke gelegen voor
de Vurtense schans, palend de erfgenamen van Jan Claes O., s’ heeren straet W.
en Z., de schansvest N. Enkel belast met schatting en grondcijns. Verkocht voor
160 gulden Brabants Luijcx en 15 gulden voor een kermis voor verkopers
huisvrouw, 1 gulden lijcoop en 5 stuivers godsgeld. Aan te slaan half maart
1769. Akte opgemaakt in het huis van de notaris in Vurten in aanwezigheid van
Egidius Schepers en Joanna Gertrudis Convents, getuigen.
1771,
7 februari. Folio 247r
Voor
notaris L. M. Hermans residerend binnen Herck verscheen op 1 februari 1771 Jan
Luijten, inwoner van Schuelen. Hij transporteerde een stuk land gelegen onder
Schuelen op het Schuermans Eijnde omtrent “den Lochtenbosch”, palend de edele
heer baron de Blisia Z., W. de heer Hendrix van Sint Truijden en N. Gerard
Wirix, dat hij via vernadering heeft verkregen tegen Gerard Renot die het op
zijn beurt kocht van Arnold Hermans voor de Loonse justitie van Lummen. Draagt
het op tot behoef van zijn zwager Herman de Meer voor 100 gulden. Opgemaakt in
Herk in het woonhuis van de notaris genaamd “den Keijser” in aanwezigheid van
de heer Joannes Aegidius de Lavalle en joufr. Maria Gertrudis van Melbeeck als
getuigen.
De
bovenstaande akte werd op 7 februari voorgelegd in opdracht van Herman de Meer
door zijn facteur Hermans. Jan Luijten wordt Aerdens zoon genoemd in de
realisatie en approbatie.
1771,
7 februari. Folio 248r
Realisatie
van een akte van 14 december 1770, notaris J. F. Opdendries van Hasselt.
Joannes Stappers en zijn echtgenote Aldegondis Vandevoort mangelen met de heer
Joannes Hussen, koopman en borger van de stad Hasselt. Ze dragen op: huis en 2
stukken land van een bonder groot gelegen onder Schuelen, genaamd “den Weghen
Bergh”, afgekomen van Adriaan Cuijpers. Palend s’ heeren straet O., de weduwe
Jan Stappers Z., Peeter Plugers N. en Lambert Lambrechts W. Het is belast met
500 gulden kapitaal aan de heer acceptant. Onder vorm van tegenmangeling draagt
de acceptant tot profijt van Stappers en zijn echtgenote een half roede moeshof
op gelegen onder Hasselt, palend de weduwe van de heer oud-borgemeester
Kerckhoven 1), joufr. de weduwe dokter Wilsens 2), notaris Custijns 3) en de
heer advocaat Vossius 4). Dit is belast met 34 stuivers jaarlijks aan de
erentfesten advocaat Fredrici. Boven de kapitale som van 500 gulden en alle
verlopen telt de heer Hussen nog 300 gulden Brabants eens over aan het
echtpaar. Op deze manier is de mangeling rond en bekomen ze elk hun goed.
Opgemaakt in het huis van Hussen in Hasselt in de Demerstraet in aanwezigheid
van de Henrick Tiers en Joannes Vos als getuigen.
Op
7 februari wordt deze akte door Opdendries aangeboden ter realisatie en
approbatie.
1771,
7 februari. Folio 249v
Theodorus
Vanden Kerckhof releveert voor de tocht het legaat dat hem bij codicille
gelaten is door wijlen Hermannus Van den Kerckhof of zijn broer zaliger,
volgens akte gepasseerd voor notaris H. Wintmolders op 20 december 1770. Het
gaat om de helft van 24 roeden bempt gelegen in “die Zeelbempden”, waarvan de
erfgenamen van Willem Van Reijckel de andere delen in eigendom hebben,
onverdeeld. De gehele bempt paalt de H. Geest van Herck O. en W., de heer
secretaris Kips en de H. Geest van Herck Z., “den Heselaer” van de H. Geest van
Spalbeeck, de H. Geest van Herck en de commandeur van Bernissem N.
De
betreffende clausule: laat aan zijn broer Theodorus van den Kerckhof 12 roeden
in die Zeelbempden “ende dat voor sijnen duerdagh” en na zijn dood voor zijn
kinderen.
1771,
7 februari. Folio 250v
Jan
Molders, Peeter Reijnders, Matheijs Blaesen, Jan Vande Poel, Francus Vaes als
momber van het kind van Peeter Reijnders uxoris Misthien(!) Iven dragen tot
behoef van Adrianus Willems een perceel broek op waarvan jouffr. Vandelaer de
wederhelft toebehoort. Het gaat om “het Lidtseerken”, gemeen broek gelegen
onder Schuelen, palend secretaris Timmermans O., het Stienens Brock W., de
Demerdeijck N. en de oude Laeck Z. Voor 151 gulden Brabants Luijck eens, die de
verkopers ontvangen hebben. Niet belast buiten cijns en dorpslasten. (In de
aanhef vinden we enkel “Peeter Reijnders kind” als verkoper, maar het gaat
duidelijk om meerdere betrokkenen.)
1771,
21 februari. Folio 251v
Elisabeth
Wijhens wed. Arnoldus Stappers draagt tot behoef van Elisabeth Swartebroek de
helft op voor de tocht en de ander helft voor de eigendom van een perceel land
genaamd “Heijde”, palend de heer Hussen van Hasselt O., Elisabeth Stappers Z.,
de heer advocaat Vossens W., de begijn Hilst en Renerus de Kler N. Voor 50
gulden Brabants Luijck eens. Belast met 2 gulden 10 stuivers en met een rente
van 5 gulden jaarlijks aan de edele heer de Libbeck, met cijns en schattingen.
1771,
25 februari. Folio 252r
De
heer L. M. Hermans, uit kracht van constitutie, legt aan de schepenen, als
laten van Schelen Hof, een notariële akte voor gepasseerd voor notaris P.
Borghs op 14 mei 1752. Hierin wordt een rente gecreëerd op panden van Henrick
Cleeren in Schuelen omtrent het Heulken gelegen. Het gaat om een perceel bempt
voor de molen van Herck gelegen, genaamd “den Veelen Hof” en huis, hof,
boomgaard palend de Cleijn Herck O., s’ heeren straat Z., de molenboomgaard of
de beek die ertussen is geweest W., de heer G. H. Briers van Hasselt N. Hij
verzoekt realisatie van de akte.
Akte
van 14.05.1752. Hendrick Cleeren draagt voor het vestigen van een rente tot
behoef van de E.H. Petrus Borghs, priester beneficier in de domkerk van Luik,
een jaarlijkse rente op van 8 gulden Brabants. Hij stelt deze op een stuk land
van 2 bonders 5 roijen groot gelegen onder Alcken, palend Arnold Scroijen 1),
Jan van Straelen 2), Jan Hermes 3), de weduwe van Dries Martens 4); op een
weide die ernaast is gelegen, 15 roeden groot, palend Arnold Froijen 1), Jan
Hermes 2), Willem Mellemans 3) en verder op al zijn andere goederen. Als
kapitaal heeft hij de som van 200 gulden Brabants ontvangen. Opgemaakt “int’
heerehuys” in Kermpt in aanwezigheid van de getuigen Jan Van Dickelen en Jacob
Moenen.
1771,
10 april. Folio 254r
Joannes
Van Rijeckel, geassisteerd door zijn neef Willem van Rijeckel die ook handelt
in de naam van zijn zusters Catarina van Rijckel, Agnes van Rijckel, Anna Van
Rijckel en Margarita van Rijckel, verzoeken te releveren na de dood van Willem
Van Rijckel en Margarita Oleviers, respectievelijk de ouders van Joannes Van
Rijckel en de grootouders van Willem en zijn zusters. Het gaat om een perceel
broek gelegen in de Seelbempden, 12 roeden groot, waarvan de erfgenamen van
Hermanus Van den Kerckhoff de andere 12 roeden bezitten. De gehele beemd paalt
de Armen van Herck O., de secretaris Kips en de H. Geest van Herck Z., de H.
Geest van Spalbeeck met de commandeur van Bernissem N., de H. Geest van Herck
W.
1771,
15 april. Folio 254BISr
Relief
Heer Jaspar Smeets erfgenamen. Petrus Luts nomine uxoris Marie Joris, Giliam
Schuermans, Peeter Schuermans, Barbara Schuermans, Joannes Heijligen manmomber
Elisabeth Schuermans verzoeken te releveren na de dood van de E.H. Jaspar
Smeets al de goederen op hen verstorven. Het gaat over een perceel land gelegen
in Stal genaamd “het Reucken”, palend O. de erfgenamen van Jan Van de Weijer,
W. s’heerenstraet, Z. en N. Jan Vande Berge.
1771,
15 april. Folio 254BISr
Ook
Peter Dries releveert eveneens na de dood van E.H. Gaspar Smeets dezelfde
goederen als hierboven en nog andere: een wijer in Coorsel genaamd “den Loosen
bempt” palend rondom s’ heeren aert; een wijer geheten “het Hemelrijck”
grenzend rondom s’ heeren aert; “den Brempden Weijer” in Coorsel palend rondom
s’ heeren aert; “den Kleijnen Stock Weijer”, op het Vliegerseijnd gelegen,
palend rondom s’ heeren aert, “den Grooten Stock Weijer” op het Vliegers Eijnd,
palend rondom s’ heeren aert
Cijns
van de wijers dobbel 0 – 2 – 0; cijns van het veld dobbel 0 – 2 – 0.
1771,
24 april. Folio 254BISv
Vervalt;
zie volgende akte.
1771,
24 april. Folio 255r
Verkoopsvoorwaarden
voor verkoop door Peeter Fonteijn met instemming van zijn echtgenote Maria
Henrix, na voorgaand kerkengebod, van een bempt genaamd “den Klijn Baener”, gelegen
in Coorsel palend O. Geert en Jaspar Vaes, W. Servaes Vaes, Z. de H. Geest, N.
de Aldebeeck (oude beek). Enkel belast met cijns en schattingen. De
beemd zal door gerechtsdienaar Peeter Adriaens worden opgeroepen en aan de
meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden toegeslagen. De koop
moet op dag van gichten, maximum nu over 8 dagen, voldaan worden in zilveren of
gouden munten. Omdat deze beemd samen met de winning verhuurd is, kan de koper
deze beemd niet aanslaan dan na de huurtermijn van 3 jaren, maar hij zal er
jaarlijks op Sint Andries 10 gulden huur voor trekken vanaf 1771. De koper moet
een half ton bier lijcoop geven, 5 stuivers godsgeld aan de kerk van Koersel,
voor conditie en de kopij ervan 2 gulden, roepgeld 1 gulden. Alle rechtskosten,
zoals pontgeld en gichtgeld, zullen tot kopers last staan zonder te korten en
bovendien 4 gulden voor spelgeld voor verkopers huisvrouw.
Deze
condities werden publiek voorgelezen op 23 april 1771 ten huize Henric
Tielemans in de keuken, gelegen aan de kerk van Coorsel in aanwezigheid van de
getuigen Mattheijs Feijen en Joan Beckers. Attestor J. A. Beckers, schepen.
Eveneens
op 23 april bood Aert Knaep 340 gulden Brabants Luijcx, waarvoor hij van Peeter
Fonteijn de palmslag kreeg. Getuigen Henricus Mattheus Reijnders en Mattijs
Feijen.
Op
24 april gichte. Peeter Fonteijn verklaart 204 gulden ontvangen te hebben op
deze verkoop. Op 11 juni 1771 ontving hij de resterende 140 gulden.
1771,
25 april. Folio 256v
Hendrik
Van de ven, zoon van Hendrik Van de ven, wonend in Stevaert, verkoopt aan
Willem Vandeven (wonend in Wuestherck) een perceel land in Schuelen. Het gaat
om de helft van 2 vaten zaaiens waarvan de ander helft toebehoort aan de koper
Willem Vandenven. Het paalt de heer Roelans of nu de edele heer Deliboton O.,
Peeter Vande Laer met Geerardus Wierox Z., de kinderen van Jan Filici en Clara
Van Swartenbrox W., Hendrick Vos N. Verkocht voor 87 gulden Brabants Luijcx
eens. Koopsom werd voldaan. Onbelast met uitzondering van 2 oord cijns en dorpslasten,
lijcoop 3 gulden, godsgeld 10 stuivers. Hendrik Vandeven houdt de oogst van dit
jaar.
1771,
10 mei. Folio 258v
Petrus
Franciscus Ceijssens releveert na de dood van Joannes Henricus Ceijssens, zijn
broer, een perceel land in Stal onder Coorsel, palend Barthel Van Wijer W.,
Mattijs Gilen en Jan Cannaerts O., Henrick Geerts N., de straat Z.
1771,
7 juni. Folio 258v
De
heer Theod. Pijp legt uit kracht van generale constitutie een akte voor
beschreven door hemzelf op 24 mei laatstleden. Hij verzoekt realisatie en
registratie.
Akte.
De notaris, residerend binnen Hasselt, ontvangt Jan Vande Putte, inwoner van
Schuelen. Deze handelt uit kracht van octrooi dat hem gegeven werd op 10 mei
door de schepenen van het land Lummen. Hij leent 200 gulden van de zeer eerwaarde
heer Guilhelmus Josephus Peuskens, in zijn functie van pastoor van het
begijnhof van Hasselt, en draagt hem een rente op van 8 gulden Brabants
jaarlijks. Deze rente wordt geaffecteerd op een stuk land van 5 vaten zaaiens
min een kop groot gelegen in Rue onder Schuelen. Het paalt Joannes Mathijs
Jaers O., Guilliam Beerten Z., de straat W., Jan Luijten met het wedergedeelte
N. Onbelast. De ontlener verbindt er zich toe om binnen 3 weken met het geld
een deel van de schulden af te betalen, die in het octrooi vermeld staan.
Opgemaakt in het huis van de eerwaarde heer acceptant binnen Hasselt in
aanwezigheid van de getuigen de E. H. Nicolaes Van Brabant en Marie Hermans.
1771,
20 juni. Folio 262r
Sr.
Joannes Joseph Rijnders releveert voor zichzelf en in naam van secretaris
Esscheraus man en momber van Anna Magritta Reijnders, Henricus Mathus Rijnders
als man en momber van Anna Chatrin Rijnders, Peeter Joannes Vullers zoon van
Hijlger Vullers van Elisabethta Rijnders, dus in zijn eigen naam en in naam van
de kinderen en het kindskind, bepaalde goederen. Het gaat om huis, hof, bempden
en landerijen daaraan annex gelegen in Korssel in de Strat, palend de heere
strat Z., Jan Gijbels O., de weduwe Michael Hijrmans W., de weduwe Michael
Mijeen N. Verder een perceel land genaamd “het Groot Eielen”, palend de weduwe
Beckers N., het Groot Veldt W. Verder “Eijnpicken Hof”, palend Peeter Komvens
Z. Nog een perceel land genaamd “den Steen Hoven”, palend “des heeren naert
suijden” en W. Nog “den Hasserick”, bos en weide, palend “den Heeren naert
Noorden en Zuijden”. 3 torfbempden regenoten des heerennaert Z., de ronde beeck
N. Nog een bempt “den Grooten Birtsaert” met de aangelegen straten, palend des
heren aard Z., Jan Gijbels O. “Den Molen Bempt” palend de Alde Beeck N., Jan
Vande Bergh Z. Een bempt “de Esselen Bos” regenoten de Winterbeeck Z., de
weduwe van Jan Clas N. en W. Al deze goederen zijn hen aangekomen na de dood
van hun ouders Joannes Rijndens en Ida Komvens.
1771,
4 juli. Folio 263v
L.
M. Hermans legt uit kracht van generale constitutie en namens Guilliam Dermond,
inwoner van Donck, een akte voor beschreven door hemzelf in zijn functie van
notaris op 10 juni 1771. Hij verzoekt realisatie van de koop die door Jan
Weijens werd aangegaan tot behoef van Guilliam Der Mond.
Akte.
Voor de notaris, residerend in Herck, verschenen Jan Wijens inwoner van Donck
en zijn schoonvader Guilliam Dermond eveneens van Donck. De tweede
comparant(Dermond) heeft tot voldoening en voltrekking van de koop van een
winning en aangelegen goederen gelegen onder Donck in de Corpsche Straet van de
erfgenamen van wijlen Willem van Rijckel zaliger geld betaald. Deze koop was
door Dirick Bungeneers vernaderd en daarna aan de eerste comparant(Wijens)
overgelaten en dus afgestaan. Nu heeft Jan Wijens echter niet de beschikking
over de nodige centen om de koop te voldoen. Daarom staat Wijens nu een stuk
land af dat onder Schuelen is gelegen, ongeveer 6 vaten zaaiens groot. Het
paalt de heer Hussen N. en Z., O. Jan Hermans en W. sr. Jaspaert Vandereijcken.
Verder nog een weide, een wisselweide tegen de heer Vossius van Hasselt, van 4
vaten zaaiens groot, in regenoten Jan Lambrechts Z., die Beckers Vort O., N. de
Aude Laeck of Hauwbempden, W. de heer Briers van Hasselt. Tot behoef van zijn
schoonvader Guilliam Dermond voor een kapitale som van 450 gulden Brabants eens
boven de voor de eerste comparant ontbeursde som en Dermond komt in de
gerechtigheid van de goederen. De tweede comparant heeft het geld ontvangen.
Het land is belast met 6 guldens: 4 gulden aan de begijn Wilsens van Hasselt en
met een deel oude verlopen, cijns en schattingen.
Opgemaakt
in het huis van de notaris in Herck, genaamd “den Keijser”, in aanwezigheid van
de getuigen Joannes Franciscus Schroijen en Robertus Devue.
Correcte
samenvatting? Verwarrende geldregeling.
1771,
11 juli. Folio 265v
De
heer Joannes Franciscus Van Dormael legt uit kracht van generale constitutie
aan de schepenen een notariële akte voor beschreven door notaris G. B.
Bastijns, residerend binnen Halen, van 15 februari 1769. Hij verzoekt
approbatie, realisatie en registratie.
Akte.
Joannes Vande Putt, inwoner van Schuelen, verklaart dat hij tot behoef van de
heer Joannes Van Dormael, inwoner van Diest, zijn “vijf en half groot roeden wesende
een sille ende thien cort roeden” broek verkocht, gelegen in een groter stuk
van 11 groot roeden, onverdeeld. De andere 5 ˝ roeden behoren toe aan de weduwe
van Mattijs Schepers. Het geheel paalt advocaat Briers van Hasselt O., de heer
Hulsen Z., de commandeur van Bernissem W., de acceptant hierboven N. Verkocht
voor 105 gulden courante Brabantse munten boven de “tauxen van inundatie”, die
de acceptant tot zijn last neemt. De transportant mag het goed in huur behouden
voor een termijn van 3 jaren van Andriesmisse 1768 mits daar jaarlijks 2
pattacons voor te betalen boven de dorpslasten en schattingen. Getuigen:
Guilliam de Labe en Frans Briers. Zegel van 6 stuivers.
1771,
11 juli. Folio 267r
De
heer Joannes Franciscus Van Dormael legt een akte neer die beschreven werd door
notaris Gerardus Aerts op 17 juli 1768, residerend in Pael. Verzoekend
realisatie en registratie.
Akte.
Voor de notaris verschenen persoonlijk: Dimpana Opheijde weduwe van Petrus
Bervoets met haar kinderen Joannes Bervoets, Guilhelmus Bervoets, Henderick
Bervoets en Joannes Bogaerts nomine uxoris sua Maria Elisabeth Bervoets en van
de andere zijde de heer Joannes Franciscus Van Dormael. De eerste partij
verkoopt een perceel broek onder Schuelen gelegen, genaamd “den Biessen Bempt”,
2 sillen groot. Grenzend O. Wouter Bousch, N. de prelaat van Averbode, W. de
weduwe Henderick Smets, Z. de Laecke. Verder nog de helft van “den Rieckens
Bempt” (“den Zieckens Bempt” in de neerlegging), een sille groot, reijnende
O. Jan van Uijtrecht, N. de ouden Demer, Z. de prelaat van Averbode, W. de
gemeijnte van Schuelen. Verkocht voor 90 gulden Brabants courant eens en een
halve ton lijcoop. Aanslaan vanaf vandaag en alle lasten betreffende de verkoop
zijn voor de koper. Opgemaakt in het woonhuis van Wilhelmus Aerts in Pael
omtrent de kerk in aanwezigheid van Henderick Germeijs en Peeter Smedts,
getuigen.
1771, 11 juli. Folio 268r
De
heer Joannes Franciscus Vandormael legt een akte neer beschreven door notaris
J. T. Delespes op 24 december 1768, verzoekend approbatie en registratie tot
behoef van Antonius Liefsoens, Weustherk.
Akte.
Notaris de Lespes resideert binnen Diest. Antonius Liefsoens, wonend in
Wuestherck, verklaart dat hij verkocht tot behoef van de heer Joannes
Vandormael “comptoir meester der Heeren Staaten” 1/6 deel in een bempt van 6
sillen groot genaamd “den Nonnen Bempt”, waarvan de koper reeds 3/6 in zijn
bezit heeft. De overige 2/6 delen behoren toe aan de broer van de transportant
Francis Liefsoens en Marie Theresia Krem. De beemd is gelegen onder Schuelen en
paalt in zijn geheel den Swarten Gracht N., O. de heer Briers, het Ruelandts
Broeck van de weduwe Vandelaer Z. en W. de erfgenamen van Hendrick Vande Vinne.
Verder nog 1/3 van een half bonder weide, waarvan de resterende 2/3 delen toebehoren
aan Franciscus Liefsoens, broer van de verkoper, met Marie Krem. Ze paalt O.
den Truijens Bemt”, de weduwe Vandelaer met de erfgenamen Oijen Z. en N. de
heer Briers. Verkocht voor 156 gulden Brabants courant, de schellingh gerekend
aan 7 stuivers. Opgemaakt binnen Diest in aanwezigheid van Francis Raijmaekers,
wonend in Schuelen, en sr. Joannes Egidius Dumont. Zegel van 6 stuivers. Enkel
Francis Raemaeckers tekent met een kruis.
1769,
13 juli. Folio 269r
Martinus
Pulinx, inwoner van Schuelen, legt een notariële akte voor beschreven door L.
M. Hermans van 1 juli 1769, verzoekend realisatie en approbatie.
Akte.
Notaris Hermans, residerend binnen de stad Herck, ontvangt Arnold Hermans,
inwoner van Linckhoudt en geboren in Schuelen, die verklaart dat hij een stuk
land verkocht, bestaande uit een bloeck van 1 sille groot, grenzend Guilliam
Buntincx N., de erfgenamen M. Fillisi W., s’ heeren straet Z. en de heer Briers
O., aan Marten Pulinx voor 35 pattacons of 140 gulden Brabants eens. Opgemaakt
in het huis van Marten Audenbroux onder Schuelen, genaamd “het Voorsten
Huijlken” in aanwezigheid van de getuigen Joannes Francis Schroijen en Joseph
Slingers. Lijcoop een vierdel biers. De huur van dit jaar is voor de verkoper,
die daarvoor nog de schattingen moet betalen.
Op 29
oktober 1771 legde Martinus Pulinx deze akte voor aan notaris H. Pijp,
residerend in Hasselt, verklarend dat hij deze koop deed voor en met het geld
van G. H. Briers. Getuigen: Marie Catarien Carmans en Christien Adons.
1769,
02 juni. Folio 270r
L.
M. Hermans legt namens de heer Jacobus Roelants, borger en koopman van de stad
Hasselt, een akte voor beschreven door hemzelf op 2 juni 1769, verzoekend
realisatie.
Akte.
Voor notaris L. M. Hermans, residerend binnen de stad Herck, verscheen de heer
Guilhelmus Anthonius de Fraiture, scholtus en schepen van de stad en
jurisdictie Wuestherck, die conform aan de proclamatoriële condities van 31 mei
laatstleden gehouden, verklaart dat hij 2 sillen bemps verkocht, gelegen onder
Schuelen in “die Hauer Bempden” (haver?). Het gaat om 2 afzonderlijk gelegen
sillen. De ene sille paalt den Bullens Bempt O., Matthijs Joors Z., de
erfgenamen Jan Van Oppre en Willem Maris W., de heer Roelants N. De andere
sille grenst sr. Joris van Schuelen Z., Jan Hanson W., “het Groot Roest” N. en
Jan Joors O. Verkocht aan de heer Jacobus Roelants, borger en koopman van de
stad Hasselt, in wiens naam Marten Pulinx aanwezig is. Verkocht voor 255 gulden
eens. Opgemaakt in het huis van de opdrager binnen Herck in aanwezigheid van de
getuigen joufr. Joanna Lemmens en Marie Surinx. Volgens de aanhef gebeurde de
verkoop in opdracht van de heren Guill. Anthonius de Fraiture en van Franciscus
Guill. de Fraiture.
1771,
12 september. Folio 271v
Via
permissieve van de heer facteur Theunis bereikte de schepenen een akte van
cautie gestipuleerd door de heer Joannes Hussen en zijn vrouw joufr. Joanna
Petronella Van de Put op 11 september laatstleden voor notaris Van Muijsen,
waarvoor approbatie en realisatie verzocht werd.
Akte.
Notaris Van Muijsen resideert in Hasselt. Joannes Hussen, koopman en borger van
de stad Hasselt, met zijn vrouw Joanna Petronella Vande Putt hebben als
aanleggers voor de heren schepenen van het Loons recht van Lummen tegen de heer
schepen van Henis, opponent, tot behoef van dezelfde van Henis verpand en
verborgt 2 percelen land met hetgeen ertoe behoort. Het ene heet “de Hofstraet”
en het ander “die Braeck”, gelegen in Schuelen, die hij op 25 augustus 1760 uit
handen van Catharina Goffres, weduwe van Christian Cremerius, en van haar
dochter Margo Cremerius verkregen heeft via akte beschreven door notaris R. J.
Janssens en voor de Lummense schepenen gerealiseerd op 25 september 1760.
Verder nog een som van 80 gulden, nu bij redemptie 60 guldens, jaarlijkse rente
waarvan het kapitaal 2000 gulden is, boven de rechtsonkosten belopende 107
gulden 5 stuivers. Deze rente heeft het echtpaar als erfgenamen van haar ouders
tot last van de gemeente van Schuelen, gecreëerd voor de schepenen via akte van
1 december 1749. Getuigen: Jan Vos en Marie Catharien Haenen.
1771,
24 oktober. Folio 273v
Relief
familie Knaep, Koersel. Henderick Knap, Arnoldus Knap, Brigitta Knap, Anna
Knap, Ida Knap, Maria Knap verzoeken te releveren na de dood van hun ouders
Hendrick Knap – Maria Beelen: een beemd genaamd “den Craenevat”, gelegen onder
Stal, palend O. Henderick Kerts, W. de erfgenamen Jan Seijssens, Z. de
Maelbeeck”, N. Matthijs Gielen.
1771,
24 oktober. Folio 273v
Verkoopscondities
van 27 mei 1771. Na voorgaand “kerckengebodt” zal publiek met uitgaan van de
brandende kaars door Jaspar Huveneers een stuk land met annexe dries genaamd
“den Driesen” verkocht worden, gelegen in Castel onder Stal. Palend de weduwe
Henrick Geerts O., N. N. van Hasselt W., begijn Hommans Z. en de straat N. Vrij
van lasten met uitzondering van schattingen en s’ heeren grondcijns.
Gerechtsdienaar
Peeter Oriaens zal het goed oproepen en daarna zal aan de meestbiedende met
eenmaal, andermaal worden toegeslagen. De obtinentkoper zal zoveel hogen mogen
stellen als hem zal believen, waarna iedereen mag hogen. Hogen van 2 gulden
Brabants Luijcx, te verdelen tussen hoger en verkoper. Onmiddellijk na de
kaarsbranding zal de gichte geschieden en moet de totale koopsom met de
koopsonkosten voldaan worden, waaronder 1 gulden roepgeld en 3 gulden voor de
conditie en de kopij ervan, 5 stuivers godsgeld, 15 gulden lijcoop te
verbruiken in het huis van de weduwe van Jan Claes. De koper mag het goed maar
aanslaan nadat de huurtermijn is afgelopen. Dit jaar is het eerste van drie en de
huur ervan is nog voor de verkoper; de volgende jaren moet de koper zich met de
huursom van 16 gulden tevreden stellen, bovenop de schattingen. De bomen en
struiken zijn voor de koper.
Publiek
voorgelezen in het huis van de weduwe van Jan Claes, genaamd “die Trompette”,
in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen P. N. Van Postel en
Peeter Dries. Notaris J. Nulens.
Op
dezelfde dag bood de jongedochter Maria Huijbrechts 645 gulden Brabants Luijcx,
waarvoor haar door verkoper Jespar Huveneers de palmslag werd vergund. De
koopster verbeterde aanstonds haar koop met 40 hogen.
Op 28 mei 1771 hoogde Jan Huijbrechts Maria af met 10 hogen. Getuigen: J.
Gertrudis Convents en Francis Van de Voordt. Op 31 mei 1771 hoogde Maria terug
af met 20 hogen. Getuigen: Francis Van de Voordt en Henric Convents.
Op
17 juni 1771 heeft Joris Leekens nog afgehoogd met 15 hogen, in het woonhuis
van de notaris in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van de getuigen Peeter
Convents en Francis Vande Voort.
Op
2 juli 1771 vond de kaarsbranding plaats en verbleef de koop aan de laatste
hoger Joris Lekens 14 = 11. Op 24.10.1771 werd deze akte gerealiseerd door de
schepenen van Lummen Loons recht.
1771,
07 november. Folio 277v
Maria
Meijnen en Thommas Zelis, man en momber van Anna Meijnen, releveren de goederen
die op hen zijn aangekomen na de dood van hun ouders Jan Meijnen en hun moeder
…, beiden zaliger. Het gaat om een perceel land gelegen onder Schuelen aan
“Sint Joris Schaendt”, palend Sint Joris Schaendt O., de Schaendtstege Z.,
Willem Maris W. en N. (Het zal hier gaan om “Sint Jorisschans”.)
1771,
07 november. Folio 278r
De
heer Van Langenaecker, facteur als geconstitueerde van de erentfesten heer advocaat
Gaspar Joannes Vossius den alden van 23.10.1771, legt een scabinaal akkoord
voor tussen Vossius en Jan Maris.
Het
akkoord dateert van 7 november 1771. Het ging om een actie van purgement door
Jan Maris voor deze justitie aangesteld op 25 april laatstleden. De rente
bedraagt 24 gulden redimible met 700 gulden, in 2 keer aflegbaar, die werd
gecreëerd op 28.10.1766 bij akte van notaris dela Court. Het pand van deze
rente is op 17 juli 1766 gepurgeerd uit handen van armenmeester Hubert
Roelants. Van Langenaecker moet met 18 gulden betalen en laten redimeren met
600 gulden in 2 termijnen. Aan de constituant blijft vanaf nu tot half maart
1771(?!) de koers van de gevallen en ongevallen huren en de rente van 28 gulden
verschuldigd door huurder Philips van Roij. De comparant moet tot het jaar 1771
alle jaarlijkse lasten dragen tot einde van de taust 1772. De huur half maart
te vallen zal door aanlegger Jan Maris worden opgetrokken. De eerste comparant
q.q. admitteert de tweede tot purgement van het goed, terwijl de tweede ermee
instemt dat Langenaecker namens Vossius de stukken recupereert “onder recepisse
sijnderzijts alhier in judicio gedeponeert”. De partijen sloten dus een akkoord
buiten proces en hebben beloofd dit akkoord na te komen.
(voor
correcte interpretatie raadplege men de originele akte)
1771,
07 november. Folio 279r
Notariële
akte van 1 februari 1771, notaris Deckers residerend in Diest. Henrick Jacobs
en zijn echtgenote Christina Roosen, inwoners van Linckhoudt, verklaren dat ze
met Henrick Timmermans, eveneens inwoner van Linkhout, een erfmangeling hebben
aangegaan. Jacobs transporteert tot behoef van Timmermans een sille weide uit 8
sillen gelegen onder Scheulen, palend de rivier de Herck W. en Z., N. Peeter
Jacobs cum suis, de pastorij van Herck O. Enkel belast met grondcijns van
maximaal 1 plaquet jaarlijks. Het goed is aan de huisvrouw van Jacobs
toegekomen uit hoofde van haar ouders. De tweede comparant Timmermans van zijn
kant staat een sille weide af onder Linckhoudt gelegen, palend de eerste
comparanten O.,de pastorij van Linkhout N., advocaat van Hees W., de Nieuwen
Demer Z. Ook enkel met grondcijns belast en aan hem toebehorend uit hoofde van
zijn ouders. Volgens beider verklaring zijn geen van de twee goederen meer
waard dan 200 gulden Brabants. Getuigen: sr. Arnoldus Max en Renier Lowies.
Bekleed met een zegel van 12 stuivers.
De akte werd door Hendrick Timmermans voorgelegd met verzoek tot realisatie en approbatie.
1771,
19 november. Folio 280v
Relief
na het overlijden van het echtpaar Lenaerd Van Swartenbroux en Mari Geertrudis
Luyten, oom en tante (moeten) zaliger van Jan Fillici, Francus Van
Swartebroux man en momber Maria Fillici, Maria Gertrudis en Anna Fillici, Jan
Drooghmans vader en momber van Allegon Drooghmans, Arnoldus Was, Peeter Plugers
man en momber Ida Was, Jan Drooghmans man en momber Marie Catharina Was,
Jacobus Smets man en momber Magrita Was, Christiaen Maris man en momber Maria
Geertrudis Was, Jan Stappers zoon van Renier Stappers, Jan Stappers zoon van
Jan Stappers. Ze releveren 1) een perceel bampt onder Schuelen “den Nieuwen
Bampt”, palend de oude Herck O., advocaat van Hees van Hasselt wisselend met de
E.H. kapelaan van Linkhout met consorten Z., de heer Briers van Hasselt W.,
Andries Smeedts N.; 2) een half bonder genaamd “het Weijcken”, grenzend
advocaat Vaets van Hasselt O., de heer Roelants van Hasselt Z., de Voert W., de
Aude Laeck N.; 3) een sil broek genaamd “het Truijuer Broeck”, palend Jan
Hermans O., de heer de Blisia aan de andere 3 zijden; 4) een sil bos met een
half bonder, grenzend de heer Briers van Hasselt O., de schepen Vanderheijcken
met J. Mat. Jaers Z., de weduwe Jan Weijns W., de Swarte Beeck N.; 5) 3 stukken
land genaamd “de Hoeven”, waarvan het eerste perceel O. grenst aan de steghe,
de selve erve Z., Jan Mat. Jaers W., Jan Van de Put N. Het tweede grenst
dezelfde Steghe O. en Z., de selve erve W., Jan Mat. Jaers en de selve erfve N.
Het derde grenst Jan Mat. Jaers en de selve erfve O., de voorschreven Steghe
Z., Elisabeth Stappers W., Herman Jaers N.; 6) een stuk land genaamd “het
Mutken”, grenzend de kinderen Matthues Schuermans O., de “kerckstaege”
(kerksteeg) Z., Allegon Strauwen W., de erfgenamen van de heer Colen van Sint
Truijden N.; 7) een rente van 4 gulden jaarlijks op panden van Jan Luijten,
genaamd “het Schuermans Veldt”, palend de voorschreven erfgenamen O., de weduwe
Lambertus Van de Broeck Z., de heerestraet W. en N.
Dit
is het stockgoedt van Lenard van Swartebroux voor Jan Fillici, Francis van
Swartebroux man en momber van Maria Fillici, Maria Gertrudis en Anna Fillici,
Jan Drooghmans vader en momber van Allegonda Drooghmans, Peeter Serdoinck vader
en momber Jan en Peeter Serdoinck, die releveren na de dood van hun oom en
overoom zaliger: een perceel huis en hof in het dorp van Schuelen gelegen,
palend de Veltstege O. en N., de Kerck Steghe met den Kerckhof Z., de
heerstraet W.
Dit
is het stockgoedt van Marigeertruyd Luijten.
Arnoldus
Was, Peeter Plugers man en momber Ida Was, Jan Drooghmans man en momber Maria
Catharina Was, Jacobus Smets man en momber Marita Was, Christiaen Maris man en
momber Mari Geertrudis Was, Jan Stappers zoon van Renier, Jan Stappers zoon van
Jan: releveren na de dood van hun tante Mari Geertruydt Luyten:
-
land
onder Schuelen genaamd het “Schuermans velt”, regenoten de heer Briers van
Hasselt O., de weduwe Lambertus Vande Broeck Z., Jan Luijten W., de heere
straet N.
-
land
genaamd “de Kaeskamer”, grenzend de heer schepen van Henis van Hasselt O.,
Peeter Vandelaer met Willem Vande Vinne Z., sr. Joannes Hussen van Hasselt W.,
de heere straet N.
1771,
19 november. Folio 282r
Jacobus
Smets als “camermeester van St. Bastiaen camer van Schuelen” releveert na de
dood van Lenard Van Swartebroux en Mari Geerteruijd Luyten zaliger een “zil bampts
uyt een half bonder onder Schuelen” gelegen. De beemd paalt de Cleijn Herck O.,
het klooster van Averbode Z., de Groote Herck W., joufr. begijn Cogen N.
1771,
21 november. Folio 282r
Maria
Meijnen, Thommas Celis man en momber van Anna Meijnen dragen op tot behoef van
Peeter Vandelaer een perceel land onder Schuelen gelegen, palend Sint Joris
Schant O., de schantstege Z., Willem Maris W. en N. Voor 82 gulden Brabants
Luijcx eens. Het goed is belast met 2 gulden 10 stuivers aan Willem Maris, met
cijns en schattingen. Lijfcoop en roepgeld aan de dienaar voor het oproepen 3
gulden. Peeter gegicht.
1771,
06 december. Folio 283r
Margariet
Lijnen, inwoonster van de binnen vrijheijdt, verklaart uit handen van Dionisius
Leuraers nomine uxoris Catharien Stessens en van Joannes Colemant als man van
Gertruijdt Stessens de som van 43 gulden Brabants Luijcx eens ontvangen te
hebben, waarvoor ze hun pand kwijt: een perceel land in Schuelen gelegen,
genaamd “die Lomp”. Het ging om een rente van 2 gulden 12 stuivers.
1771,
9 december. Folio 383v
Tot
behoef van Gerardus Renot draagt Thielman Vos, inwoner van Schuelen, een
perceel land op dat onder Schuelen gelegen is. Het grenst Herman de Meer O. en
Z., Jacobus Opre W., het wedergedeelte met Arnoldus Vos N. Voor 165 gulden
Brabants Luijcx eens. Het goed is belast met het wedergedeelte met een rente
van 2 gulden 10 stuivers, uit een grotere rente van 5 gulden aan Lenardt
Filici, en met grondcijns en schattingen. Voor het schrijven van het billet,
het roepgeld en lijfcoop samen 6 gulden Brabants Luijcx.
1771,
19 december. Folio 284v
Facteur
Van Langenacker legt namens de heer Gerardus Hubertus Briers een notariële akte
neer beschreven door H. Pijp op 16.12.1771. Hij verzoekt realisatie en
approbatie, gevolgd door registratie.
Akte.
Voor de notaris, residerend in Hasselt, verschenen Peeter Sardons en zijn vrouw
Anne Marie Rubens die aan de heer Gerardus Hubertus Briers hun gerechtigheid
verkopen van een deel van huis, hof en bijbehorende goederen gelegen onder
Schuelen in Wurp, afgekomen van hun vader Francis Rubens zaliger. Dit deel
hebben ze op 13.12.1771 verkregen via donatie van Michiel Jaupen en zijn vrouw
Catarien Lambrechts weduwe van genoemde Francis Rubens via notariële akte
opgemaakt in Wuestherck door notaris Hermans. Verkocht voor 325 gulden in
specie van 10 carolinen, het stuk aan 19 gulden 10 stuivers; 1 dobbel en 3
enkele merlitons, 1 croix de Malte, 1 L. L. pistol en verder zilvergeld. Het
gaat om 1/3 deel van het goed. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de koper in
aanwezigheid van Marie Catarien Karmans en Christien Adons, getuigen.
1771,
19 december. Folio 285v
Facteur
Van Langenacker legt namens de erentfesten heer G. J. Vossius, beide der
rechten licentiaat en advocaat, oud-burgemeester van Hasselt, een notariële
akte voor, gepasseerd voor notaris Theod. Pijp op 8 december laatstleden. Hij
verzoekt realisatie en approbatie.
Akte.
Joannes Coelmont, inwoner van Schuelen met zijn instemmende echtgenote
Gittruijt Stessens, en Dionijs Leuraerts met zijn eveneens instemmende
echtgenote Cathrien Stessens hebben uit handen van de heer Gaspar Joannes
Vossius de som van 200 gulden ontvangen. Hiervoor dragen ze aan Vossius een
rente op van 8 gulden Brabants jaarlijks, die ze affecteren op 2 percelen land
aan elkaar gelegen onder Schuelen, genaamd de Groote en de Kleijne Lomp. Ze
palen de straat 1), den Muggenhoeck 2), de heijde 3) en de heer Cox 4). Het
goed is reeds belast met 11 gulden jaarlijks aan de acceptant. Deze percelen
zijn aan hen via deling toegevallen op 4 december, als de goederen van hun
ouders en schoonouders Lenaert Stessens zaliger en Catrien Was, nog in leven en
met haar instemming, voor schepen C. Van der Eijcken verdeeld werden. Bovendien
staan al hun andere goederen garant. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de
acceptant in aanwezigheid van Anna Buijsmans en Anne Cathrien Vreven.
Voor
akte en kopijen heeft de heer Vossius 4 schellingen betaald aan de notaris.
1771,
19 december. Folio 287r
Facteur
Van Langenacker legt een akte neer van 13.12.1771 van notaris L. M. Hermans,
verzoekend realisatie. De notaris, residerend in Herck, ontving Machiel Jaupen,
inwoner van Oppum en schoolmeester in Weijrs, “beijde onder hoorende waegens
van Herck”, geassisteerd met zijn instemmende huisvrouw Catharina Lambrechts,
die weduwe is van Francis Ruebens zaliger, die verklaren dat ze dagelijks
diensten ondervinden van haar kinderen met haar eerste man. Daarom willen ze
dat deze kinderen heer en meester zullen zijn van alle goederen die zowel
vanwege Francis Ruebens als van haarzelf gekomen zijn. Ze schenken ze via
donatie onder levenden en staan hun tochtrechten, en eventuele rechten van
purgement, af. Schenken aan Peeter Seijrdox, die getrouwd is met Anna Marie
Ruebens, en zijn zwager Balthasar Ruebens die in eigen naam handelen en namens
hun zwager en broer Hendrick Ruebens, allen kinderen van Francis Ruebens met
Catharina Lambrechts, die dankend aanvaarden. Opgemaakt in het huis van
burgemeester Paulus Swennen binnen Herck genaamd “het Paradeijsken”, in diens aanwezigheid
en die van Marie Peeters, getuigen.
1772,
02 januari. Folio 290r
Facteur
van Langenaker legt een notariële akte voor beschreven door notaris
Goetsbloets, residerend binnen Hasselt, op 10 december 1771, verzoekend
realisatie en approbatie.
Akte.
Henricus Egidius Van Henis, schepen van het hoog gerecht van de stad Hasselt,
en de heer Arnoldus Stiels, regerende burgemeester van de stad Bilsen, schepen
en secretaris van het hoog gerecht van Bilsen als man en momber van Maria
Joanna Jacoba Van Henis, die deze akte zullen laten ratificeren door de E.H.
Robertus Henricus Joris, bachelier in de godgeleerdheid, pastoor van de
vrijhijt Neer, landdeken van het concilie van Maeseijck, zijn genoodzaakt om te
sustineren tegen de heer Joannes Hussen voor de schepenen van het land Lummen
ten Loons recht wegens huis en goederen die vroeger geevinceerd werden tegen
Henrick en Helena Van de Vos, onder Schuelen gelegen. De heren comparanten
bezaten ze samen onverdeeld met hun halfbroer de heer deken Joris voorschreven.
Tot behoef van Hussen verpanden ze een half bonder bampts gelegen onder
Schuelen aan de Poterye Brugge, belast met 5 gulden Brabants en 10 stuivers
jaarlijks aan het beneficie van Sinte Maria Magdalena in de kerk van Donck en
met grondcijns. Het was gekocht door wijlen joufr. Marie Elisabeth Joris,
begijn van Hasselt, op 2 augustus 1742 voor notaris Vrancken en gerealiseerd
voor de schepenen van Lummen op 11 augustus erna, van wijlen sr. P. Matthias de
la Croix. Het was verhuurd aan Peeter Bastijns voor 28 gulden jaarlijks of 7
pattacons. Nu is het voor dezelfde prijs verhuurd aan Andries Geerts van
Schuelen. Nog als borg: een rente van 8 gulden Brabants, of 200 gulden
kapitaal, die tot behoef van de heer Henis gecreëerd werd voor notaris
Dionisius de Winghe door Gerard Maris Joannes zoon. Ze staat geaffecteerd op 4
vaten land onder Schuelen genaamd “den Stap Hoff”, gerealiseerd voor de
Lummense schepenen van Loons recht op 9 juni 1747. Deze rente wordt nu betaald
door Guilliam Beerten. Hieraan kan de aanlegger zijn regres nemen met een
geprivilegieerde conde van 15 dagen tot het saijsijn. De heer Van Langenacker
wordt geconstitueerd om hen te vervangen in het proces en bij de realisatie van
deze akte. Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van Van Henis gelegen in de
Loombaer straet in aanwezigheid van sr. Henricus Arnoldus Stiels en van Marie
Anna Van de Borne, getuigen.
1772,
13 februari. Folio 292v
19.12.1771.
Joannes Zeeuws, Koersel, uit kracht van bijgevoegd testament, zal na voorgaand
kerkengebod publiek aan de meestbiedende met hogen en uitgang van de brandende
kaars een hoijebempt verkopen, gelegen in Hoxelaer onder Coorsel. Hij paalt
Geerard Put O., de erfgenamen Joannes Kenens W., de beek Z. en Jan Claes N. Hij
is belast met 100 gulden Brabants Luijcx kapitaal aan de Armen van Hasselt, uit
een grotere rente. Aan te slaan op dag van gichten met de volle schatting voor
het jaar 1772. Op volgende condities. Gerechtsdienaar Peter Adriaens zal
oproepen en daarna zal het bij eenmaal, andermaal, derdemaal worden
toegeslagen. Op de eerstvolgende genachtedag zal de kaars ontstoken worden en
na wettelijk bannen zal bij de uitgang ervan de koop worden toegewezen. De
originele koper zal voor zijn voorhogen tenminste 5 hogen moeten zetten, waarna
anderen mogen hogen tot uitgang van de kaars. Iedere hoge geldt 2 gulden, te
verdelen tussen hoger en verkoper naar oude gewoonte. De gichte volgt
onmiddellijk na de kaarsbranding en dan moet ook de volledige koopsom met de
hogen voldaan worden in zilveren of gouden stukken, gangbaar geld, samen met de
verkoopkosten zoals pontgelt, keersbrandinge, gightgelt, roopgelt 1 gulden,
voor conditiegelt en kopie ervan 4 gulden, 5 stuivers godtsgelt en 5 gulden
lijcoop te verbruiken in het huis van de weduwe Jan Claes nadat de palmslag zal
gegeven zijn.
De
intrest van de rente moet door de verkoper betaald worden voor 1771, en voor
1772 door de koper. De verkoper reserveert zich het schaarhout om deze kaptijd
nog te kappen.
Deze
condities werden voorgelezen in het huis van de weduwe van Jan Claes, genaamd
“die Trompet” in Vurten onder Coursel in aanwezigheid van Peeter Dries en van
Joannes Swerts als geloofbare getuigen. Getekend: notaris J. Nulens.
Jan
Swerts bood op dezelfde dag 140 gulden Brabants Luijcx, waarvoor hij de
palmslag kreeg. Hij verbeterde aanstonds zijn koop met 30 hogen. Getuigen:
Peeter Dries en magister P. F. Convents. De kaarsbranding volgde op 23 januari
1772. Schepen Woters heeft deze akte ingebracht om te realiseren op 13.02.1772.
Op
12 maart 1772 vernaderde Jaspart Knaep dit perceel als naaste bloedverwant.
1772,
25 februari. Folio 295r
Facteur
Hermans, namens de heer oud-burgemeester en schepen van de stad Herck voor Ľ
erfgenaam van wijlen joufr. Gertrudis Wintmolders, namens Lucia Frederica
Fredrix zijn nicht voor Ľ deel, de heren Paulus Swennen, burgemeester van
Herck, en diens broer Arnold Swennen ook voor Ľ part en de E.H. Wintmolders, de
heer Cobrees getrouwd met Anna Christina Wintmolders, de heer Christianus
Claessen u.n. joufr. Joanna Wintmolders, joufr. Theresia Wintmolders, joufr.
Agnes Wintmolders en joufr. Marie Wintmolders voor het resterende vierde deel,
heeft verzocht te releveren na de dood van joufr. Gertrudis Wintmolders: een
jaarlijkse rente van 7 gulden 10 stuivers, die nu betaald wordt met 6 gulden,
aan panden afgekomen van wijlen Gerard Van der Eijcken, daarna door koop
verkregen door Jan Oppré en nu bezeten door Jan Lambreghts man en momber,
gelegen in Rue onder Schuelen.
1772,
27 februari. Folio 295v
De
E.H. G. G. A. Wilsens, priester, legt per missive een commissariale akte neer
gepasseerd voor A. R. Wilsens, commissaris in Hasselt, op 15 januari 1768,
verzoekend realisatie van de akte.
Akte.
Voor A. R. Wilsens, commissaris van Hasselt en omliggende plaatsen, verscheen
Libertus Maris met zijn echtgenote Maria Catharina Goebben, die bij manier van
creatie in commissarishanden opdragen een jaarlijkse rente van 7 gulden
Brabants tot behoef van de weduwe van de heer doctoor Wilsens zaliger, voor de
som van 200 gulden kapitaal. Ze hypothiseren ze aan en op een half bonder bos
gelegen onder Schuelen en generaal op al hun andere goederen. Opgemaakt in het
huis van de acceptante in Hasselt in aanwezigheid van Anna Maria Van den houdt
en Agnes Ghijsens, getuigen.
1772, 27 februari. Folio
300r
Joannes
Jaers koopt in Schuelen grond van Peeter Ceijssens, Carolus Ceijssens, Maria
Catharina Ceijssens wed. Jan Mullens, Daniel Hermans gehuwd met Allegon
Ceijssens, Leonardus Houben in huwelijk met Agnes Ceijssens, Joannes Reijnders
gehuwd met Maria Ceijssens; Waltherus Griten in huwelijk met Theresia
Cheijssens, Christina Ceijssens en Elisabeth Ceijssens. Ze hadden octrooi
verworven voor de verkoop op 5 maart 1770 voor de justitie van Zolder. Gekocht
via publieke verkoop met proclamaties, hogen en uitgang van de brandende kaars.
Het land heet de Belmans Heijde, is 9 roeden groot en gelegen in Schuelen,
palend Nober Jacobs Z., Jan Luijten W., Peeter Van de Laer N., de erfgenamen
Jan Filleci O. Jan Jaers kwam met recht ter gichte.
1772,
26 maart. Folio 301v
Peeter
Tielis n.u. Elisabeth Van der Heijden en Peeter Van der Heijden verzoeken te
releveren na de dood van hun ouders zaliger Peter Vanderheijden en Magrita
Aerts huis en hof gelegen onder Coorsel tot Vurten, grenzend Paulus Renders en
Jan Hendrick O., Jan Baptis Van de Weijker W., ’s heeren straet N., de eerde
wegh Z.
1772,
18 april. Folio 306v
Hendricus
Deodatus Thielens verklaart van Jan Virnens een kapitale rente van 40 gulden
Luijx met de intrest van jaarlijks 2 gulden ontvangen te hebben. De rente stond
geaffecteerd op “het Heufken” onder Schuelen gelegen, palend de heer
Deleubetoun (de Liboton) O., de Waterstraet N., Libert Maris W. en Z.
Getekend: H. D. Thielens, schepen.
1772,
30 april. Folio 308r
Schepen Vander Eijcken, voor zijn zoon Jaspaert Vander Eycken, releveert voor de kerk van Schuelen de goederen die aan haar gemaakt zijn na de dood van Joannes Giardus Polus, wonend in Antwerpen zaliger. Het gaat om een perceel bampt genaamd “het Hooffken”, in de Neerstraet gelegen in Schuelen. Het is een half bonder groot en grenst Hermanus Van der Meer met het wedergedeelte O., des heeren straet Z., Joris Colen met het wedergedeelte met de voort W., dezelfde voort N.
1772,
15 mei. Folio 309r
Guillielmus
Roijers, borger en koopman wonend binnen Hasselt, per missive van de heer
Jacobus Roelants, zijn zwager, legt aan de schepenen een notariële akte voor
beschreven door Jaen Henrij Bedart, notaris residerend binnen Luik, van
28.11.1729. Deze akte werd voor echt verklaart door notaris J. W. V. De
Kerckhoff. Het gaat om de opdracht en transport van tienden op panden, dijken
en een bempt genaamd “de Capelbempt” met alle aanhorigheden gelegen onder
Schuelen genaamd “Cleyn Halbeeck” door Jaen de Geling met zijn vrouw Anna
Elisabeth Lieffsoens tot behoef van de edele vrouw Cecilia Dorothea de Theux.
Roijers verzoekt realisatie van de akte. Anna Elisabeth Lieffsoons wordt eerst
nog het relief verleend na de dood van haar ouders.
Volgt
de Franstalige akte. Het verkochte goed wordt omschreven als “la maison,
prairies, gardins, terres, haijes, fosses, fumiers et dégues appandices et
appartenances de la Grand Halbeeck, jurisdiction de Herck en campinne, avec
tous droits qu’il sont a raison des dits biens tels qu’ils sont denomines dans
une notule signée du dit sr. Geling”. Bovendien alle rechten die hij samen met
zijn echtgenote heeft “a un dixine avec la motte et aupres Capelbempt”. Voor
2600 gulden Brabants. Alle lasten op de goederen zijn inbegrepen en te betalen door
de verkoper. Uitzondering vormen een rente van 23 gulden Brabants aan Arnold
Martens en 2 gulden rente “au Dames Blanches de Hasselt”. Indien ze kunnen
afbetaald worden, moet Joannes Degeling dat doen en anders aftrekken ten
penninck twintig. (voor juiste interpretatie raadplege men het origineel).
Opgemaakt
in het huis van “madame la douariere de noble seigneur Arnold Leon. de Theux
située derriere et sous les immunité de la collegiale de saint Paul a Liege”.
Getuige: E.H. Jean Francois Collard.
1772,
15 mei. Folio 311v
Guillielmus
Roijers, borger en koopman wonend binnen Hasselt, per missive van de heer
Jacobus Roelants, zijn zwager, legt aan de schepenen een notariële akte voor
beschreven door P. Nicolaij, notaris in Heusden, op 18 april 1735. Hij verzoekt
realisatie en approbatie.
Akte.
Cecilia Isabella Menten voor het vruchtgebruik, Petrus Vande Laer haar zoon en
Petrus de La Croix haar schoonzoon gehuwd met Maria Catharina Vande Laer,
dragen op volgens voorgelegd handschrift, tot behoef van de edele heer Nicolaus
Antonius de Libotton, heer van Cleijn Stevordt:
Verkocht
voor 3395 gulden Brabants Luijcx. Petrus Van de Laer heeft hiervoor vandaag de
som van 680 gulden Brabants Luijx ontvangen. Aan de resterende koopsom moet
korten: 400 gulden kapitaal met de intrest aan de acceptant; nog 200 gulden aan
dezelfde acceptant, nog 200 gulden uit een grotere rente van 400 gulden
kapitaal. Verder nog 250 gulden aan het begijntje Clerx; 150 gulden kapitaal
aan Gilis Van der Hoeven en nog 2 gulden jaarlijks uit een grotere rente van 8
guldens aan het zusterklooster in Hasselt. De afbetaling hiervan en de resterende
koopsom moet binnen 14 dagen betaald worden. Getuigen: de edele heer Arnold
Leon. de Theux heer van Meijlant en Serij en Maria Van der Hoedonckx. Opgemaakt
op het adellijk huis van de heer van Meijlant in “het salette gestaen onder
Heusden”. Voor een goede betaling staan de goederen van de heer acceptant
garant, die omtrent Wuestherck of Donck gelegen zijn en die afkwamen van de
schepen de Rasquinet.
Volgt
de instemming van Maria Catharina Van de laer aan haar man Petrus Matthias de
la Croix voor verkoop van goederen afgekomen van haar grootvader Petrus Menten
en van het cijnshof van Lantwijk afgekomen van haat vader Petrus Van de laer:
16.04.1735. Notaris Petrus Nicolaij.
06.05.1635:
joufr. Cecilia Elisabeth Menten weduwe van sr. Petrus Vandelaer, sr. Petrus
Vandelaer en sr. Petrus Matthias de la Croix, haar zoon en schoonzoon,
verklaren dat de volledige koopsom voldaan werd door de heer Nicolaus Antonius
de Libotton, heer van Cleijn Stevort. Opgemaakt door notaris Petrus Nicolaij
van Heusden in Hasselt in het huis van de heer de Libotton in “het salette” in
aanwezigheid van de getuigen Joannes Theunis en joufr. Maria Rosa de Catter.
De
Libotton voegt nog 175 gulden aan de koopsom toe voor sr. Petrus de la Croix en
aan jouffr. Menten 5 gulden. De gehele koopsom komt daarmee op 3575 gulden
Brabants Luijx.
1772, 15 mei. Folio 314v
De
heer Guiliellmus Roijers, borger en koopman binnen de stad Hasselt, legt per
missive van de heer Jacobus Roelants, zijn zwager, een notariële akte voor
beschreven door notaris P. Nicolaij van Heusden op 15 april 1735, verzoekend
realisatie en approbatie.
Akte.
13 april 1735 verscheen bij de notaris de edele heer Arnold Leon de
Theux heer van Meijlandt en Serij, als geconstitueerde en gevolmachtigde van de
heer Antonius de Rasquinet, schepen van de souverijne justitie van de stad en
het land van Luik, heer van Heure en Moresse, en van de edele vrouw Cecilia
Dorothea de Theux, zijn gemalin. De constitutie dateert van 21.02.1735 en is
van de hand van notaris Jean Francois Collard van Luik. Volgens octrooi vanwege
de prelaat van Sint-Truiden van 21 maart 1735 verkopen ze aan de edele heer
Nicolaus Antonius de Libotton, heer van Cleijn Stevort, alle goederen, huizen,
landen, bempden, heggen, graven, visserijen, tiende van Groot en van Cleijn
Halbeeck omtrent Wuestherck onder Donck gelegen met alle andere aanhorigheden
zoals momenteel Francis Salé het in huur heeft en dat afgekomen is van Servaes
Raimondij en Jean de Geling. Lasten: 21 rinsgulden aan sr. Martens in Hasselt,
23 gulden aan Herman Goffin en met 2 gulden aan het zusterklooster in Hasselt,
alles Brabants Luijx jaarlijks. Bovendien met eventuele cijns en schattingen.
Verkocht voor 6000 gulden Brabants Luijx en 8 pistoletten voor spelgelt.
Opgemaakt in Hasselt in het huis van de heer acceptant in aanwezigheid van de
heer Dionisius Keijnen en van Anna Catharina Diepericx. De archieven en
documenten werden overgedragen. De akte werd uiteindelijk nog ondertekend door
notaris J. M. Convents voor de kopie.
Constitutie
van de heer Arnold Leon de Theux van 21.02.1735 door de heer Antoine de
Rasquinet en zijn echtgenote Cecile Dorothée de Theux. Opgemaakt in de parochie
van Sinte Aldegonde in Luik in hun woonhuis. Getuigen: Jean Bartholomeus
Collinet en Jean Matthieu Maillart. Notaris Jean Francois Collard.
1772,
15 mei. Folio 317r
De
heer Guillielmus Roijers, borger en koopman binnen de stad Hasselt, legt per
missive van de heer Jacobus Roelants, zijn zwager, een notariële akte voor
beschreven door notaris P. S. Winckelsels, notaris residerend binnen Tongeren,
van 10 april 1772. Hij verzoekt realisatie en approbatie ervan. Akte. De edele
heer Anthoon Joseph baron de Wevelinckhoven, directeur generaal der
Nederlandsche posten, heer van Rullingen etc. verkoopt aan de heer Willem
Roijers van Hasselt, voor wie zijn zwager Jacobus Roelants present is, huis,
hof, winning, landen en bempden die in het geheel 22 bonderen beslaan, volgens
de bestaande pachtcedule, en genaamd “Halbeeck”, onder de parochie van Donck.
Verder nog tienden genaamd de Halbeecker thienden, eveneens de Halbecker Dijck,
de motte en 2 bonders bos genaamd “Peeter Wolf”. Daarenboven nog alle
“meubilaire effecten” die zich in het voorschreven huis bevinden. Het goed is
belast met 21 rijns gulden jaarlijkse rente, die betaald wordt met 17 gulden
Brabants aan de E.H. Martens, pastoor van Courswerme, en nog met enige capuinen
en kleine cijns jaarlijks. De koper moet alle onkosten betreffende octrooi voor
deze verkoop, alle onkosten van relievement tot zijn rekening nemen. Koopsom: 27000
gulden Brabants Luijcker koers. In afkorting van de koopsom werd 25000 gulden
Brabants neergeteld in aanwezigheid van notaris en getuigen. De gebruikte
munten: 680 en een halve carolinen, 5 guinees, 246 louis d’or, 81 en een halve
gulde souveraijen, 519 gerande ducaten en 5 gulden Brabants. De resterende som
van 2000 gulden zal door de koper binnen 18 maanden voldaan worden. Omdat er
reparaties aan het huis moeten gebeuren en op diverse gronden dient geplant te
worden, mag de koper deze werken dit jaar nog uitvoeren en zullen deze kosten
in mindering gebracht worden op de resterende koopsom (gereputeert worden
als cooppenningen) en bij eventueel retract (vernadering) van deze goederen
door de retrahent moeten de acccessoiren gerestitueerd worden. Opgemaakt in
Tongeren in het huis van de E.H. “canoninck” Vermuijlen, “gestaen op het
clooster” in aanwezigheid van Antoinette Gedelot en van Gregorius Van der
Smissen van Hasselt.
1772,
21 mei. Folio 319r
Voor
de heer doctoor Colen werd het relief gepresteerd voor de volgende stukken: een
perceel land genaamd “den Smautbempt” in Schuelen, palend Marie Anna Coenens
Z., Christiaen Somens cum suis W.; 9 gulden jaarlijks uit 18 gulden op panden
van Jan Jans, nu Jan Wintmolders weduwe, in Schuelen; een perceel gelegen aan
“den Guiliker Bosch”, palend dat bos Z.; 18 roeden op de gemeen Seelbempden
onder Schuelen, palend de 2 roeden van het kapittel van Maestright N., N. Van
Swartebrouck 6 roijen Z.
1772,
29 mei. Folio 320v
In naam
van de edele heer J. J. de Libotton heer van Cleijn Stevordt etc. legt Marten
Pulinx een notariële akte voor gepasseerd in Hasselt op 22 mei bij notaris H.
Pijp. Hij verzoekt realisatie van deze akte van renteconstitutie door Henric
Van de Venne tot behoef van de heer de Libotton.
Akte.
Hendrick Van de Venne van Schuelen draagt tot behoef van de heer N. J. J. de
Libotton, heer van Clijnen Stevordt enz., voor wie zijn oom de heer Gerardus
Hubertus Briers present is, een rente op van 3 gulden 10 stuivers jaarlijks.
Kapitaal 100 gulden. Als pand stelt Hendrick een stuk land van 6 vaten saeijens
gelegen op ’t Dondervelt onder Schuelen, regenoten de heer q.q. acceptant 1),
de weduwe Peeter Goethuijsen 2), de kinderen van Willem Ramakers 3) en de armen
van Berbrouck 4). Het is reeds belast met tweemaal 4 gulden 5 stuivers
jaarlijks, in 2 verschillende creaties, aan de heer de Libotton voorschreven.
Getuigen: Marie Elisabeth Winckelaers en Henrick Vertdergh(?).
In
de marge van de akte stond: Solvit Hend. Van de Venne voor act en copije 35
stuivers.
1772,
23 juli. Folio 326v
Peeter Van Swartebrockx, man en momber van Anna Ida Van der Eijcken, van Schuelen draagt op tot behoef van Elisabeth Van Swartebrockx weduwe van Jan Weijns een perceel land in Schuelen gelegen genaamd “de Karis Heijde” Het is 3 vaet saeijens groot, paalt Aldegon Strauwen met de erfgenamen van advocaat Loijens O. en Z., Lenard Filici W., de erfgenamen Jan Hanson N. Voor 100 pattacons of 400 gulden Brabants eens, godsgeld 1 stuiver, lijffcoop 10 stuivers.
1772,
06 augustus. Folio 329r
Merten
Pulinx, namens de heer G. H. Briers en uit kracht van generale constitutie,
legt een notariële akte voor geschreven door notaris H. Pijp op 25 juli 1772.
Hij verzoekt realisatie, approbatie en registratie van de akte.
Akte.
Voor de notaris, in Hasselt residerend, verschenen persoonlijk Arnold Enckels
van Schuelen geassisteerd door zijn vrouw Maria Magriet Vrancken. Ze verklaren
uit handen van de heer Gerardus Hubertus Briers de som van 150 gulden ontvangen
te hebben. Hiervoor creëren ze een rente van 6 gulden Brabants jaarlijks tot
behoef van de kinderen van Briers. Deze rente wordt geaffecteerd op een stuk
land van 3 vaten zaaiens, genaamd “den Muggendries”, gelegen onder Schuelen.
Het paalt O. s’ heeren straet, “die Lomp” Z. en W. die eigendom is van
burgemeester en secretaris Cox, N. Matijs Joors met “die Groote Heijde”.
Onbelast. Verder nog tot pand 2 vaten zaaiens daar in de buurt gelegen, genaamd
“die Luers Heijde”, grenzend s’ heeren straet W., O. de Lomp voorschreven, N.
de voorschreven heer Cox, Z. Peeter Plugers. Belast met 3 schellingen jaarlijks
aan de kerk van Schuelen. Getuigen: Marie Elisabeth Jauwen, Marie Elisabeth
Winckeleers.
Solvit
de heer Briers voor akte en kopij 30 stuivers. Getekend: H. Pijp, notaris.
1772,
01 september. Folio 330r
Simon
Paep verkoopt met zijn echtgenote Allegon Lambrughs aan Lambuyer Lambrughs: 1)
huis en hof met de gehele aanhang in Schuelen in de Neer straet gelegen,
regenoten Jaspar Van der Eijcken O., de verkopers W., Elisabeth Lambrughs Z.,
de Neere Straet N. Dit huis is belast met keur. 2) een perceel land van 1,5 vat
zaaiens grenzend huis en hof voorschreven O., de koper Z., Matthijs Strampers
W., de Neere Straet N. 3) een perceel land genaamd “de Wolfs Keel” grenzend Geert
Geijsus O., Peeter Plughers N. en W., de straat Z. 4) een half bonder bempt
palend de “Moelewegh” O., Peroi Mues N., Dingena Boerghs W., de koper Z. Alles
is gelegen onder Schuelen. Verkocht voor 1050 gulden Brabants Luijx en 4 gulden
lycoop, 1 gulden godsgeld boven de lasten. Belast met 2 gulden en 11 stuivers
aan de heer Cox van Hasselt, met 4 gulden jaarlijks aan de armen van Herck, met
1 aldegroot aan de kerk van Schulen, met schattingen en cijns.
1772,
03 september. Folio 330v
De
heer Joseph de la Croix, als gelastigde van de edele welgeboren heer ad. De
Heusch, heer van Landtweijck, Herten enz., legt een notariële akte voor
gepasseerd in Hasselt op 14 juli laatstleden voor notaris Pijp. Het gaat om het
transport van een rente. Hij verzoekt realisatie, approbatie en registratie.
Akte.
Elisabeth Vesters weduwe van Gerard van der Eijcken verkoopt aan de edele heer
advocaat de Heusch, heer van Landwijck, Herten enz. 4 gulden Brabants jaarlijks
uit 8 gulden jaarlijks, gecreëerd voor notaris J. F. Opdendries op 07 september
1771. Ze heeft het kapitaal van 100 gulden en 3 gulden verloop ontvangen en
stelt hem in haar plaats. Deze rente zal voor de eerste maal tot zijn profijt
vallen op 7 september 1772. De helft van deze rente van 8 gulden behoort aan haar
toe na de dood van haar zuster Anna Vesters en is op haar ab intestato
verstorven. Getuigen: Loewis Tackoun en Joannes Cluijten.
1772,
03 september. Folio 331v
De
heer Joannes de La Coix, medeschepen, legt uit kracht van generale constitutie
een notariële akte voor gepasseerd voor J. F. Opdendries, binnen Hasselt
residerend van 7 september 1771. Het gaat om de creatie van een rente door
Peeter Pollaris tot behoef van Elisabeth Vesters, weduwe van Gerard Vander
Eijcken, en Anna Vesters. Hij verzoekt approbatie en registratie.
Akte.
Peeter Pollaris, wonend in Schuelen, leent 200 gulden Brabants eens van
Elisabeth Vestras wed. Gerard Vander Eijcken en van Anna Vesters, jonge
dochter. Hiervoor krijgen ze voor de rest van hun leven de vrije woonst in het
huis van Pollaris. Het gaat om een kamer en een warmoeshofje. Na de dood van
beide vrouwen, of van één van beiden, kan deze creatie veranderd worden in een
jaarlijkse rente van 8 gulden, aan 4% dus. De rente wordt gevestigd op het huis
en hof en een weide ernaast gelegen, omtrent 2 bonders groot. Palend de heer
van Henis aan 2 zijden, Hendrick Schepers van Schuelen en de erfgenamen van de
edele heer de Scroets 4). Reeds belast met 19 = 10. Opgemaakt in het huis van
de notaris in Hasselt, staande omtrent de Curinge Poorte in aanwezigheid van de
juffrouwen Anne Marie Theunis en Marie Caroline Opdendries als getuigen.
1772,
03 september. Folio 332v
Heer
meier de Borman legt in de naam van de advocaat en oud-burgemeester Gaspar Joannes
Vossius senior een notariële akte neer gepasseerd voor God. Goedtsbloets op
31.08.1772. Verzoekt realisatie en registratie.
Akte.
Bij de notaris, in Hasselt residerend, verscheen Lambertus Lambrichts, inwoner
van Schuelen. Hij draagt tot profijt van de heer advocaat en oud-burgemeester
Gaspar Joannes Vossius den alden een rente op van 40 gulden jaarlijks. Bij
tijdige betaling volstaan 35 gulden. Hiervoor ontving Lambrichts de som van
1000 gulden Brabants eens. De rente wordt gevestigd op 1) een stuk land genaamd
“de Moskens Heijde”, 6 vaten zaaiens groot, palend O. Willem Beijnens man van
Marie Catharina Joers, Z. Joannes Matthijs Joers, N. Joannes Van Brabant en W.
de kinderen van Hendrick Hermans; 2) een stuk land “het Huijsken” O. en Z. de
straat, W. en N. Peeter Plugers; 3) een stuk land van 3 vaten zaaiens groot
palend O. de opdrager, Z. de heer acceptant, W. Matthijs Strampers en N. de
opdrager als koper van zijn halve zuster Aldegond Lambrichts. Al deze goederen
zijn onbelast, tenzij met grondcijns, en zijn gelegen onder Schulen. Opgemaakt
in Hasselt in het huis van de heer acceptant staande op de “Haut Mert” in
aanwezigheid van de getuigen Hendrick Oijen en Anna Wolters.
1772,
24 september. Folio 336v
Peeter
Fonteijn, met instemming van zijn echtgenote, verklaart tot behoef van Jan
Huijbrechts een perceel land op te dragen gelegen in Coorsel omtrent het dorp
in de Savelstraet. Het paalt begijn Van de Weijer O., de weduwe Aert Beckers
W., Hendericus Truijens Z., de straat N. Tot pand voor een rente van 10 gulden
jaarlijks, te leggen met 250 gulden Brabants Luijx. Solvit Fonteijn jura voor
copije, solvit Jan Huijbrechts 15 stuivers.
1772,
22 oktober. Folio 337r
13.10.1772.
Bij de notaris in Baelen verscheen Henrick Wouters weduwnaar van Gertruij Maenen,
die aan haar man bij testament de tocht van haar immeubele erfgoederen heeft
gelaten, waar ook gelegen. Dit vruchtgebruik staat hij af aan Maria Helena
Marien, dochter van wijlen Margo Marien: van een perceel gelegen onder Stal
gehucht van Coorsel. De andere helft behoort toe aan de voorschreven Maria
Helena Marien uit hoofde van haar moeder. Henrick behoudt er voor zichzelf geen
recht meer op en zij accepteert het. Ze draagt het met de aanstaande last van
50 gulden Luijx geld op tot behoef van Arnoldus Smets, inwoner van Stal, op
voorwaarde dat hij alle uitgaande lasten ervan zal dragen. Bovendien moet hij
aan Maria Helena Marien nog 20 pattacons Brabants geld geven, of in Luijxe
specie of geld de som van 80 gulden. De meerderjarige Maria Helena verklaart
aan de voorschreven helft gelegen in Stal aan de Heijcant geen enkel recht meer
te hebben (het gehele stuk is 150 roeden groot). Getuigen: Hendrick Hessels en
Cornelis Cools. Zegel van 6 stuivers. Attestor G. B. Claes, notaris.
Op
22.10.1772 legde schepen Woters deze akte neer om gerealiseerd te worden.
1772,
05 november. Folio 338r
Akte
van notaris W. V. Vande Kerckhof, residerend binnen Herck, van 24.10.1772.
L.
M. Hermans, oud-burgemeester van Herck, en zijn instemmende vrouw M. G. Van
Melbeeck verklaren dat ze verkochten: een perceel land onder Schuelen gelegen
op het Bruijninx Velt, ongeveer 6 vaten zaaiens groot. Het paalt de Balx Vijver
of “Sunevenne”(?), het Sinte Catharina en Sint Nicolausaltaar in Donck O., de
heer Briers representerende bij koop Jan Lantmeeters tevoren sr. Blois uxoris
nomine Maria Anna Hermans W., de heer Briers in eigen naam Z., de heer H. L.
Kips N. Verkocht aan Franciscus Vaes, inwoner van Schulen, voor 400 gulden
Brabants eens. Het goed is belast met 4 vaten koren jaarlijks in gebakken brood
te leveren aan de armen van Schuelen en met 3 gulden jaarlijks voor een
jaargetijde van de E.H. Petrus Lusson op de dag van zijn afsterven, te leveren
aan koster en pastoor van Schuelen; bovendien met grondcijns op “feria secunda post
invocavit” in mout, rogge en denieren aan de graaf van der Marck, dorpslasten
en schattingen. Alle kosten betreffende deze verkoop staan tot last van de
koper. Opgemaakt in het huis van de opdrager in Herck, genaamd “den Keijser”,
in aanwezigheid van de getuigen J. Beatrix Hermans en Joseph Le Blangh. Ter
registratie voorgelegd op 5 november.
1772,
05 november. Folio 339r
Akte
van 21.06.1772, notaris L. M. Hermans, Herck. Jan Luijten Aerdens zoon, inwoner
van Schulen, draagt op en transporteert tot behoef van Herman de Meer, inwoner
van Oppum onder Herck, een perceel land gelegen in Schuelen op den Watercant,
afkomend van Arnold Stappers en Elisabeth Wijens, anderhalf vat zaaiens groot.
Het paalt de weduwe van de heer Hussen O. en N., joufr. de begijn Joors Z. en
“het Haesen Stuck” W. Voor 250 gulden Brabants eens boven de last van 100
gulden kapitaal aan de erfgenamen van Barbara Cox, gewezen weduwe van de
erentfesten advocaat Loyens van Hasselt. Getuigen: sr. Joannes Franciscus
Schroijen en Joanna Beatrix Hermans.
Neergelegd
door facteur Hermans.
1772,
12 november. Folio 341r
Scheiding
van de erfgoederen van het echtpaar Lenardus Van Swartebrox en Marie Gertruijd
Luijten zaliger.
Lenardus
Van Swartebroux man en momber van Marie Fillici, Jan Fillici absent en
gestipuleerd in handen van medeschepen Van der Eijcken, Jan Droeghmans vader en
momber van Allegon Droeghmans, Peeter Plugers man en momber van Anna Ida Was,
Arnoldus Was man en momber van Maria Catharina Cox, Jacobus Smedts man en
momber van Magrita Was, Jan Droeghmans man en momber van Catharina Was,
Christiaen Maris man en momber van Gertruijd Was, Jan Stappers man en momber
van Aldegon Van de Voert, Jan Stappers man en momber van Maria Elena Lijnen
zijn allen erfgenamen van hun oom en tante voorschreven.
Onder
kavel A werd gesteld: 1) perceel genaamd “de Hoven” gelegen in Schuelen, palend
Jan Mateijns Jaers met kavel B O., de stege Z., Elisabeth Stappers W., Hermanus
Jaers N. Geschat op 600 gulden Brabants Luiks boven de lasten. Lasten: 4 vaten
koren jaarlijks uit te delen in de kerk van Schuelen aan de armen, volgens
testament; 2 guldens 10 stuivers aan pastoor en koster van de kerk van
Schuelen. 2) een stuk land in Schuelen genaamd “den Keeskamer”, grenzend “den
Schamberen Bosch” O., Aldegon Strouwen n.u. Jan Stappers Z., de weduwe van
Joannes Hussen W., des heeren straet N. Onbelast met uitzondering van cijns en
dorpslasten. Geschat op 200 gulden Brabants Luiks. 3) een bempt genaamd “het
Weijcken”, gelegen onder Schuelen, O. advocaat Hielst van Hasselt, de heer
Roelants uit “de Croen” van Hasselt Z., de Voert W., de oude Laeck N. Onbelast,
tenzij cijns en schattingen. 250 gulden Brabants Luiks is schatprijs.
Deze
kavel viel toe aan: Lenardus Van Swartebrox, Jan Fillici, Maria Gertruijd
Fillici, Anna Fillici afwezig gestipuleerd in handen van medeschepen Vander
Eijcken, Jan Droeghmans vader en momber van Aldegon Droeghmans.
Kavel
B is voor: Peeter Plugers, Arnold Was, Jacobus Smedts, Jan Droeghmans,
Christiaen Maris, Jan Stappers en Jan Stappers. Ze bestaat uit:
1)
2 kleine percelen op “die Hoven” gelegen onder Schulen, palend de stege O. en
Z., kavel A met Jan Mathijs Jaers W., Jan Van de Putt N. Belast met 6 vaten
koren aan de armentafel van Wuestherck. Boven last geschat op 500 gulden
Brabants Luiks. 2) land “het Murken” in Schuelen, de kinderen van Mathijs
Schuermans O., de kerck stege Z., Aldegon Strouwen W., de heer Ulens van Sint
Truijden N. Geschat op 300 gulden Brabants Luiks. 3) 1 sil gemeen broek op het
Truijker Broeck” onder Schuelen, palend een sil wisselbroek O., de edele heer
baron de Blisia van Louw in 3 zijden. Geschat op 250 gulden Brabants Luiks.
Halfweg
de akte worden alle partijen nog eens uitvoerig vernoemd. Voor de volledigheid
nog eens het lijstje: Lenardus van Swartebroux man en momber van Maria Fillici,
Jan Fillici, Marie Gertrijdt Fillici, Anna Fillici absent gestipuleerd in
handen van medeschepen Vander Eijcken, Jan Droeghmans vader en momber van
Aldegon Droeghmans, Peeter Plugers man en momber van Anna Ida Was, Arnoldus Was
man en momber van Maria Catharina Cox, Jacobus Smedts man en momber van
Margrita Was, Jan Droeghmans man en momber van Maria Catharina Was, Christiaen
Maris man en momber van Gertruijd Was, Jan Stappers man en momber van Aldegon
Van de Vort, Jan Stappers man en momber van Maria Elena Lijnen.
1772, 03 december. Folio
348r
Relief
na het overlijden van Peeter Hermans door Joannes Hermans broer van Peeter,
Anna Hermans, Martinus Lens, Joannes Lens, Liesbeth Lens en Joannes Hermans den
ouden. Peter is de oom van de laatsten. Goederen zijn in Coursel gelegen: huis
hof op “het Vliegers Eijnde” gelegen, palend Jan Ceijsens O., Pier Eijgen W.,
Thomas De Vue Z., zijn eigen erf N. Geldt 3 oord cijns. Verder nog een
torfbempt grenzend P. Francis Convents O., Geert Wouters W. en de “Roede Beeke”
N., Cobus Stockmans Z. Geldt 5 oord cijns. Nog een stuk land op “den Lochten
Burgh” onder Coursel, s’ heeren straet O., Anna Wijnants W., Mattheus Knaep Z.
en Joannes Reijnders N. Geldt 3 oord cijns. Een torfbroek op “den Hoogen Bosch”,
Jacobus Vaes O., Willem Vijfeijken W., de beek N. en s’ heeren straet N. 8
oordt cijns. Een bempt genaamd “het Hemelrijck” palend Jan Reijnders O., Jan
Schepers W., de weduwe Aert Beckers N. en Jan Lemmens Z. 3 oord cijns. De
gehele cijns komt op f 0 – 5 – 2.
1772,
03 december. Folio 348v
Joannes
Lambrechts (Lambrechtx !) van Schuelen draagt tot behoef van Jan Daniels
een perceel broek op gelegen onder Genebosch, genaamd “den Donckerbemdeken”, grenzend
het gasthuis van Diest Z., de erfgenamen van Erasius Theunis W., de erfgenamen
Jan Centis N., begijn Hielst O. Voor 290 gulden Brabants Luijx eens in specie
van coronen, een half ton lijffcoop, godsgeld 1 stuiver. Het goed is belast met
2 stuivers 2 oord aan de pastoor van Lummen, met cijns en schattingen.
1772,
04 december. Folio 349r
Relief
na de dood van Willem Jackers en Anna Hermans, Koersel, door hun kinderen
Henricus Jaekers, Brigitta Jackers, Jan Meijen als man en momber van Elisabeth
Jaekers: een perceel dries genaamd “de Krickel” gelegen in Coursel onder Vurten
omtrent de Vurthensche schans, palend Jan Rijmen van Geneijcken O., de weduwe
Jan Claes W. en N., de straat Z.
1772,
17 december. Folio 350r
Arnold
Was, Peeter Pluggers man en momber van Ida Was, Jan Droeghen man en momber van
Maria Catharina Was, Jacobus Smedts man en momber van Magrita Was, Christiaen
Maris man en momber van Marie Gertruijd Was, Jan Stappers sone Renier Stappers,
Jan Stappers soone van Joannes Stappers dragen tot behoef van Peeter Schuermans
een perceel land op gelegen onder Schuelen, genaamd “het Mierken”, ongeveer 2
vaten zaaiens groot. Het grenst de kinderen van Merten Schuermans O., de Kerck
Stege Z., Aldegon Strouwen W., de erfgenamen van de heer secretaris Colen N.
Voor 351 guldens Brabants Luijx en 12 gulden 5 stuivers samen voor dienaar,
godsgeld, lijffcoop. Onbelast goed, met uitzondering van cijns en schattingen.
1772,
17 december. Folio 350v
Francis
Van Swartenbrouck man en momber van Marie Filici, Jan Filici, Maria Gertruijd
Filici, Anna Filici afwezig met stipulatie gegeven in handen van schepen Vander
Eijcken, Jan Drooghmans vader en momber van Aldegon Droghmans voor wie hij
cavert, Peeter Pluggers man en momber Ida Was, Jan Droghmans man en momber Maria
Catharina Was, Arnoldus Was, Jacobus Smets man en momber Magrita Was,
Christiaen Maris man en momber Maria Gertruijd Was, Jan Stappers soone van
Renier Stappers, Jan Stappers zoon van Joannes Stappers dragen tot behoef van
Gerardus Renot een perceel land op gelegen in Schuelen, genaamd “het Schuermans
Velt”, omtrent 1,5 vat zaaiens groot. Palend de heer Briers O., Joanna Maris
weduwe Lambertus Van de Brouck Z., Jan Luijten W., des heeren straet N. Voor
427 guldens Brabants Luijx eens. Enkel cijns en dorpsschattingen te betalen.
Kosten 16 gulden en 15 stuivers.
1772,
17 december. Folio 351r
Hendrick
Tielemans legt een akte voor beschreven op 28.10.1772 door notaris J. Nulens en
verzoekt als koper realisatie van de akte.
Verkoopcondities
voor verkoop door Peeter Smeets, Arnoldus Convents als man en momber van de
toestemmende Catharina Hendrix, Franciscus Hendrix en Willebrordus Rogiers als
man en momber van de instemmende Maria Hendrix, erfgenamen en representanten
van Gertrudis Smeets, van 28.10.1772. Na voorgaand kerkengebodt zal aan de
meestbiedende met hogen en uitgang van de brandende kaars een huis met het
annex bakhuis, kruidhof en huishof verkocht worden. Het is gelegen in Coursel
“in die Lake”, palend de weduwe van Hendrick Gijbels O. en N., s’ heeren straet
W. en Z. Het goed is belast met 4 halster koren jaarlijks; met 30 stuivers
Brabants Luiks jaarlijks aan het beneficie in Koersel; met 400 gulden Brabants
Luiks kapitaal aan schepen Boulen van Hasselt; met 1 “cop” en een “spint coren
drij koninghen cheijns”, met schattingen en ’s heeren grondcheijns. Aan te
slaan na de huurperiode van de huidige huurder Jacobus Stockmans.
Verder
zullen ze nog een bempt verkopen genaamd “het Gesuer” in Coursel aan de
Breedonck gelegen, grenzend de voorschreven Breedonck O. en Z., Jan Dirickx W.
en Arnold Sroijen N. Los en vrij van lasten, met uitzondering van cijns en
dorpslasten. Aan te slaan na de huurtermijn van huurder Jacobus Stockmans.
De
goederen zullen afzonderlijk door gerechtsdienaar Peeter Adriaens worden
opgeroepen en aan de meestbiedende bij eenmaal, andermaal, derdemaal
toegeslagen. Nadat de originele koper zijn voorhogen zal gesteld hebben, mag
iedereen hogen met 2 gulden per hoge, te verdelen tussen hoger en verkoper. De
gichte gebeurt onmiddellijk na de kaarsbranding en dan moet ook de koopsom met
alle onkosten voldaan worden. O.a. 1 gulden roepgeld per perceel en 4 gulden
van conditiegeld en copije en 5 stuivers godsgeld per perceel. De huur van het
broek vervalt op Kerstmis, de huur van het bakhuis half maart 1773. De koper
moet onmiddellijk de lasten op het huis overnemen, die vervallen in juli 1773,
maar de huur ervan is voor de koper. De koper van het huis met annex dient aan
verkopers huisvrouw voor een kermis 15 gulden Brabants Luiks te geven, zonder
korten. Lijcoop voor het huis 18 gulden, voor het Gesuer 6 gulden te verbruiken
in het huis van Henrick Tilemans nadat de palmslag zal gegeven zijn. Opgemaakt
in het huis van Henrick Tilemans in het dorp van Koersel in aanwezigheid van
Paulus Beckers en Joannes Tielemans.
28.10
bood Hendrick Mattheus Reijnders voor huis en hof de som van 1200 gulden
Brabants Luiks boven de lasten, waarvoor hem de palmslag werd vergund.
Verbeterde zijn koop met 50 hogen. Getuigen: Mattheus Gijbels en Ludovicus
Lekens.
Op
2 december kaarsbranding. Het goed werd uitgegeven aan Hendrick Mattheus
Reynders en gegicht en gekweten. De realisatie volgt op 17 december 1772.
Op
28.10 kreeg Henrick Tielemans de palmslag voor “het Gesuer” voor 660 gulden
Brabants Luijx. Hij verbeterde zijn koop met 25 hogen. Getuigen: Mattheus
Gijbels en Ludovicus Lekens. Kaarsbranding en realisatie als voor.
1772,
17 december. Folio 355v
Schelenhoff.
Voor
de schepenen van het land van Lummen ten Loons recht als laten van Schelenhoff
verscheen Merten Pulinx, die uit kracht van generale constitutie een akte
voorlegde van notaris Arn. Drooghmans van 12.12.1772. Gaat om transport van de
broers Henric en Balthasar Rubens tot behoef van de heer Gerardus Hubertus
Briers. Hij verzoekt realisatie.
Akte.
Henrick Rubens, 25 jaar oud, en zijn broer Balthasar Rubens, 23 jaar oud,
renuntiëren van het beneficie van minorennitijt. In hun voordeel werd hen recht
in goederen gegeven via akte van donatie en actie van purgement door Michiel
Jaupen en zijn vrouw Catharien Lambrechts, hun moeder en stiefvader, gepasseerd
voor notaris L. M. Hermans op 13.12.1771 en hier voor de Loonse schepenen
gerealiseerd op 19.12.1771. Ze transporteren tot behoef van Gerardus Hubertus
Briers, present zijn “wenne” Merten Pulinx in zijn naam accepterend, hun recht
en gerechtigheid in hun delen van huis en hof met bijbehorende goederen gelegen
in Worp onder Schuelen, afkomende van hun vader Francis Rubens zaliger. De
koper heeft het momenteel in zijn bezit. Verkocht voor 650 gulden Brabants
Luijx eens. Ze hebben 325 gulden opgetrokken en de resterende som zal de
acceptant op hun eerste verzoek neertellen. Ze bezaten 2/3 delen in de
voorschreven goederen. Opgemaakt in het huis van de acceptant in Schuelen
genaamd “den Gasthuijs Bosch” in aanwezigheid van de getuigen Pieter Schurmans
van Schulen en Aldegonde Ramakers.
1772,
17 december. Folio 356v
Marten
Pulinx legt uit kracht van generale constitutie een notariële akte voor
beschreven door notaris Arn. Drooghmans op 12.12 laatstleden. Het betreft een
rentecreatie van 10 gulden 10 stuivers jaarlijks, kapitaal 300 gulden, door
Peeter Schuermans Mattheuwis zoon tot behoef van de broers Henrick en Balthasar
Rubens gedaan. Hij verzoekt realisatie.
Akte.
Pieter Schurmans, jonkman van 27 jaren wonend in Schuelen, zoon van Mathewis
Schurmans en Anna Vernijns zaliger draagt tot behoef van de broers Henric en
Balthasar Rubens, ieder voor de helft accepterend, een rente op van 10 gulden
10 stuivers jaarlijks. Voor 300 gulden Brabants Luijx kapitaal die hij heeft
opgetrokken in specie van 5 gouden carolinen ad 19 guldens 10 stuivers het
stuk, 40 Fransche croonen en 15 schellingen ander zilvergeld. Hij hypothekeert
deze rente op een stuk land genaamd “het Haerenstuck”, 4 vaten saeyens, onder
Schuelen gelegen. Het paalt de heer Gerardus Hubertus Briers met een dergelijk
stuk land eveneens “Haerenstuck” geheten 1), Piro Swartenbroucx 2), de
voorschreven Briers met een land genaamd “de Bloes” 3) en Hubertus Vernijns 4).
Opgemaakt in het woonhuis van Pulinx genaamd “den Gasthuijs Bosch” in
aanwezigheid van de getuigen Marten Pulinx en Anne Catharien Burghs zijn
huisvrouw. Voor vacatie, stipulatie en deze kopij 1 gulden 14 stuivers.
Getekend Arn. Droogmans.
31
oktober 2007